Gebruiker:Ranzor/Werkpagina3

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Operatie Barbarossa
Onderdeel van Tweede wereldoorlog (Oostfront)
Ranzor/Werkpagina3
Datum 22 juni - 25 juni 1941
Locatie Litouwen
Resultaat Duitse overwinning
Strijdende partijen
Vlag van Duitsland Duitsland Sovjet-Unie
Leiders en commandanten
Vlag van Duitsland Wilhelm von Leeb F.I.Kuznetsov
Troepensterkte
6de Pantserdivisie
xx xxx man
239 tanks
2de Tankdivisie
31 975 man
651 tanks
Verliezen
licht 31 575 doden of krijgsgevangenen
650 tanks verloren

Het 9e Leger (Duits: 9. Armee) was een onderdeel van de Wehrmacht in de Tweede Wereldoorlog. Het werd opgericht op 15 mei 1940 en capituleerde op 9 mei 1945. Het leger vocht aan het westfront tijdens de inval in Frankrijk. Tijdens de geplande invasie in Groot-Brittannië zou het leger een belangrijk aandeel krijgen. Na de annulatie van de invasie werd het leger naar het oosten verplaatst. Aan het oostfront nam het leger deel aan alle grote veldslagen aan het centrale deel van het front. Op het einde van de oorlog stak het 9e leger de Elbe over en gaf zich over aan de Amerikanen.

1940 : inval in Frankrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Fall Rot[bewerken | brontekst bewerken]

Het 9e leger werd op 15 mei 1941 opgericht. Het bestond voornamelijk uit reserve-divisies en het vormde de strategische reserve van Legergroep A tijdens de opmars naar het Kanaal. Tijdens de aanval op Frankrijk vocht het 9e leger aan het centrale gedeelte van het front. Op 5 juni 1941 vestigde het leger na hevige gevechten een bruggenhoofd over het Oise-Aisne kanaal. Op 13 juni 1941 bereikte de voorhoede de Marne en daarna werd het een relatief gemakkelijke opmars naar het zuiden. Op 17 juni staken ze ten noorden van Nevers de Loire over en enkele dagen later capituleerde Frankrijk.

Op 2 juli 1941 kreeg het 9e leger bevel om zich naar de Kanaalkust te begeven.

Operatie Zeeleeuw[bewerken | brontekst bewerken]

1941 : operatie Barbarossa[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens operatie Barbarossa, de Duitse inval in de Sovjet-Unie, vormde het 9e leger, bestaande uit negen infanteriedivisies, de linkervleugel van Legergroep Centrum. Generaal Strauss moest in het spoor van de tanks van Pantsergroep 3 oprukken naar Moskou. Voor de Duitsers waren de eerste drie weken van operatie Barbarossa een herhaling van hun campagne tegen Polen en de aanval op Frankrijk. Gesteund door de Luftwaffe braken de pantserdivisies zonder problemen door de grensverdediging. De lokale tegenaanvallen waren te zwak om generaal Strauss te verontrusten. Op 29 juni 1941 ontmoette de voorhoede van het 9e leger ten westen van Bialystok het Duitse 4e leger, dat vanuit het zuiden kwam. Drie legers van het Westelijke Front waren omsingeld in twee grote pockets ten westen van Minsk. terwijl de tanks zich hergroepeerden en verder naar het oosten oprukten, begonnen de drie korpsen van het 9e leger met de vernietiging van de omsingelde eenheden. Op 8 juli 1941 hadden het 4e leger en het 9e leger de laatste verzetshaarden in de pocket gebroken. Bij de gevechten rond Minsk verloren de Sovjets 288 000 man en 1 400 tanks.

De Duitsers hervatten hun opmars naar Moskou. Bij Smolensk werden opnieuw vijf legers omsingeld, maar deze keer was de omsingeling niet hermetisch afgesloten. De tanks waren te snel opgerukt en de tragere divisies van het 9e leger hadden de pantserdivisies niet kunnen volgen. Sommige van de omsingelde troepen konden naar het oosten ontsnappen. Het duurde tot 9 augustus tot de omsingelde troepen waren verslagen. Bij Smolensk verloor het Rode Leger 310 000 man en 2 000 tanks.

Terwijl de pantserdivisie naar Leningrad en Kiev werden gestuurd, nam het 9e leger een defensieve stelling in.

Slag om Moskou[bewerken | brontekst bewerken]

operatie Taifoen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 5 december 1941 begon het tegenoffensief van het Rode Leger. Over de gehele lengte van het front vielen de Sovjetlegers de Duitse stellingen aan. Het 9e leger werd aangevallen door twee legers van het Kalininfront. Het 29ste leger viel ten westen van Kalinin aan en het 31ste leger ten zuidoosten van Kalinin. De Duitse verdediging hield stand, maar generaal Strauss moest zijn reserves inzetten. De aanvallen verhinderden dat hij het 3de Pantserleger ter hulp kon komen.

Generaal Strauss verzocht toestemming om Kalinin op te geven en zich terug te trekken naar Rzhev om de frontlijn te verkorten, maar het Duitse opperbevel weigerde. Terwijl de temperatuur verder daalde tot -20°C, bleven de Sovjets aanvallen. Siberische divisies, die gewend waren aan de koude, infiltreerden de Duitse posities en liepen verscheidene stellingen onder de voet. Het 9e leger verdedigde niet langer een ononderbroken frontlijn, maar een netwerk van afzonderlijke posities. De sneeuwstormen bemoeilijkten de gevechten en ze gaven de Duitsers een adempauze.

Op 15 december kreeg generaal Strauss toestemming om zijn leger terug te trekken naar Staritsa. Het 9e leger ontruimde Kalinin. Voorraden werden vernietigd, bruggen opgeblazen en de Duitsers plaatsten explosieven op de belangrijke kruispunten. Grote delen van de stad werden in brand gestoken. Het 9e leger trok zich slechts langzaam terug zodat de divisies als gevechtseenheden bleven functioneren. De Duitse troepen kregen echter geen rust, want de legers van het Kalininfront bleven de terugtrekkende troepen bestoken. Ze slaagden er echter niet in om ergens een doorbraak te forceren.

Op de ochtend van 21 december bevond de frontlijn is halverwege tussen Kalinin en Staritsa. Generaal Strauss wilde zijn leger verder terugtrekken naar de zogenaamde K-linie, die van Rhzev naar Orel liep. Op deze linie waren Duitse genie-eenheden begonnen met de bouw van bunkers en andere versterkingen. In Staritsa waren er geen versterkingen aangelegd. Er bevonden zich ook geen rivieren of heuvels, die gemakkelijk te verdedigen waren. Het was een plek op de kaart. De nieuwe commandant van Legergroep Centrum, veldmaarschalk von Kluge, eiste dat het 9e leger deze plaats verdedigde.

Dezelfde dag zette het 39ste leger de aanval in op de linkerflank van het 9e leger. De uitgeputte troepen van generaal Strauss werden nu aangevallen door drie legers van het Kalininfront. De nieuwe aanval dreigde de linkerflank te omsingelen en de rest van het leger af te snijden van Rhzev. Gedurende de volgende dagen daalde de temperatuur nog verder. De vliegtuigen van de Luftwaffe konden niet langer opstijgen wegens het gure winterweer. Motoren moesten continu blijven draaien, want anders bevroor de olie. Vet in de geweren verhardde zodat de wapens onbruikbaar werden en honderden soldaten hadden bevriezingsverschijnselen. De gevechtskracht van het 9e leger nam af. De 6e infanteriedivisie telde nog maar 4000 soldaten en de bataljons van de 26ste infanteriedivisie hadden nauwelijks de sterkte van een compagnie.

Het Kalininfront voerde de druk op en het 39ste leger drong het 6de korps terug naar Staritsa. Er ontstond een gevaarlijke bres in het front ten westen van Rhzev. Ten westen van de bres bevond zich het 23ste korps, dat nog steeds de bovenstroom van de Wolga verdedigde tot aan Ostashkov. Het 27ste Korps hield stand tussen Staritsa en de Lama. De Sovjets probeerden de spoorweg Rhzev-Vyazma te bereiken bij Sychevka. Als dat lukt, was de bevoorradingslijn van het 9e leger afgesneden.

1942 : Slag om Rzjev[bewerken | brontekst bewerken]

Op 1 januari 1942 beval Adolf Hitler dat het 9e leger moest standhouden waar ze zich bevonden en de bres bij Rhzev te dichten. Toen luitenant-generaal von Gablenz, commandant van het 23ste Korps, en generaal Förster, commandant van het 6de Korps, bezwaren maakten tegen deze opdracht, werden ze ontslagen.

Ondertussen vergrootte het 39ste leger de bres ten westen van Rzhev. Een poging om de bres te dichten met een SS-Cavaleriebrigade mislukte en vier Sovjetdivisies stroomden in de richting van het strategische verkeersknooppunt. Het Kalininfront breidde zijn offensief uit en wierp het 22ste leger in de aanval. Dit leger brak nabij Ostashkov door de Duitse verdediging. Daarna werden alle verbindingen met het 23ste Korps verbroken. Het front van het 9e leger verbrokkelde en generaal Strauss had geen greep meer op zijn eenheden. Kleine groepen Sovjetsoldaten glipten door de linies. Ook de bevoorrading begon te haperen, want sneeuw versperde de spoorwegen en de wegen waren onbegaanbaar.

Op 12 januari bombardeerden Sovjetvliegtuigen het spoorwegknooppunt bij Sychevka, waar zich ook het hoofdkwartier van het 9e leger bevond. Het 39ste leger rukte verder op naar Sychevka. De volgende dag viel het 11e Cavalerie Korps het spoorwegstation aan. Generaal Strauss verplaatste zijn hoofdkwartier naar Vyazma. Hij vroeg nogmaals toestemming om zijn korpsen verder terug te trekken, want er Er bevonden zich nu reeds drie legers van het Kalininfront in de achterhoede van het 9e leger. Het 39ste leger viel Sychevka aan, een cavaleriekorps rukte op in de richting van Vyazma en het 22ste leger bevond zich in de buurt van Belyi. Opnieuw weigerde Adolf Hitler.

Ondertussen maakten generaal Strauss en veldmaarschalk von Kluge ruzie over de positie van het 23ste Korps. Toen de veldmaarschalk rechtstreeks bevelen stuurde naar het 23ste Korps nam generaal Strauss ziekteverlof en op 14 januari werd hij vervangen door generaal Walter Model. De belangrijke spoorweg Vyazma - Rzhev kwam onder vuur te liggen en de bevoorrading vertraagde nog meer.

De energieke Model toog onmiddellijk aan het werk om de bres bij Rzhev te sluiten. Hij bezocht de verschillende hoofdkwartieren. Als versterking kreeg hij de 1ste pantserdivisie en de 2de SS-divisie Das Reich. Op 21 januari begon de aanval van Rhzev naar het westen. De volgende dag bereikte de voorhoede het 23ste Korps.

Begin februari 1942 had het front zich gestabiliseerd. Ten noorden van het 9e leger gaapte een gat van meer dan 100 kilometer in het front. Zelfs generaal Model besefte dat het niet mogelijk was om deze bres te dichten. Gelukkig voor de Duitsers bevonden zich nauwelijks begaanbare wegen tussen Ostahkov en Toropets waardoor het Kalininfront de doorgebroken eenheden moeilijk konden bevoorraden. Generaal Model besloot de doorgebroken Sovjetlegers te vernietigen voordat ze zich konden hergroeperen.

The breach west of Rzhev was two weeks old, and three large Soviet formations, Thirty-ninth Army, Twenty-ninth Army, and the XI Cavalry Corps, had already passed through. Thirty-ninth Army was engaged at Sychevka, XI Cavalry Corps was aiming for Vyazma, and Twenty-ninth Army was inside the gap, southwest of Rzhev.67 Fortunately for the Germans, the Soviet commands were, as the Ninth Army staff observed, "almost lamentably slow" in exploiting the breakthrough.68 They appeared to be having supply troubles and heavy casualties from the cold and to be short on initiative and experience at all levels. Although the Russians were within four to six miles of the Vyazma-Rzhev railroad over the whole stretch from Sychevka to Rzhev, they did less to stop traffic on the line than the snow and cold did. At Sychevka, 1st Panzer Division, brought in from Third Panzer Army, acquired enough elbowroom in two days to raise the possibility of a subsidiary thrust northwest to XXIII Corps. At 1030 on the 21st the temperature was -42° F. The VI Corps, which was to begin the attack west from Rzhev the next day, asked for a 24-hour postponement because of the weather and because the unit from which it expected the most, the SS Division "Das Reich," still had parts scattered all the way back into the Fourth Panzer Army area. The army staff was disposed to take the request "under serious consideration," but Model decided to hold to the schedule and later in the day also turned down a proposal to reduce the objectives. At the start the next morning he was in Rzhev until full daylight and from then on hedgehopped along the front in a light plane, landing at command posts and looking for "hot spots" where he made it a point to appear in person to lend encouragement "in word and deed."69 Taking the enemy by surprise, the attack got off to a fast start in clear weather with well-directed air support and with some tanks, and more self-propelled assault guns, whose crews managed to keep their machines running in spite of the cold. The short winter's day ended before the XXIII Corps and VI Corps spearheads pushing along the Volga River were in sight of each other, but in the morning a company of the 189th Self-propelled Assault Gun Battalion shot its way across the remaining several miles to make the contact shortly after 1200, and Ninth Army had a continuous front again.70 Konev countered, however, by ordering General Eremenko to speed up Fourth Shock Army's drive south from Toropets.71 The closing of the Rzhev gap was the brightest event thus far in Army Group Center's dismal winter, and it would bring Model a promotion to Generaloberst and an oak-leaf cluster to his Knight's Cross of the Iron Cross. But it was for the moment also the only assured accomplishment of the retreat to the K-Line. Off the Ninth Army left flank, where no front existed at all over a hundred-mile stretch on either side of the Army Group Center-Army Group North boundary, Fourth Shock Army was pushing south from Toropets toward Velizh sixty miles north of Smolensk. Closer in on the Ninth Army flank, Twenty-second Army was bearing toward Belyy behind XXIII Corps. Between Fourth Panzer Army and Fourth Army, Soviet units were pouring through the gap and disappearing into the wide expanse of forest south and west of Vyazma.

1943 : operatie Citadel[bewerken | brontekst bewerken]

Begin 1943 vertoonde de frontlijn een kronkelig verloop. Bij Demjansk en Rzhev bevonden zich twee enorme uitstulpingen, die voortdurend gevaar liepen om te worden afgesneden. Na de succesvolle ontruiming van de Demjansk-saillant door het 16e leger was het de beurt aan het 9e leger. Op 1 maart 1943 ging operatie Buffel van start. Gedurende drie weken meer dan 30 divisies van het Duitse 4e leger en het 9e leger zich terug. Rzhev, Gzjatsk en Vasjma werden volgens plan opgegeven. Gedurende de voorbije jaren was er zwaar gevochten om deze plaatsen en nu werden ze zonder strijd door de Wehrmacht opgegeven. De terugtocht verraste de Sovjets en hierdoor konden de Duitse eenheden relatief ongehinderd terugtrekken. Op 23 maart was de gehele Rzhev-saillant ontruimd. Na de ontruiming was de frontlijn met 350 kilometer verkort en dat had Legergroep Midden een besparing van 14 divisies opgeleverd.

Slag om Koersk[bewerken | brontekst bewerken]

Het Duitse 9e leger vormde de noordelijke tang voor de aanval op Koersk. Generaal Model had de beschikking over vijf legerkorpsen. Het 47ste pantserkorps, bestaande uit 3 pantser- en één infanteriedivisie vormde de centrale aanvalsmacht. De linkerflank werd beschermd door het 41ste pansterkorps (één pantser- en twee infanteriedivisies) en het 46ste pantserkorps, dat uit vier infanteriedivisies bestond, zou aan de rechterflank opereren. Op de uiterste oostelijke flank bevond zich het 23ste Korps (één versterkte en twee reguliere infanteriedivisies). Dit korps moest eventuele Sovjet-aanvallen vanuit oosten afweren. Het korps beschikte niet over tanks, maar had wel drie brigades met StuG III. Het 20ste Korps moest de frontlijn ten westen van de aanval verdedigen met vier infanteriedivisies. Generaal Model beschikte in totaal over 800 tanks, waarvan x

Tegenover deze aanvalsmacht hadden de Sovjets een sterke verdediging aangelegd. Elke linie bestond uit mijnenvelden, anti-tankgrachten en anti-tankkanonnen. De mijnenvelden en anti-tankgrachten waren zodanig aangelegd dat ze de aanvallers in de richting van de anti-tankkanonnen dwongen. Elke linie was opgebouwd uit versterkte punten, die elkaar konden ondersteunen en gemiddeld vijf kilometer diep. Tegenover het 9e leger hadden de Sovjets drie linies aangelegd, die werden bemand door de legers van het Centraal Front, onder leiding van generaal Rokossovky. Hij beschikte over vijf legers en één tankleger. Bovendien bevonden zich meer dan 700 kanonnen in de verdedigingslinies.

Generaal Model besliste om de infanterie een bres te laten slaan in de Sovjetlinies en daarna zijn tanks in te zetten. Op 5 juli 1943 gingen negen infanterie- en één pantserdivisies over een breedte van 45 kilometer in de aanval. De aanvallers werden gesteund door 40 Tigertanks en 89 Elefant tankjagers. Langsheen het hele front kwam het tot zware gevechten. Rond 08.00h hadden de Duitsers een zwakke plek gevonden. Generaal Model concentreerde zijn Tigers hierop. De Sovjets zetten een tegenaanval met 90 T-34s in. De Duitsers vernietigden 42 tanks tegenover een eigen verlies van 7 tanks. Op het einde van de eerste dag was het 47ste Pantserkorps 8 kilometer opgerukt en was de eerste linie doorbroken. Beide andere korpsen zaten nog vast in de eerste linie.

De volgende dag kreeg het 47ste Pantserkorps verschillende tegenaanvallen te verduren. Ze hielden niet alleen stand, maar de Tigers vernietigden 69 tanks. Toch was generaal Model verplicht om zijn pantserdivisies in de strijd te gooien en niet te wachten op een doorbraak. Ondanks hun superieure vuurkracht konden de Duitsers niet verder oprukken, want de Sovjets bleven keer op keer aanvallen. Generaal Model schortte de aanvallen van 41ste Korps en het 46ste Korps op. Hij verschoof het zwaartepunt van de aanval naar Ponyri. Dit dorpje vormde het hart van de tweede verdedigingslinie. Op 7 juli veroverden de 86ste infanterie- en 292ste infanteriedivisie het dorpje. De volgende dag werden ze verdreven door de Sovjets, maar tegen de avond van 9 juli was Ponyri terug stevig in Duitse handen. Het volgende doelwit was heuvel 253. Met steun van de zware Elefant-tankjagers veroverde het 47ste Korps de heuvel op 10 juli. Zware tegenaanvallen van het Centrale Front dwongen de Duitsers in de verdediging.

XX. Armeekorps - 251. Infanterie-Division - 137. Infanterie-Division - 45. Infanterie-Division - 72. Infanterie-Division XXXXVI. Panzerkorps v - 102. Infanterie-Division - 258. Infanterie-Division + Gruppe von Manteuffel - 7. Infanterie-Division - 31. Infanterie-Division XXXXVII. Panzerkorps v - 20. Panzer-Division - 6. Infanterie-Division - 2. Panzer-Division - 9. Panzer-Division XXXXI. Panzerkorps v - 18. Panzer-Division - 292. Infanterie-Division - 86. Infanterie-Division XXIII. Armeekorps - 78. Sturm-Division - 216. Infanterie-Division - 383. Infanterie-Division + ½ 36. Infanterie-Division

1944 : operatie Bagration[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf april 1944 had de frontlijn zich in Wit-Rusland zich min of meer gestabiliseerd. Van de luwte in de gevechten hadden de Duitsers gebruik gemaakt om mijnen te plaatsen, bunkers te bouwen en loopgraven aan te leggen. Het 9e leger verdedigde een frontlijn van x naar y. Het zwaartepunt van de verdediging lag tussen de Dnjepr en Berezina, waar het 35ste Korps met vijf divisies Bobruisk verdedigde. Ten oosten van dit korps verdedigde het 41ste Pantserkorps het gebied tussen de Berezina en Ptitsch. Ondanks zijn benaming bestond dit korps uit vier infanteriedivisies. Het 55ste Korps had slechts twee divisies, maar het moerrassige gebied tussen Chusnoje en Pripjat was in het voordeel van de verdedigers. Als reserve beschikte het 9e leger over de 20ste pantserdivisie.

Op papier was het 9e leger een sterke strijdmacht, maar de werkelijkheid was anders. De infanteriedivisies hadden nog slechts twee bataljons per regiment en zelfs in deze nieuwe organisatie waren de meeste divisies nog niet op volle sterkte. Het 9e leger telde een gevechtssterkte van 43 555 man en beschikte over slechts 76 gemechaniseerde kannonen en 71 tanks.

Bovendien werd de verdediging bemoeilijkt door rechtstreeks ingrijpen van Adolf Hitler. Op zijn bevel was Brobruisk omgevormd tot versterkt gebied (Feste Platze). De garnizoenen in deze gebieden moesten zich laten omsingelen om zo veel mogelijk vijandelijke troepen te binden. Ze moesten standhouden tot de laatste man. Hij hoopte dat ze als golfbrekers zouden fungeren tegen de aanvallers. Enkel op uitdrukkelijk bevel van Hitler mochten ze zich terugtrekken Generaal Jordan protesteerde heftig tegen het bevel om vier divisies te veroordelen tot een statische verdediging. Hij stelde voor om het leger terug te trekken achter de Berezina, maar dat werd door Adolf Hitler geweigerd.

Op 24 juni 1944 begon een dubbele aanval van het 1ste Wit-Russische Front op het 9e leger. In het noorden viel het 3e leger nabij Rogatschew op de scheiding tussen het 9e en het 4e leger terwijl meer naar het zuiden het 65ste leger het 41ste Pansterkorps aanviel. Ondanks een massaal overwicht aan tanks, artillerie en infanterie hield de Duitse verdediging aanvankelijk stand. De 134ste infanteriedivisie meldde de vernietiging van 80 vijandelijke tanks. De Sovjets wierpen extra divisies in de strijd. Pas tegen de avond wisten enkele tankbrigades een doorbraak te forceren. Generaal Jordan gaf zijn reserve, de 20ste pansterdivisie, opdracht het 35ste korps te ondersteunen en de bres te dichten. Dezelfde avond herriep generaal Jordan dit bevel en gaf de pantserdivisie bevel naar het zuiden te zwenken. Het 65ste leger was bij Paritschi door de verdediging van het 41ste Pantserkorps gebroken. Het nam echter veel tijd in beslag om de divisie van de ene flank van het leger naar de andere flank over te brengen. Hierdoor ging kostbare tijd verloren.

Op de avond van 25 juni was het duidelijk dat het 35ste Korps en delen van het 41ste Pantserkorps dreigden te worden omsingeld in Brobruisk. Generaal Jordan probeerde het Duitse opperbevel te overtuigen om zijn eenheden te laten terugtrekken, maar elk verzoek werd door veldmaarschalk Busch van de hand gewezen. Het 9e leger moest standhouden en mocht geen meter grond prijsgeven. Uiteindelijk kreeg hij toch toestemming om naar het noorden uit te breken, maar de 383ste infanteriedivisie moest Brobuirsk blijven verdedigen. Generaal Jordan had echter geen greep meer op de situatie. Het 35ste Korps had zware verliezen geleden. De 134ste infanteriedivisie en 296ste infanteriedivisie waren onder de voet gelopen. Meer naar het zuiden had de 35ste infanteriedivisie nauwelijks de sterkte van een bataljon en de 20ste pantserdivisie had nog slechts 30 operationele tanks. Generaal Hofmeister probeerde zijn korps te redden door zich terug te trekken naar Brobuirsk, maar de trage Duitse divisies werden door de Sovjet tankbrigades gepasseerd. De wegen naar het noorden waren verstropt met duizenden vluchtende Duitsers.

Op 27 juni sloot de Russische tang zich rond het 35ste Korps, dat vast zat op de oostelijke oever van de Berezina en het 41ste Pantserkorps, dat zich samen met de restanten van de 20ste pantserdivisie op de westelijke oever bevond. In de stad heerste chaos en verwarring. Duitsers begonnen met net vernietigen van alle voorraden, Generaal Jordan werd ontslagen en tijdelijk vervangen door generaal Weidling. Meer dan 70 000 Duitsers waren omsingeld. De Sovjets bestookten de pocket met alle beschikbare artillerie en vliegtuigen.

Generaal von Lutzow probeerde een uitbraak te organiseren, maar faalde.

Op 29 juni 1944 gaven 18 000 Duitsers zich over. Het 9e leger was vernietigd. Meer dan 16 000 soldaten waren gesneuveld

1945 : slag om Berlijn[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hiltermann, G.B.J. - Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog
  • Glantz, David - The Battle for Leningrad
  • Glantz, David - When titans clashed
  • Prit Buttar - Between Giants: The Battle for the Baltics in World War II

Overzicht productie[bewerken | brontekst bewerken]

Pre-war 1939 1940 1941 1942 1943 1944 1945 Wartime Total
Panzer I 1,893 - - - - - - - - 1,893
Panzer II 1,223 15 99 265 848 803 151 - 2,181 3,404
Panzer 38(t) 78 153 367 678 652 1,008 2,356 1,335 6,549 6,627
Panzer III 98 157 1,054 2,213 2,958 3,379 4,752 1,136 15,649 15,747
Panzer IV 211 45 368 467 994 3,822 6,625 1,090 13,311 13,522
Panzer V Panther - - - - - 1,849 4,003 705 6,557 6,557
Panzer VI H Tiger I - - - - 78 649 641 - 1,368 1,368
Panzer VI B Tiger II - - - - - 1 428 140 569 569
Elefant - - - - - 90 - - 90 90
Total 3,503 370 1,888 3,623 5,530 11,601 18,956 4,406 46,274 49,777

Notes:

  • Figures include tank production and chassis production used for other variants (for example, Panzer III figures include StuG III production, etc.).
  • Panzer III figures for 1942 and 1943 excludes 700 Panzer III N models converted from older variants.