Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Gielie1994(overleg | bijdragen) op 22 feb 2020 om 22:14.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
De wereldbeker veldrijden 2020-2021 is het 28ste seizoen van het regelmatigheidscriterium in het veldrijden. De wereldbeker wordt georganiseerd door Flanders Classics onder auspiciën van de Internationale Wielerunie (UCI) en kan gezien worden als het belangrijkste regelmatigheidscriterium in het veldrijden. Het is tevens de meest internationale en heeft in het seizoen 2020-2021 veertien crossen.
De wereldbeker bestaat uit de volgende categorieën:
Mannen elite: 23 jaar en ouder
Vrouwen elite: 19 jaar en ouder
Mannen beloften: 19 t/m 22 jaar
Mannen junioren: 17 t/m 18 jaar
Vrouwen junioren: 17 t/m 18 jaar
Voor de vrouwen beloften (19 t/m 22 jaar) is geen aparte categorie. Zij nemen deel aan de vrouwen elite categorie. Er wordt wel een wereldbekerklassement opgemaakt en per wereldbekerwedstrijd een aparte podiumceremonie georganiseerd voor de vrouwen beloften.
Puntenverdeling
Punten worden toegekend aan alle crossers die in aanmerking komen voor wereldbeker-punten. De top vijfentwintig per categorie ontvangt punten aan de hand van de volgende tabel:
Puntenverdeling
Positie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Punten
40
30
25
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Voor de categorieën mannen U23, mannen junioren en vrouwen junioren, worden alleen de beste 4 resultaten per renner in aanmerking genomen voor het wereldbekerklassement.[1]
NB: Alleen de 4 beste resultaten van elke renner worden in aanmerking genomen voor het eindklassement van de wereldbeker (zie tussen haakjes de resultaten die niet zijn meegerekend voor het eindklassement).
Vrouwen beloften
Hoewel de vrouwen beloften deelnemen aan dezelfde races als de elite-categorie, hebben de vrouwen beloften hun eigen algemeen klassement en per wereldbekerwedstrijd een aparte podiumceremonie.
NB: Alleen de 4 beste resultaten van elke renner worden in aanmerking genomen voor het eindklassement van de wereldbeker (zie tussen haakjes de resultaten die niet zijn meegerekend voor het eindklassement).
NB: Alleen de 4 beste resultaten van elke renner worden in aanmerking genomen voor het eindklassement van de wereldbeker (zie tussen haakjes de resultaten die niet zijn meegerekend voor het eindklassement).
Reglementen
Startquota
Mannen elite/vrouwen elite
De beste vijftig renners en rensters in de UCI-ranking zijn startgerechtigd in de wereldbeker met een maximum van 12 renners per land. Alle landen die minder dan acht startgerechtigde renners hebben, mogen hun team aanvullen tot acht renners. Verder gelden de volgende casussen per land:
#Top 50 renners
Startgerechtigd
6
6 best gerangschikte rijders + 2 rijders naar keuze
7
7 best gerangschikte rijders + 1 rijder naar keuze
8
8 best gerangschikte rijders + 1 rijder naar keuze
9
8 best gerangschikte rijders + 2 rijders naar keuze
10
8 best gerangschikte rijders + 3 rijders naar keuze
11 of meer
8 best gerangschikte rijders + 4 rijders naar keuze
Voor de vrouwenwedstrijd krijgt elke nationale federatie die 8 of meer rijdsters inschrijft, 2 extra startplekken voor onder 23 rijdsters.
Wedstrijdduur
De wedstrijdduur van een wereldbekerveldrit moet trachten zo dicht mogelijk in de buurt te komen van onderstaande tijdspannen[2]:
Categorie
Tijd
Mannen elite
60 minuten
Vrouwen elite
50 minuten
Mannen beloften
50 minuten
Mannen junioren
40 minuten
Vrouwen junioren
40 minuten
Startvolgorde
De startvolgorde van een wereldbekerwedstrijd is als volgt:
Top 8 wereldbekerklassement (uitgezonderd de 1e wereldbeker)
Top 50 UCI ranking veldrijden
Startplekken 25-32 zijn gereserveerd voor rijders uit de top 50 van de UCI wegwielrennen of UCI mountainbike ranking.
Niet gerangschikte renners (buiten top 50 UCI rankings): per land in rotatie (o.b.v. het landenklassement van het laatste WK).
Prijzengeld
In onderstaande tabel vindt u de verdeling van het prijzengeld per categorie[3][4]:
Pos.
Per cross
Algemeen klassement
Mannen elite
Vrouwen elite
Mannen U23
Mannen junioren
Vrouwen junioren
Mannen elite
Vrouwen elite
1.
€ 5.000
€ 5.000
€ 175
€ 150
€ 150
€ 30.000
€ 30.000
2.
€ 3.500
€ 3.500
€ 120
€ 100
€ 100
€ 20.000
€ 20.000
3.
€ 3.000
€ 3.000
€ 90
€ 70
€ 70
€ 16.000
€ 16.000
4.
€ 2.700
€ 2.700
€ 70
€ 60
€ 60
€ 14.000
€ 14.000
5.
€ 2.500
€ 1.400
€ 60
€ 50
€ 50
€ 12.000
€ 12.000
6.
€ 2.000
€ 2.000
€ 50
€ 50
€ 50
€ 10.000
€ 10.000
7.
€ 1.800
€ 1.800
€ 50
€ 50
€ 50
€ 9.000
€ 9.000
8.
€ 1.600
€ 1.600
€ 50
€ 40
€ 40
€ 8.000
€ 8.000
9.
€ 1.400
€ 1.400
€ 50
€ 40
€ 40
€ 7.000
€ 7.000
10.
€ 1.200
€ 1.200
€ 50
€ 40
€ 40
€ 6.000
€ 6.000
11.
€ 1.000
€ 1.000
€ 30
€ 30
€ 30
€ 5.000
€ 5.000
12.
€ 900
€ 360
€ 30
€ 30
€ 30
€ 4.000
€ 4.000
13.
€ 850
€ 340
€ 30
€ 30
€ 30
€ 3.000
€ 3.000
14.
€ 800
€ 320
€ 30
€ 30
€ 30
€ 3.000
€ 3.000
15.
€ 750
€ 300
€ 30
€ 30
€ 30
€ 2.000
€ 2.000
16.
€ 700
€ 280
€ 20
–
–
€ 2.000
€ 2.000
17.
€ 650
€ 260
€ 20
–
–
€ 1.000
€ 1.000
18.
€ 600
€ 240
€ 20
–
–
€ 1.000
€ 1.000
19.
€ 550
€ 200
€ 20
–
–
€ 1.000
€ 1.000
20.
€ 500
€ 200
€ 20
–
–
€ 1.000
€ 1.000
21-30
€ 450
€ 160
–
–
–
–
–
31-40
€ 300
–
–
–
–
–
–
Totaal
€ 39.500
€ 29.820
€ 1.015
€ 800
€ 800
€ 155.000
€ 155.000
Rood gearceerde tekst: verhoging prijzengeld t.o.v. voorgaand seizoen