Naar inhoud springen

Vrijmetselarij in Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Encycloon (overleg | bijdragen) op 27 jan 2020 om 10:00. (Geen interwiki's in broodtekst svp, zie H:LINK)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het Grootsecretariaat van de Orde (GON) in Den Haag, Javastraat 2B

De eerste vrijmetselaarsloge in Nederland dateert van 1734 en is gesticht door Vincent la Chapelle. De loge noemde zich Loge du Grand-Maître des Provinces Unies et du Ressort de la Généralité. Na een wijziging van naam in 1749 naar L’Union en een fusie met loge La Royale ontstond loge L'Union Royale. Dit is de oudste nog operationele vrijmetselaarsloge in Nederland en bevindt zich nog steeds in Den Haag.

Geschiedenis

Op 26 december 1756 sloten een tiental loges zich aan bij de Grote Loge der Zeven Verenigde Nederlanden de voorloper van de hedendaagse Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden.

Nederland heeft ook een vrijmetselaarsorde die toegankelijk is voor mannen en vrouwen. Zij is onderdeel van Le Droit Humain. Deze internationale gemengde orde heeft haar hoofdzetel in Parijs. De eerste gemengde loge in Nederland dateert van 1904.

In 1921 ontstond parallel aan de Orde van Vrijmetselaren de Vereniging van Vrouwen van Vrijmetselaren. Men noemt ze ook wel de vijf V’s. Deze vereniging staat open voor vrouwen van vrijmetselaren die lid zijn van de Orde van Vrijmetselaren, maar is zeer beperkt van omvang. Bovendien ontstond in 1917 de Vereniging van Studerende Kinderen van Vrijmetselaren (VSKV). Deze is echter eind twintigste eeuw weer opgeheven.

Sinds 2016 zijn in Nederland twee loges voor vrouwen actief: eentje in Gouda (Loge de Waterspiegel) en eentje in 's-Hertogenbosch (Loge Danu). Verder kent Nederland ook nog een aanverwante orde voor vrouwen onder de naam Orde van Weefsters Vita Feminea Textura opgericht in 1947. Het is een geheel zelfstandige orde, die werkt in de geest van de vrijmetselarij, maar een andere symboliek hanteert. Zij weven in plaats van metselen. Hun ritualen zijn wel geïnspireerd op die van de vrijmetselarij. Zij kennen ook drie graden zoals de mannen- en gemengde loges. De namen die zij toekennen aan hun graden zijn spinster, weefster en ontwerpster. Zij gebruiken het begrip Grote Ontwerper des Heelals, vergelijkbaar met de Opperbouwmeester des Heelals

Naast deze ordes kent Nederland nog enkele kleine gemengde ordes, zoals het Nederlandsch Verbond van Vrijmetselaren en de Nederlandse Grootloge der Gemengde Vrijmetselarij.

In 2001 had Nederland ongeveer 8200 vrijmetselaren.[1]. Tot 2006 liep het ledental gestaag terug tot rond de 7000 voor alle ordes tezamen. Sindsdien stabiliseert het ledental zich. In grote steden zoals Den Haag en Amsterdam daalt het aantal nog steeds, maar daarbuiten is sprake van een lichte groei.

Organisatie en structuur

Symbolische of basisgraden

Momenteel bestaan er binnen de vrijmetselarij op Nederlandse bodem minstens dertien obediënties (ordes) van vrijmetselaarsloges die drie basisgraden verlenen:

'Vervolgpaden' of 'andere obediënties'

Er bestaan binnen de Nederlandse vrijmetselarij minstens vijftien 'andere obediënties' ook wel 'vervolgpaden' genoemd, die slechts open staan voor Meester-vrijmetselaren. Men kent daarbinnen ook graden/inwijdingen, waarin aspecten van de drie vrijmetselaars-basisgraden verder worden uitgewerkt.

Referenties

  1. Pieyns, René, Het rijke maçonnieke leven: deel 3 - de universele vrijmetselarij, Fonds Marcel Hofmans, Brussel, 2001

Zie ook