Naar inhoud springen

Tjeukemeer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hannes (overleg | bijdragen) op 12 aug 2007 om 20:18. (interwiki fr:)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Tjeukemeer bij Vierhuis

Het Tjeukemeer (officieel, Fries: Tsjûkemar) is het grootste binnenmeer van de Nederlandse provincie Friesland. Het ligt in de Zuidwesthoek, op de grens van de gemeentes Lemsterland en Scharsterland. Het meest westelijke deel van het meer wordt doorsneden door de snelweg A6.

Geografie

Rond het meer liggen de dorpen Echten, Echtenerbrug, Rohel, Delfstrahuizen en Oosterzee. Er liggen ook diverse campings langs het meer.

Het Tjeukemeer is niet overal even diep. Vooral het noordoostelijke gedeelte is erg ondiep, minder dan een meter.

De gezamenlijke doprskern van Echtenerbrug en Delfstrahuizen vormt de belangrijkste kern aan het meer

Eilanden

In het tjeukemeer liggen de Eilanden Tsjûkepolle, Marchjepolle en Ganzetippe

Tegenwoordig organiseert de IFKS eenmaal per jaar het IFKSskûtsjesilen op het tjeukemeer. Dit is een kampioenschap waarbij skûtsjes op meerdere waters in Friesland gezeild wordt. er word gezeild bij de volgene plaatsen; Stavoren, Hindeloopen, Sloten, Heeg, Tjeukemeer bij Echtenerbrug en tot slot 2x Bij Lemmer.

Storm en landafslag

De vorm van het meer en ook de totale oppervlakte ervan is veranderd. Dat komt onder andere door stormvloeden en door kruiend ijs.
In 1164 vond de Julianavloed plaats, in 1219 de Marcellusvloed, in 1509 de Cosmusvloed en de Damianusvloed. Ook door spontane of aangestoken bos- en veenbranden is het meer groter geworden. Er gaan veel verhalen over verdronken dorpen in het Tjeukemeer.

Drooglegging

Omstreeks 1840 ontstonden plannen om het meer droog te leggen, analoog aan de drooglegging van de Haarlemmermeer. Rond 1880 volgde een tweede plan. De plannen zijn niet uitgevoerd.

Verhaal over het ontstaan van Tjeukemeer

Aan het Tsjûkemar (Tjeukemeer), bij het gemaal van Echten, staat het standbeeld van Tsjûke en March. Bij dat standbeeld wordt een tekst vermeld, dat het ontstaan van het Tsjûkemar verklaart. Deze kleine legende is genaamd De held en de draek.

De held en de draek, door Ype Poortinga

Heel lang geleden moet het meer gewoon land geweest zijn, waar hier en daar behoorlijk wat bos voorkwam. Op een dag liepen er net buiten de kleine polder twee boerinnen. Ze hadden koeien en kwamen net terug van het melken. De ene boerin had twee emmers melk en de ander droeg geen melk. Opeens ontdekten ze een brandje waarvan het ontstaan nooit is achterhaald. De boerin zonder melk riep naar de andere: "Je moet je melk erin gooien, zodat het vuur niet harder gaat branden!". Maar de andere boerin zei: "Je bent niet wijs, dan ben ik mijn melk kwijt! Laat maar branden, het is toch ons land niet".

Omdat deze boerin het vertikte om haar melk als blusmiddel te gebruiken, wakkerde het vuur snel aan. De andere boerin keek het anstig aan, maar riep vervolgens:

"O Tsjûke, o Tsjûke, dit zal je berouwen!"

Daarmee schold ze de boerin ernstig uit, want Tsjûke was destijds een hondennaam. Wie Tsjûke riep tegen een vrouw, maakte haar uit voor een teef!

Volgens deze legende is met de naam Tsjûke uit dit verhaal, de naam van het huidige meer ontstaan. Anderen houden het erop, dat het i.p.v. boerinnen twee zusters betrof: Tsjûke en March genaamd. Dit verhaal vertelt dat deze twee zusters elkaar door de rook tijdens de brand kwijtraakten. Toen zij elkaar tijdens deze brand riepen, is dit de mensen uit de omgeving tot op de dag van vandaag bijgebleven. "Dat is Tsjûkemar," zeggen ze dan.