Genderkritisch

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een persoon is genderkritisch als deze denkt dat geslacht een onveranderbaar biologisch feit is en tevens het concept van genderidentiteit in twijfel trekt.[1][2]

Sommige genderkritische personen denken dat opkomst van de grootschalige genderdysforie bij tieners en adolescenten het gevolg is van sociale besmetting en dat deze vorm van genderdysforie dus niet authentiek is.[3] Genderkritische denkers noemen deze vorm van sociale besmetting bij jongeren ook wel rapid-onset genderdysforie.[4]

Maatschappelijke kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds het Britse Tavistock-schandaal groeit de aandacht voor mensen met transspijt en rechtszaken van onder andere Chloe Cole en Quincy Bell en is er ook in toenemende mate genderkritiek. Er werden organisaties als SEGM, Genspect, LGB Alliance en Our Duty actief die het functioneren en het wetenschappelijke en juridische draagvlak van de genderbevestigende zorg kritisch bevragen. Ook bekende personen als J. K. Rowling[5] en Graham Linehan[6] spreken zich kritisch uit over vaak meer maatschappelijke en culturele problematiek zoals bijvoorbeeld de problematiek rondom vrouwenrechten of het verplicht opleggen van gewenste pronouns. En in de Verenigde Staten uiten Dave Chapelle[7], Bette Midler en Macy Gray zich vergelijkbaar genderkritisch wat daar tot ophef leidde.[8]

Filosofische kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

Veel genderkritische denkers voeren als argument aan dat gendertheorie te weinig wetenschap is en eigenlijk meer een ideologie. Soms is de kritiek dat het een geloofssysteem[9] of een nieuwe religie zou zijn. Professor Susan Bradley en ex-Tavistock-psychiater Az Hakeem zijn het stelligst in hun formulering en hebben de overtuiging dat er sprake is van cultvorming en dat jeugdtransgenderisme een vorm van jeugdcultuur is.[10][11] Centraal in deze filosofische stellingen staat de overtuiging dat sekse verbonden is aan het lichaam en gender aan de geest. Doordat deze volgens gendertheorie van elkaar zouden kunnen verschillen is er dus een splitsing van lichaam en geest. En dat is het idealistisch dualisme van Descartes. Dus is gendertheorie ideologie, volgens deze kritici.

In een reeks Britse uitspraken van arbeidsrechtbanken sinds 2021 werd onderzocht of en in welke mate genderkritische overtuigingen als “filosofische overtuigingen” gelden. Dit bleek zo te zijn. Filosofische overtuigingen worden in het Verenigd Koninkrijk beschermd tegen discriminatie op grond van de Equality Act 2010.[12]

Kritiek op genderbevestigende zorg[bewerken | brontekst bewerken]

Naast het publieke en filosofische debat is er ook academisch een toename van kritiek en lieten wetenschappers als Richard Dawkins, Jordan Peterson, Stephen B. Levine, Michael Bailey, Kenneth Zucker, Gordon Guyatt en Susan Bradley er hun licht over schijnen.[13] Een prominent aspect wat veel onder vuur ligt is de afwezigheid van wetenschappelijk bewijs dat genderbevestigende zorg het best werkende model is. Ook de daaruit volgende ethiek en de jurispudentie wordt hierbij als problematisch gezien.[14] Veel genderkritische experts zoals bijvoorbeeld Zucker, Levine, O' Malley en Bradley bepleitten een ander zorgtraject met meer aandacht voor mogelijk aanwezige co-morbiditeit en psychotherapie en enkel in uitzonderlijke gevallen of als vorm van experimentele zorg kleine trials met medicatie en chirurgie.

Literatuur en media[bewerken | brontekst bewerken]

Debra Soh, Abigail Shrier (Irreversible Damage), Hannah Barnes (Time To Think, The Inside Story of the Collapse of the Tavistock's Gender Service for Children), Az Hakeem, Kathleen Stock, Stella O'Malley zijn publicisten van genderkritische boeken. In de Verenigde Staten zijn onder anderen Matt Walsh en Ben Shapiro actieve gendercritici. In Nederland publiceerde de journalist Jan Kuitenbrouwer en mediasocioloog Peter Vasterman veel genderkritische stukken. [15] [16] [17] [18]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]