Zwartpurperen russula
| Zwartpurperen russula | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Russula atropurpurea (Krombholz) Britzelmayr (1845) | |||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||
Zwartpurperen russula op  Wikispecies
| |||||||||||||
| |||||||||||||
De zwartpurperen russula (Russula atropurpurea) is een paddenstoel uit de familie Russulaceae. Het heeft een - zoals de naam al doet vermoeden - donkerpaarse kleur. De soort groeit in symbiose met bladverliezende bomen zoals beuken en met coniferen en komt voor in naald- en loofbossen. Vooral in de herfst en soms in de late zomer is de soort te spotten.
De soort werd in 1845 omschreven als Agaricus atropurpureus door de Duitse natuuronderzoeker Von Krombholz. Door de mycoloog Britzelmayr werd het in 1893 heringedeeld en geplaatst in het geslacht Russula. De zwartpurperen russula wordt ook wel aangeduid als Russula krombholzii (vernoemd naar de oorspronkelijke ontdekker van de soort) en Russula undulata (het Latijnse woord "undulata" betekent "golvend").
De hoed van de paddenstoel is 4 tot 10 centimeter in diameter. Het heeft een rood-paarsachtige kleur, met een donker en soms bijna zwart middelpunt. De hoed is eerst nog bolvormig, maar wordt steeds platter. In het midden heeft het vaak een klein kuiltje. De kleur kan ook iets lichter of meer geel getint zijn. De steel is stevig, wit van kleur en wordt met de jaren grijzer. De lamellen zijn wit van kleur, net als de spore-afdruk. De zwartpurperen russula komt voor in noordelijke gebieden in Europa, Azië en Amerika. Het is mycorrhiza met eik, waar het het liefst mee samen gaat.
De paddenstoel is eetbaar.
Zie ook
- Ewald Gerhardt (2006). De grote paddenstoelengids voor onderweg. Tirion natuur, ISBN 90 5210 993 1