Naar inhoud springen

Bladspiegel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De bladspiegel van een linkerpagina

De bladspiegel van een (gedrukte) pagina is de indeling van die pagina, bekeken als de verhouding tussen de zetspiegel (het bedrukte gedeelte, a in de afbeelding) en de marges (onbedrukte witranden, b).

Het aanzien van de bladspiegel wordt bepaald door een aantal elementen, waarvan de belangrijkste zijn:

  • de omvang van de zetspiegel: Er kan een relatief groot gedeelte van de papieroppervlakte aan de marges worden besteed, of de druk kan zuiniger zijn, en juist veel plaats inruimen voor de zetspiegel; bij gelijkblijvende lettergrootte bevat een pagina dan meer woorden.
  • de positionering van de zetspiegel: De marges kunnen min of meer gelijk aan elkaar zijn, maar er kan ook een bijzondere, vaak opvallende marginering worden gekozen; een van de marges wijkt dan bijvoorbeeld opvallend af in grootte.
  • het gebruik van de marges: Soms worden de marges niet wit gelaten, maar bevatten zij commentaar (glossen), of zijn er de bijschriften bij illustraties in opgenomen.
  • afloop: bij illustraties wordt soms tot aan de rand van het papier gedrukt (c in de afbeelding), zodat er bij het illustratiegedeelte van de bladspiegel geen marge meer is; op die plaats is er "aflopende" druk op de bladspiegel.

Handschriftkunde

[bewerken | brontekst bewerken]

In de grafologie wordt aan de bladspiegel ook soms aandacht geschonken, omdat die ook iets van de persoonlijkheid zou weergeven. Laat men veel witruimte tussen de regels; gebruikt men kleine marges; is de linkermarge onevenwichtig groter of kleiner dan de rechtermarge; versmallen of verbreden de marges naarmate men lager op het blad komt enz.