Van Reede
Van Reede (ook: Van Reede van Oudshoorn) is een Nederlands adellijk geslacht waarvan leden sinds 1814 tot de Nederlandse adel behoren.
Geschiedenis
De stamreeks begint met Bitter van Reede, knape, die vanaf 1344 wordt vermeld en heer was van Rhede in Westfalen. Vanaf 1814 werden leden benoemd in verscheidene ridderschappen en gingen daarmee behoren tot de Nederlandse adel met het predicaat jonkheer; vanaf 1822 verkregen takken erkenning van de titel van graaf of baron.
In 1692 verleende koning-stadhouder Willem III aan Godard van Reede, heer van Ginkel, de titel Graaf van Athlone, genoemd naar Athlone in Ierland. De grafelijke tak, tevens de graven van Athlone, stierf in 1897 uit. Deze tak was van 1557 tot 1879 heer/vrouwe en eigenaar van kasteel Amerongen waarna het eigendom overging op de grafelijke tak Van Aldenburg Bentinck.
Bekende telgen
- Ernst van Reede, heer van de Vuursche en Drakesteyn (Utrecht, 30 september 1588 - 17 oktober 1640)
- Godard Adriaan van Reede (1621–1692), heer van Amerongen
- Hendrik Adriaan van Reede tot Drakestein (1637–1691), koloniaal bewindsman en botanicus
- Godard van Reede (1644–1703), graaf van Athlone
- Frederik Adriaan van Reede van Renswoude (1659-1738), lid van de Ridderschap van Utrecht, heer van Renswoude
- Pieter van Reede van Oudtshoorn (1714–1773), heer van Oudshoorn, Ridderbuurt en Gnephoek en hoge ambtenaar van de Nederlandse Kaapkolonie
- Willem Frederik van Reede (1770–1838), minister van Buitenlandse Zaken en Eerste Kamervoorzitter
- Lieve Martinus Isaäc van Reede van Oudtshoorn (1787–1836), ritmeester, ridder in de Militaire Willems-Orde
- Johan Hendrik Verboom van Reede van Oudtshoorn (1806–1891), burgemeester van Oudshoorn en Woubrugge
- Johan Frederik van Reede van Oudtshoorn (1806–1860), Tweede Kamerlid
Wapens
zie ook
- Nederland's Adelsboek 91 (2004-2005), p. 49-103.