Wereldkampioenschap snooker 2015

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het wereldkampioenschap snooker 2015 vond plaats van 18 april tot en met 4 mei 2015 in het Crucible Theatre in Sheffield, Engeland. De Engelsman Mark Selby was de titelverdediger. Hij verloor in de tweede ronde met 13-9 van debutant Anthony McGill. Stuart Bingham werd voor het eerst wereldkampioen, nadat hij aan het toernooi begon als 50-1 underdog.[1]

Prijzenpot[bewerken | brontekst bewerken]

De totale prijzenpot ging in vergelijking met een jaar eerder omhoog van £ 1.214.000,- naar £ 1.364.000,-.[2]

  • Winnaar: £ 300.000,-
  • Finalist: £ 125.000,-
  • Halvefinalist: £ 60.000,-
  • Kwartfinalist: £ 30.000,-
  • Laatste 16: £ 20.000,-
  • Laatste 32: £ 12.000,-
  • Laatste 48: £ 9.000,-
  • Laatste 80: £ 6.000,-
  • Hoogste break: £ 10.000,-
  • Hoogste break (kwalificatie): £ 1.000,-

Hoofdtoernooi[bewerken | brontekst bewerken]

  eerste ronde
best of 19 frames
tweede ronde
best of 25 frames
kwartfinale
best of 25 frames
halve finale
best of 33 frames
finale
best of 35 frames
                                               
 Vlag van Engeland Mark Selby (1) 10  
 Vlag van Noorwegen Kurt Maflin 9  
   Vlag van Engeland Mark Selby (1) 9  
   Vlag van Schotland Anthony McGill 13  
 Vlag van Schotland Stephen Maguire (16) 9
 Vlag van Schotland Anthony McGill 10  
   Vlag van Schotland Anthony McGill 8  
   Vlag van Engeland Shaun Murphy (8) 13  
 Vlag van Engeland Joe Perry (9) 10  
 Vlag van China Zhang Anda 4  
   Vlag van Engeland Joe Perry (9) 5
   Vlag van Engeland Shaun Murphy (8) 13  
 Vlag van Engeland Shaun Murphy (8) 10
 Vlag van Finland Robin Hull 3  
   Vlag van Engeland Shaun Murphy (8) 17  
   Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 9  
 Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 10  
 Vlag van Engeland Matthew Selt 9  
   Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 13
   Vlag van Noord-Ierland Mark Allen (12) 11  
 Vlag van Noord-Ierland Mark Allen (12) 10
 Vlag van Wales Ryan Day 3  
   Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 13
   Vlag van Australië Neil Robertson (4) 12  
 Vlag van Engeland Ali Carter (13) 10  
 Vlag van Schotland Alan McManus 5  
   Vlag van Engeland Ali Carter (13) 5
   Vlag van Australië Neil Robertson (4) 13  
 Vlag van Australië Neil Robertson (4) 10
 Vlag van Wales Jamie Jones 2  
 Vlag van Engeland Shaun Murphy (8) 15
 Vlag van Engeland Stuart Bingham (10) 18
 Vlag van China Ding Junhui (3) 10  
 Vlag van Engeland Mark Davis 7  
   Vlag van China Ding Junhui (3) 13  
   Vlag van Schotland John Higgins (14) 9  
 Vlag van Schotland John Higgins (14) 10
 Vlag van Engeland Robert Milkins 5  
   Vlag van China Ding Junhui (3) 4  
   Vlag van Engeland Judd Trump (6) 13  
 Vlag van Hongkong Marco Fu (11) 10  
 Vlag van Engeland Jimmy Robertson 6  
   Vlag van Hongkong Marco Fu (11) 5
   Vlag van Engeland Judd Trump (6) 13  
 Vlag van Engeland Judd Trump (6) 10
 Vlag van Engeland Stuart Carrington 6  
   Vlag van Engeland Judd Trump (6) 16
   Vlag van Engeland Stuart Bingham (10) 17  
 Vlag van Engeland Ricky Walden (7) 8  
 Vlag van Schotland Graeme Dott 10  
   Vlag van Schotland Graeme Dott 5
   Vlag van Engeland Stuart Bingham (10) 13  
 Vlag van Engeland Stuart Bingham (10) 10
 Vlag van Engeland Robbie Williams 7  
   Vlag van Engeland Stuart Bingham (10) 13
   Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (2) 9  
 Vlag van Wales Mark Williams (15) 2  
 Vlag van Wales Matthew Stevens 10  
   Vlag van Wales Matthew Stevens 5
   Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (2) 13  
 Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (2) 10
 Vlag van Engeland Craig Steadman 3  

Finale[bewerken | brontekst bewerken]

In de finale, geleid door de Belg Olivier Marteel, nam Shaun Murphy tegen Stuart Bingham een 3-0-voorsprong. Laatstgenoemde maakte daarop de eerste break van 100+ in de wedstrijd en won ook het volgende frame. Murphy vergrootte daarop het gat tot 4-2, maar aan het einde van de eerste sessie was de stand weer gelijk: 4-4. Na een pauze liep Murphy opnieuw bij zijn tegenstander weg door vier frames op rij te winnen. In twee daarvan maakte hij zíjn eerste en tweede break van 100+ in de finale. Bingham won vier van de volgende vijf frames en beperkte daarmee zijn achterstand bij de volgende pauze tot één: 9-8. Na ook de eerste vier frames van de derde sessie te winnen, stond hij voor het eerst in de wedstrijd op voorsprong: 9-12. Dit verschil hield Bingham tot aan de derde pauze intact: 11-14. De spelers deelden de eerste twee frames van de laatste sessie (12-15), waarna Murphy op zijn beurt een achterstand overbrugde en terugkwam tot 15-15. Bingham wist frame 31, dat meer dan een uur duurde, uit het vuur te slepen, waarna hij ook de volgende twee won en zich tot wereldkampioen kroonde.

De finale bevatte zes century-breaks. Hiervan maakte Bingham er vier, waaronder de hoogste in frame dertien: 123 punten.

Century breaks[bewerken | brontekst bewerken]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • In de kwalificaties sneuvelden drie voormalig wereldkampioenen: Peter Ebdon, Steve Davis en Ken Doherty. Graeme Dott (wereldkampioen 2006) wist zich wel via de kwalificaties te plaatsen.
  • Kurt Maflin, Anthony McGill, Stuart Carrington en Craig Steadman plaatsten zich voor het eerst voor het wereldkampioenschap.
  • Verdedigend wereldkampioen Mark Selby sneuvelde in 2015 in de tweede ronde. Hiermee viel hij als zestiende speler ten prooi aan wat bekendstaat als The Crucible Curse. Die houdt in dat sinds het WK in 1977 naar het Crucible Theatre verhuisde, er nooit iemand een tweede wereldtitel won in het jaar direct na zijn eerste.
  • In het toernooi werden in totaal 86 century breaks gemaakt, een record. Het vorige record (83) stamde uit 2009.