Dichtbloemige duivenkervel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dichtbloemige duivenkervel
Dichtbloemige duivenkervel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Orde:Ranunculales
Familie:Papaveraceae (Papaverfamilie)
Geslacht:Fumaria (Duivenkervel)
Soort
Fumaria densiflora
DC.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Dichtbloemige duivenkervel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Dichtbloemige duivenkervel (Fumaria densiflora DC., synoniem Fumaria micrantha LAG.) is een eenjarige plant uit de papaverfamilie.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Bloeiperiode van mei tot september. (In Israël van januari tot mei.)

De plant lijkt op gewone duivenkervel. De stengels zijn vrij stevig, meestal rechtopstaand, heen en weer gebogen, en vertakt. De bladeren zijn 2- of 3-voudig geveerd, de deelblaadjes zijn lijnvormig en gootvormig verdiept. De bloemen zijn klein, roze met een rood-zwarte top en 5–7 mm lang, en staan in eindelingse, dichtbloemige trossen, die veel langer dan de stelen zijn. De schutbladen zijn langer dan de bloemsteeltjes. De kelkbladen zijn bijna cirkelrond en hebben een gave rand of tanden aan de voet, breder dan de bloemkroonbuis en half zo lang als de bloemkroon. Vrucht is een eenzadige dopvrucht. De rijpe, droge vruchten zijn ruw en 2-2,5 mm lang, bijna bolrond, stomp, met 2 ronde groefjes.

Standplaatsen[bewerken | brontekst bewerken]

Zonnige, open plaatsen op vrij droge tot vochthoudende, matig voedselrijke, kalkrijke of goed gedraineerde grond (zand en stenige grond) in akkers (zomergraanakkers en hakvruchten), moestuinen, puinhopen en braakliggende grond.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De plant komt voornamelijk voor in West-Europa (Frankrijk en Spanje), Zuid-Europa (Italië en Griekenland), Noord-Afrika (Marokko en Egypte) en West-Azië (Israël), en is ook ingeburgerd in Groot-Brittannië en Zuid-oost Australië.[1] In Nederland zijn er slechts enkele meldingen, bij Bolsward, Utrecht, Den Bosch en in de Nieuw-Neuzenpolder.[2] In België is de plant zeer zeldzaam en verder achteruitgaand, maar is desondanks niet wettelijk beschermd.