Angelicazuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Angelicazuur
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van angelicazuur
Algemeen
Molecuulformule C5H8O2
IUPAC-naam (2)-2-methylbut-2-eenzuur
Molmassa 100,12 g/mol
SMILES
C/C=C(/C)\C(=O)O
InChI
1S/C5H8O2/c1-3-4(2)5(6)7/h3H,1-2H3,(H,6,7)/b4-3-
CAS-nummer 565-63-9
PubChem 643915
Wikidata Q903353
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Smeltpunt 45,5 °C
Kookpunt 185 °C
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Angelicazuur is een onverzadigd carbonzuur. Het is de Z- of trans-isomeer van 2-methyl-2-buteenzuur. Bij kamertemperatuur is het een vluchtige, kristallijne vaste stof met een prikkelende geur.

Het E- of cis-isomeer van angelicazuur wordt tiglinezuur genoemd. Tiglinezuur kan door middel van isomerisatie omgezet worden in angelicazuur.[1]

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Angelicazuur komt als ester voor in de wortels van de grote engelwortel (Angelica archangelica), waaraan het zuur zijn naam heeft ontleend. Het werd er voor het eerst uit geïsoleerd door de Duitser Ludwig Andreas Buchner (1813–1897) in 1842.[2] Het komt ook voor in andere planten van de schermbloemenfamilie.

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Esters van angelicazuur, zogenaamde angelaten, worden gebruikt in kruidengeneeskunde en aromatherapie, en in parfumcomposities.