Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RomaineBot(overleg | bijdragen) op 9 sep 2019 om 06:37. (|{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|) Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Bij deze verkiezingen kwam de KVP als sterkste uit de bus. Net als in 1946 behaalde zij 32 zetels. De PvdA verloor twee zetels en kwam op 27 zetels. Winst was er voor de VVD (de voortzetting van de PvdV) en de CHU (één zetel). De CPN verloor twee zetels. Ter rechterzijde kwam oud-minister van Koloniën Welter via een eigen lijst in de Kamer. Welter keerde zich tegen de in zijn ogen te progressieve koers van de KVP.
De kabinetsformatie was erop gericht een kabinet te vormen dat met het oog op de voorgenomen grondwetsherziening over een tweederdemeerderheid kon beschikken. Dat leidde in augustus 1948 tot het door KVP, PvdA, CHU en VVD gesteunde kabinet-Drees-Van Schaik.