Hippeastrum

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hippeastrum
Hippeastrum in het wild in Belize
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Orde:Asparagales
Familie:Amaryllidaceae (Narcisfamilie)
Onderfamilie:Amaryllidoideae
Geslacht
Hippeastrum
Herb. (1821)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Hippeastrum op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Hippeastrum in knop
Hippeastrum buiten in pot (Bristol, Engeland)
Hippeastrum in vaas
Hippeastrum in de vensterbank
Hippeastrum met dubbele bloemen
detailopname
grote enkelvoudige bloemen

Hippeastrum is een geslacht van bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae), Het geslacht omvat ongeveer 70 tot 75 soorten en meer dan 600 hybriden en cultivars. De soorten komen van nature voor in de (sub)tropische gebieden van Mexico en de Caraïben tot in het noorden in Argentinië.[1] Sommige soorten en hybriden worden gekweekt vanwege hun grote, opvallende bloemen. Deze planten staan in de volksmond bekend als Amaryllis, maar dat is de naam van een ander geslacht uit dezelfde plantenfamilie uit Afrika.

De bollen hebben een diameter van 3-11 cm. Ze leggen drie tot zeven bladeren aan van 10-60 cm lang en 1-5 cm breed. De holle bloemstengel staat rechtop en is 5-60 cm lang en 1-5 cm breed. Afhankelijk van de soort draagt hij twee tot vijftien grote bloemen aan de top, die 10-20 cm breed zijn met zes helder gekleurde bloembladeren (drie buitenste kelkbladeren en drie binnenste kroonbladeren met hetzelfde uiterlijk).

Hippeastrum-soorten dienen als waardplanten voor de rupsen van sommige vlindersoorten, zoals Hypercompe indecisa.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De botanische naam Hippeastrum is verlatijnst Grieks voor "ruiter-ster" en is gekozen door William Herbert in 1821. Het is niet geheel duidelijk waarom hij deze naam heeft gekozen.

De eerste commerciële telers waren Nederlandse kwekers die verschillende soorten invoerden vanuit Mexico en Zuid-Amerika. Ze begonnen verschillende cultivars en hybriden te ontwikkelen vanaf het begin van de achttiende eeuw. De eersten hiervan bereikten Noord-Amerika aan het begin van de negentiende eeuw. In 1946 verhuisden twee Nederlandse kwekers naar Zuid-Afrika om daar Hippeastrum te gaan kweken. Hoewel de meeste gekweekte vormen uit Nederland en Zuid-Afrika komen, worden nu ook cultivars ontwikkeld in de Verenigde Staten, Japan, Israël, India, Brazilië en Australië. Vooral de dubbele bloemen uit Japan zijn erg aantrekkelijk.

Over het algemeen produceren Nederlandse bollen eerst bloemen en na de bloei ontwikkelen de bladeren zich pas. Bollen van kwekers uit Zuid-Afrika ontwikkelen tegelijk bloemstengels en bladeren.

Kleuren en types[bewerken | brontekst bewerken]

De verkrijgbare kleuren zijn rood, rosékleurig, donkerroze, wit, oranje, geel en bleekgroen met variaties hierop met verschillend gekleurde strepen en randen op de bloembladeren. Sommige bloemen hebben uniforme kleuren of patronen op alle zes de bloembladeren terwijl anderen meer uitgesproken kleuren hebben op de bovenste bloembladeren in vergelijking met de onderste bloembladeren.

Er zijn vijf basistypen van de Hippeastrum: 1) enkelvoudige bloem, 2) tweevoudige bloem, 3) miniatuur, 4) cybister en 5) trompet. Cybisters hebben dunne bloembladeren en worden vaak beschreven als spinachtig. Trompetten hebben pronkende buisvormige bloemen. De meeste mensen zijn bekend met enkelvoudige, tweevoudige en miniatuurvormen. Dit zijn de typen die meestal worden verkocht door bloemenwinkels en andere winkels gedurende de kerstperiode en tijdens Valentijnsdag en Pasen.

Hippeastrum buiten kweken[bewerken | brontekst bewerken]

Zo'n 85-90% van alle Hippeastrum-exemplaren worden voor binnengebruik gekweekt, maar er zijn ook soorten voor buiten in warmere klimaten. Ze kunnen buiten worden gekweekt in hardheidszone 8 en worden geplant op een plek waar ze elke dag zon krijgen. Te veel zon kan echter bladverbranding veroorzaken. De meeste Hippeastrum-exemplaren aarden snel en produceren in de loop van de jaren vele bloemen. Sommige zijn groenblijvend en zullen hun bladeren tijdens de winter niet verliezen, terwijl andere bladverliezend zijn en tot in de lente zullen afsterven.

Hippeastrum in hydrocultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn speciale vazen ontwikkeld waarin Hippeastrum kan worden gehouden, gelijk aan die van hyacinten. Anders kan de bol in een pot of in een vaas worden geplaatst, die iets groter is dan de bol. Dompel de wortels eerst onder in handwarm water om ze flexibeler te maken. Vul daarna de fles half met perliet. Spreid de wortels voorzichtig uit terwijl er meer perlietkorrels worden toegevoegd totdat de wortels en de onderste twee derde van de bol volledig zijn afgedekt. Voeg water toe tot de basis van de bol (niet verder) en houd het waterniveau vervolgens constant op dat niveau. Vervang elke week al het water door vers, nieuw water. Het toevoegen van 15 cc (een eetlepel) actieve koolstof (Norit) kan de groei van algen voorkomen.

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ockenga, Starr. Amaryllis. Clarkson Potter, NY. c2002; 95p.
  • Read, Veronica A. Hippeastrum: the gardener's amaryllis. Timber Press, Portland OR. c2004; 296p.