Naar inhoud springen

Vogel- en bloemschildering

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vogels en bloemen (1747) door Hua Yan

Vogel- en bloemschilderingen (traditioneel Chinees: 花鳥畫, vereenvoudigd Chinees: 花鸟画; pinyin: huāniǎo huà) vormen een apart genre in de Chinese schilderkunst. Volgens de Chinese traditie beslaat het genre "bloemen, vogels, vissen en insecten".[a] Ook andere motieven uit de natuur worden tot het genre gerekend, waaronder huisdieren en niet-bloeiende planten. Zoals bij veel vormen van Chinese kunst, ontstond een Japanse variant, kachō-ga (花鳥画) of kachō-e (花鳥絵) genoemd.

Schetsen van vogels en insecten door Huang Quan

Aan het einde van de Tang-periode (begin 10e eeuw) hadden sommige Chinese kunstschilders zich al gespecialiseerd in het schilderen van bamboe, chrysanten en paarden.[1] Gedurende de periode van de Vijf Dynastieën (907-960) werden vogel- en bloemschilderingen populair onder de literati aan het keizerlijk hof. Twee belangrijke vertegenwoordigers van het genre waren Huang Quan (ca. 900–965) en Xu Xi (937–975). Terwijl het werk van Huang werd gekenmerkt door heldere kleuren uitgevoerd in de precieze gongbi-techniek, maakte Xu naam met zijn vogel-en bloemschilderingen in gewassen inkt en kleur, bekend als de mogu-techniek. Later werden ook vogel- en bloemschildering in gewassen inkt populair. Het genre werd steeds gevarieerder en door een verscheidenheid aan schilders gebruikt, van de perfectionistische hofschilders tot de Acht Excentriekelingen van Yangzhou.

De vogel- en bloemmotieven verschenen in de Japanse kunst rond de Muromachiperiode van de 14e eeuw. De Japanse kunstenaars ontwikkelden een eigen stijl. De motieven deden ook hun intrede bij de 18e-eeuws ukiyo-e-houtdrukkunst. In de twintigste eeuw verschenen de motieven ook bij de shin hanga-kunstenaars uit de Meijiperiode.[2] De eerste Japanse kachō-ga-schilderijen verbeeldden krachtige dieren, zoals draken, feniksen en roofvogels, waar de toenmalige machthebbers, de samoerai, van hielden. Toen in Japan de stedelijke cultuur steeds meer opkwam, veranderde de stijl, en werden lieflijke scenes van dieren en bloemen afgebeeld. Bloemen en vogels werden niet alleen vanwege hun schoonheid geliefd, maar ook door hun symboliek.[3]

Er bestaan een aantal populaire motieven binnen het genre van de vogel- en bloemschilderingen. Een bekend voorbeeld zijn de Drie Vrienden van de Winter (歲寒三友), bestaande uit bamboe, de den en de Japanse abrikoos (Prunus mume).[4] Zij staan als groenblijvende planten symbool voor standvastigheid, doorzettingsvermogen en veerkracht.[5] De Vier Edellieden (花中四君子) is een ander bekend motief en omvat bamboe, bloesem van de Japanse abrikoos, orchideeën en chrysanten. Zij vertegenwoordigen de vier seizoenen.[6] Bamboeschilderingen nemen een eigen belangrijke plaats in in de Chinese kunstgeschiedenis en worden doorgaans als een apart genre beschouwd.[7]

Acht bloemen door Qian Xuan[b]
Acht bloemen door Qian Xuan[b]
Vogels in struiken door Lin Liang
Vogels in struiken door Lin Liang
Tros pruimenbloesem door Chen Lu
Tros pruimenbloesem door Chen Lu

Wetenswaardigheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Vincent van Gogh had een aantal houtsneden met Japanse vogel- en bloemschilderingen[8] en gebruikte die als inspiratiebron voor zijn serie vlinderschilderijen.

Belangrijke vertegenwoordigers

[bewerken | brontekst bewerken]
China
Japan


Zie de categorie Bird-and-flower paintings van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.