Vlag van Noord-Korea








De vlag van Noord-Korea bestaat uit een brede horizontale rode baan tussen twee smallere blauwe banen, van elkaar gescheiden door twee witte lijnen; in de rode baan staat een rode ster op een witte schijf. De vlag werd op 8 september 1948 aangenomen als nationale vlag.
Symboliek[bewerken | brontekst bewerken]
De rode ster staat voor het communisme en is geplaatst op een witte schijf die mogelijk op het Yin Yang-symbool betrekking heeft. Dat is een symbool dat in de Koreaanse cultuur wordt gebruikt.


De kleur rood vertegenwoordigt revolutionair patriottisme. De blauwe strepen impliceren de "Aspiratie van de Koreaanse mensen zich met de revolutionaire mensen van de gehele wereld te verenigen en voor de overwinning van het idee van onafhankelijkheid, vriendschap en vrede te strijden."
Vlag van Kijŏng-dong[bewerken | brontekst bewerken]
In Kijŏng-dong, een dorp aan de Noord-Koreaanse zijde van de gedemilitariseerde zone, wappert een 136 kilo wegende vlag aan een van de hoogste vlaggenmasten ter wereld (160 meter). Deze vlaggenmast was eerst lager, maar toen een vlaggenmast in Daeseong-dong (aan de overkant van de DMZ in Zuid-Korea) verhoogd werd, werd die van Kijŏng-dong ook verhoogd.
Eind jaren zeventig loofde de Zuid-Koreaanse president Chun Doo-hwan een half miljoen dollar uit voor degene die de vlag van de vlaggenmast van Kijŏng-dong haalt en bij de presidentiële residentie afgeeft.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bron
|