Georges Ibrahim Abdallah

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
sticker in Brussels

Georges Ibrahim Abdallah (Al Qoubaiyat, Akkar, 2 april 1951) is een Libanese communistische militant en de langst vastgehouden politieke gevangene in Europa. Hij zit een levenslange gevangenisstraf uit voor de moord op Charles R. Ray en Yaacov Bar-Siman-Tov in de Lannemezan-gevangenis in Frankrijk.

In 1987 bleek dat zijn advocaat tijdens zijn veroordeling ook in dienst was van de Franse inlichtingendiensten.[1]

Vroege leven[bewerken | brontekst bewerken]

Abdallah werd geboren in de stad Al Qoubaiyat in het noorden van Libanon. Na de opheffing van de PFLP-EO trad hij toe tot de Libanese gewapende revolutionaire facties (LARF) toen de groep gevormd werd.[2] Later werd hij leider van de organisatie en voerde haar operaties uit vanuit Frankrijk, waar hij de aliassen Salih al-Masri en Abdu-Qadir Saadi gebruikte.[3]

Arrestatie[bewerken | brontekst bewerken]

In 1984 reed Abdallah vanuit Zwitserland naar Lyon om een aanbetaling voor een appartement op te halen. Bij toeval werd hij aangehouden door de Franse politie. Hij werd gevonden met een vervalst Algerijns paspoort en vervolgens gearresteerd. De politie kwam achter zijn ware identiteit tijdens een politie-inval in zijn appartement waar verschillende wapens werden gevonden. Hij werd in 1987 tot levenslang veroordeeld voor de moord luitenant-kolonel van de VS, Charles R. Ray, in 1982 en de moord op de Israëlische diplomaat Yaacov Bar-Siman-Tov voor diens huis in Parijs op 3 april 1982, evenals voor betrokkenheid bij de poging tot moord op de voormalige Amerikaanse consul in Straatsburg, Robert O. Homme, op 26 maart 1984. De acties stonden in verband met de Amerikaanse en Israëlische betrokkenheid bij de Libanon-oorlog van 1982 en de bezetting van Libanon.[4][5]

Abdallah zit gevangen in Frankrijk en heeft vanuit de gevangenis berichten uitgestuurd uit solidariteit met gevangenen van andere communistische groeperingen, zoals Ahmad Saadat, Action Directe en GRAPO.[3]

Na zijn arrestatie getuigde hij: "Ik doe wat ik doe vanwege het onrecht dat de mensenrechten is aangedaan in Palestina."[6]

Roep om vrijlating[bewerken | brontekst bewerken]

In 1999 voltooide Abdallah het minimumgedeelte van zijn levenslange gevangenisstraf, maar verschillende verzoeken om voorwaardelijke invrijheidstelling werden afgewezen. In 2003 verleende de rechtbank hem voorwaardelijke vrijlating, maar het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken maakte bezwaar tegen de beslissing van de rechtbank. De toenmalige Franse minister van Justitie Dominique Perben ging in beroep tegen de vrijlating.

Elke twee jaar heeft Abdallah het recht om een nieuwe vrijlatingsdatum te vragen, die meer dan vijf keer is geweigerd. In 2008 zijn er nieuwe wetten gemaakt ter voorkoming van recidiven, die met terugwerkende kracht op zijn zaak werden toegepast.

Op 10 januari 2013 werd Abdallah in hoger beroep voorwaardelijk vrijgelaten door de Kamer van Strafvonnissen van Parijs op voorwaarde van een bevel tot uitzetting uit Frankrijk. De advocaat van Abdallah zei dat zijn cliënt hoopt terug te keren naar Libanon en een baan in het onderwijs op zich te nemen.[7] Victoria Nuland, woordvoerster van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, verklaarde op 11 januari 2013 tegenover de pers het bezwaar van de Amerikaanse regering tegen zijn vrijlating. De ambassadeur van de Verenigde Staten in Frankrijk, Charles Rivkin, verklaarde: "Ik ben teleurgesteld over de beslissing van vandaag. Levenslange gevangenisstraf was de juiste straf voor de ernstige misdaden van Abdallah, en er is gegronde bezorgdheid dat Abdallah een gevaar voor de internationale gemeenschap zou blijven vormen als hij vrijuit zou gaan."[8]

14 januari 2013 was de geplande datum voor Abdallah om terug te keren naar Libanon na bijna 30 jaar gevangenisstraf in Frankrijk. Manuel Valls, de minister van Binnenlandse Zaken, weigerde echter een administratief document te ondertekenen voor de deportatie van Abdallah. Als gevolg van de weigering van Valls vond op 15 januari 2013 een gerechtelijke procedure plaats. Onder het gezag van de minister van Justitie diende de officier van justitie een tweede beroep in tegen de vrijlating, nadat het eerste beroep in november 2012 al gesneuveld was. In juni 2013 werd tegen Frankrijk een klacht ingediend bij de onderzoekers van de Werkgroep Willekeurige Opsluiting. Er werd opnieuw een klacht ingediend bij het Franse Hooggerechtshof tegen minister Valls wegens het niet ondertekenen van het administratieve document dat nodig is voor de vrijlating van Abdallah.

Anno 2022 zit Abdallah nog steeds vast in Frankrijk. Hij heeft meerdere hongerstakingen gedaan uit solidariteit met Palestijnse demonstranten.

Verschillende organisaties steunen de vrijlating van Abdallah, zoals de Liga voor de Rechten van de Mens.

Privéleven[bewerken | brontekst bewerken]

Georges is een maronitische christen.[9]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

In december 2013 stemde de Franse stad Bagnolet (een voorstad ten oosten van Parijs) om Abdallah tot ereburger te maken. De motie van de gemeenteraad beschreef hem als een "communistische activist" en een "politieke gevangene" die "behoort tot de verzetsbeweging van Libanon" en een "vastberaden verdediger van de Palestijnse rechtvaardige zaak" is".[10]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]