Utrechtsche Tram-Maatschappij

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Joostik (overleg | bijdragen) op 6 jul 2018 om 09:12. (Link naar doorverwijspagina Rhijnspoorstation gewijzigd in Station Utrecht Centraal met DisamAssist.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Utrechtse Tram-Maatschappij
Een paardentram op de Bakkerbrug
Basisgegevens
Locatie Utrecht
Vervoerssysteem Paardentram
Startdatum 1889
Einddatum 1907
Lengte trajecten 9,2 km enkelspoor, 4,1 km dubbelspoor
Aantal lijnen 2
Spoorwijdte 1.067/1.435 mm
Eigenaar Utrechtse Tram-Maatschappij
Uitvoerder(s) Utrechtse Tram-Maatschappij
Portaal  Portaalicoon   Openbaar vervoer

De Utrechtse Tram-Maatschappij (UTM) was een paardentrambedrijf in Utrecht en bestond van 1889 tot 1907, toen het net vervangen werd door elektrische voertuigen van de Gemeentetram Utrecht.

Op 25 januari 1889 werd het eerste Utrechtse stadstrambedrijf, de Utrechtsche Tram-Maatschappij opgericht. In eerste instantie werd een oost-westlijn aangelegd tussen het Rhijnspoorstation, via de Servetstraat, Domplein, Nobelstraat naar station Utrecht Maliebaan. Deze lijn werd op 3 juli 1889 geopend. . Bijzonder aan deze lijn was dat deze onder de Domtoren door liep. Op 9 oktober 1892 werd een zijtak geopend, over de Maliebaan naar de treinhalte Biltstraat.

In 1901 werd de exploitatie van de normaalsporige en interlokale tramlijn Utrecht - Zeist overgenomen van de STM door de NCS. Deze besloot tot indienststelling van een stadstramlijn over het Utrechtse traject. Dit werk werd uitgebaat door de UTM.

Het stadstraject (de paardentram) van de STM tussen het Rhijnspoorstation en de halte Biltstraat werd hierop opgeheven, zodat op dit traject alleen de streektram overbleef. Op 1 maart 1893 opende de UTM ook de noord-zuidlijn over de Oudegracht. Hiermee kreeg Utrecht een uitgebreid stadstramnet, met in totaal 5 eindpunten. Het centrale knooppunt van dit tramnet was het Domplein.

Vanaf 1906 ging de Gemeentetram Utrecht met elektrische trams rijden. Uiteindelijk stopte na enkele jaren de UTM.

Materieel

Serie Aantal Bouwjaar Fabrikant Bijzonderheden Afvoer
6 1889 Beijnes Gesloten paardentramrijtuigen[1]
10-17 8 1892 Pennock Gesloten paardentramrijtuigen[2] 14 en 15 in 1910 naar de Gemeentetram Zaltbommel.[3]
18-21 4 1893 Pennock Gesloten paardentramrijtuigen[2] 18 in 1910 naar de Gemeentetram Zaltbommel als onderdelenleverancier.[3] Na opheffing trambedrijf in 1923 in 1925 als tuinhuisje gefotografeerd.
31-34 4 1894 Métallurgique Open paardentramrijtuigen[1] Twee rijtuigen gingen in 1910 als 4 en 5 naar de Gemeentetram Zaltbommel.[3]
35, 36 2 1898 Métallurgique Open paardentramrijtuigen[1]
11 Normaalspoor[1]
Zie de categorie Utrechtsche Tram-Maatschappij van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.