Associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje
Associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje met langkapselsterretje
Associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje met langkapselsterretje
Syntaxonomische indeling
Klasse:Koelerio-Corynephoretea
(klasse van droge graslanden op zandgrond)
Orde:Cladonio-Koelerietalia
(fakkelgras-orde)
Verbond:Tortulo-Koelerion
(duinsterretjes-verbond)
Associatie
Tortello-Bryoerythrophylletum
Boerboom 1960

De associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje (Tortello-Bryoerythrophylletum) is een associatie uit het duinsterretjes-verbond (Tortulo-Koelerion). Het is een enkel in Nederland voorkomende plantengemeenschap met een dominantie van bladmossen, die vooral te vinden is op de vochtige noordzijde van zeeduinen.

Naamgeving en codering[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam Tortello-Bryoerythrophylletum is afgeleid van de botanische namen van twee opvallende soorten voor de associatie, de kenmerkende mossoorten langkapselsterretje (Tortula subulata) en oranjesteeltje (Bryoerythrophyllum recurvirostrum).

Fysiognomie[bewerken | brontekst bewerken]

De associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje is een gemeenschap waarin de moslaag, met daarin vooral topkapselmossen, domineert. De kruidlaag is meestal zeer ijl en bestaat overwegend uit eenjarige planten.

De boom- en struiklaag zijn afwezig.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

Deze plantengemeenschap vinden we overwegend op noordhellingen van zeeduinen, waar de lucht voldoende vocht bevat om grassen en/of dwergstruiken toe te laten een uitgebreid wortelstel te ontwikkelen en waar zich voldoende humus te ontwikkelen. Op kleine, open plaatsen tussen de hogere planten waar wat erosie plaatsvindt, zoals naast paadjes of in erosiegeulen, kan zich deze pioniersvegetatie ontwikkelen.

Subassociaties in Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

Van de associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje worden in Nederland en Vlaanderen twee subassociaties onderscheiden.

Typische subassociatie[bewerken | brontekst bewerken]

De typische subassociatie (Tortello-Bryoerythrophylletum typicum) is de meest typische vorm van de associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje. De syntaxoncode voor Nederland (rVvN) is r14Ca03a.

Subassociatie met groot klokhoedje[bewerken | brontekst bewerken]

Een subassociatie met groot kolkhoedje (Tortello-Bryoerythrophylletum encalyptetosum) heeft groot klokhoedje (Encalypta streptocarpa) als differentiërende soort. De syntaxoncode voor Nederland (rVvN) is r14Ca03b.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Het verspreidingsgebied van de associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje is enkel bekend van Nederland, en beperkt tot de duinen. In de Kennemerduinen zijn de mooiste voorbeelden te vinden, maar ook op Voorne, Texel, Ameland en Schiermonnikoog komt deze vegetatie voor.

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

Deze associatie heeft enkel topkapselmossen als specifieke kensoorten, waaronder de naamgevende soorten oranjesteeltje en langkapselsterretje de meest voorkomende zijn, naast duinkronkelbladmos, groot klokhoedje en muurdubbeltandmos. Van de hogere niveaus zijn vooral kalksmaltandmos en gewoon klauwtjesmos meestal aanwezig. De hogere planten zijn vertegenwoordig door kleine, mosachtige plantjes als kandelaartje, sierlijke vetmuur en zandhoornbloem. Het gelatineuze korstmos duinzwelmos kent zijn optimum in deze gemeenschap.

Differentiërende soorten ten opzichte van de nauw verwante associatie van vetkruid en tijm zijn zachte haver, kweek, goudhaver en bevertjes.

Ken- en differentiërende soorten voor de associatie van oranjesteeltje en langkapselsterretje
Kensoort Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking Afbeelding
Boomlaag
geen soorten
Struiklaag
geen soorten
Kruidlaag
kV - > 20% zanddoddegras Phleum arenarium
kV - > 20% kandelaartje Saxifraga tridactylites
kV - > 10% duinreigersbek Erodium cicutarium subsp. dunense
kO - > 40% ruw vergeet-mij-nietje Myosotis ramosissima
kO - > 40% smal fakkelgras Koeleria macrantha
kO - > 10% duinviooltje Viola curtisii
kO - < 10% kruipend stalkruid Ononis spinosa subsp. repens
kO - < 10% kleine steentijm Clinopodium acinos Buiten Limburg
kK - > 50% zandhoornbloem Cerastium semidecandrum
kK - > 30% geel walstro Galium verum
kK - > 20% zandzegge Carex arenaria
bg - - sierlijke vetmuur Sagina nodosa
Moslaag
kA - > 60% oranjesteeltje Bryoerythrophyllum recurvirostrum
kA - > 60% langkapselsterretje Tortula subulata
kA - > 50% duinkronkelbladmos Tortella flavovirens
kA - > 40% groot klokhoedje Encalypta streptocarpa subassociatie met groot klokhoedje
kA - > 20% duinbekermos Cladonia pocillum
kA - > 20% kalkgoudmos Campyliadelphus chrysophyllus
kA - > 20% muurdubbeltandmos Didymodon vinealis
kV - > 30% kalksmaltandmos Ditrichum flexicaule
kV - > 20% groot duinsterretje Syntrichia ruralis var. ruraliformis
kV - > 20% klein duinsterretje Syntrichia ruralis var. calcicola
kV - - duinzwelmos Leptogium gelatinosum
kK - > 70% gewoon klauwtjesmos Hypnum cupressiforme
kK - > 20% gewoon purpersteeltje Ceratodon purpureus
kK - > 20% klein leermos Peltigera rufescens