De dure beul

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De dure beul is een volksverhaal uit Nederland.

Het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Lang geleden had Dokkum een rechtbank maar geen beul. Er worden niet vaak lijfstraffen gegeven, dus er is niet genoeg werk. Als er iets moet gebeuren, laat men iemand uit Leeuwarden komen. Die neemt eigen gereedschap mee. Dit kost de rechtbank van Dokkum handenvol geld. De beul rekent het dubbele tarief voor beulswerk en gaat onderweg menige herberg binnen en de kosten zet hij op rekening van de rechtbank.

Op een dag wordt er een dief voor het gerecht gebracht, hij wordt veroordeeld tot geseling en brandmerken. Het stadsbestuur van Dokkum ziet tegen de kosten op en vergadert lang, maar ze komen er niet uit. Dan zegt een wethouder dat ze de dief beter zelf naar Leeuwarden kunnen laten gaan. Ze geven hem vijfentwintig gulden mee voor de beul en zo besparen ze een hoop geld. De dief wordt gehaald en ze vragen of hij hier genoegen mee wil nemen.

De dief vertrekt meteen, of hij zich heeft laten straffen is onbekend.

Achtergronden[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het is bewerkt naar It rjocht wil stean uit De ring fan it ljocht van Y. Poortinga.
  • Verhalen over groepen domme streekgenoten komen in heel Nederland voor. In elke streek is een andere plaats het mikpunt. Ook in andere landen zijn deze verhalen bekend;