Viltganzerik

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 12 dec 2019 om 21:56. (0 (onbereikbare) link(s) aangepast en 1 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Viltganzerik
plant als geheel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Potentilla (Ganzerik)
soort
Potentilla argentea
L.
bloem en bladeren
de onderzijde van de bladeren zijn zilvergrijs viltig, waaraan de plant haar wetenschappelijke naam ontleent
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Viltganzerik op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Viltganzerik (Potentilla argentea) is een in België en Nederland in het wild voorkomende plant in het geslacht Ganzerik. In oudere boeken wordt de plant ook wel zilverganzerik genoemd, wat de vertaling is van de botanische naam, en wat ook overeenkomt met de Duitse naam Silber-Fingerkraut en het Franse Potentille argentée. In Friesland wordt de plant Wollich sulverblêd genoemd.

Beschrijving

De forse wortelstok gaat over in een houtige wortelstok.[1] Hieruit komen de kruipende tot opstijgende stengels, die 15-30 cm hoog worden. De wortel kan wel tot 1 meter diep zitten.[2] De plant is overblijvend.

De 1-1,5 cm grote gele, tweeslachtige bloemen bloeien in de zomer, in juni en juli.[1][3] De kroonblaadjes zijn ± 5 mm lang.[3]

De vaak 5-tallige of 7-tallige blaadjes zijn aan de bovenzijde donkergroen, aan de onderzijde witviltig.

De plant komt zowel in diploïde als hexaploïde vorm voor. De plant kan zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voortplanten, maar in de natuur speelt de ongeslachtelijke vorm geen grote rol.[4]

Ecologische aspecten

De plant komt voor op droge, kalkarme, voedselarme, stikstofarme gronden.[2][1] Het verspreidingsgebied loopt van Scandinavië in het noorden tot Spanje in het zuiden, en van Engeland in het westen tot Griekenland en Finland in het Oosten. Op het Noord-Amerikaanse continent komt ze in een brede strook van de Oost naar de Westkust, in het noorden van de Verenigde Staten.[5]

Ze is waardplant voor de vrij algemene micro nachtvlinder Acleris aspersana en voor het Witgezoomd spikkeldikkopje (Pyrgus carthami).[6]

Externe link

Referenties