Gebruiker:Sytskew/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tricladida[bewerken | brontekst bewerken]

Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Tricladida
Taxonomische indeling
Rijk: Animalia (Dieren)
Onderrijk: Eumetazoa (Orgaandieren)
Superstam: Platyzoa
Stam: Platyhelminthes
Klasse: Turbellaria (Trilhaarwormen)
Orde
TricladidaLang, 1884
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Tricladida op Wikispecies
Portaal    Biologie

De Tricladida zijn een orde platwormen in de klasse van trilhaarwormen. Ze werden in 1884 voor het eerst beschreven, door Lang.

Ze zijn te vinden in zowel zoet water als een mariene milieu, een aantal soorten kunnen gevonden worden in vochtige grond. De meeste zijn vrij levend, maar de orde omvat het geslacht Bdelloura die commensaal leeft op en in degenkrabben. Seriata worden onderscheiden van de andere ordes door de aanwezigheid van een gevouwen farynx en een aantal divertikels in de darm. De darm zelf kan hetzij eenvoudig of vertakt zijn.

De oude naam voor deze orde was Seriata Breslau, 1928.

Bronnen, noten en/of referenties

Categorie:

Geringde vogel

Albert C. Perdeck[bewerken | brontekst bewerken]

Albert (Ab) C. Perdeck (21 april 1923 – 21 mei 2009) is een bioloog die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het ringwerk en vogelonderzoek in Nederland en Europa. Perdeck is vooral bekend door zijn onderzoek naar het trekgedrag van spreeuwen.

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Albert Perdeck studeerde biologie in Leiden. Onder leiding van Niko Tinbergen deed hij daar onderzoek naar de functie van de rode vlek op de snavel bij zilvermeeuwen. Deze studie is klassiek geworden in de gedragsbiologie, en wordt nog steeds geciteerd.

Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1950 was Albert Perdeck hoofd van het Vogeltrekstation. In 1958 ging het Vogeltrekstation over van het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie naar het Instituut voor Oecologisch Onderzoek, waar hij toen in dienst kwam. Daar zou hij tot zijn pensionering in 1988 hoofd blijven. Het was ook daar dat hij zijn inmiddels klassiek geworden werk deed aan de kompaszin bij de trekrichting van spreeuwen. Ruim elfduizend spreeuwen werden gevangen, geringd en vervolgens per vliegtuig naar Zwitserland verplaatst en daar losgelaten. Tot verbazing van de onderzoekers hielden de jonge dieren hun oorspronkelijke trekrichting aan, en kwamen daardoor niet in Engeland aan, maar in Frankrijk en Spanje. Dit gold niet voor de oudere dieren: die veranderden van richting en kwamen in hun oorspronkelijke overwinteringsgebied terecht.[1]

Omdat het vogeltrekwerk internationaal georiënteerd is, richtte Albert Perdeck in 1963 ‘The European Union for Bird Ringing’ EURING op. De data van de geringde vogels konden zo op een uniforme manier gecodeerd worden, om databestanden uit verschillende landen te koppelen. Albert Perdeck is koninklijk onderscheiden voor zijn werk voor EURING. Na zijn pensionering bleef hij nog 21 jaar aan het NIOO verbonden als gastmedewerker. Zijn passie was het rekenen aan grote datasets, en zijn laatste grote project was het rekenen aan de verkorting van de trekafstand van Nederlandse broedvogels onder invloed van klimaatverandering.

Op 21 mei 2009 is Albert Perdeck bij een auto-ongeluk omgekomen.[1]

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tinbergen N. & Perdeck, A.C. (1950). On the stimulus situation releasing the begging response in the newly hatched Herring Gull chick (Larus argentatus argentalusPont). Behaviour 3:1-39
  • Perdeck, A.C. (1958) Two types of orientation in migrating starlings, Sturnus vulgaris L., and chaffinches, Fringilla coelebs L., as revealed by displacement experiments. Ardea 46: 1-37

Voetnoten en bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b Marcel Visser, In Memoriam: Een gedreven rekenaar aan vogeltrek. Bionieuws (30 mei 2009). Geraadpleegd op 2 oktober 2019.