Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 1956

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het kunstrijden is een van de sporten die beoefend werden tijdens de Olympische Winterspelen 1956 in Cortina d'Ampezzo.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het was de negende keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden plaats van 29 januari tot en met 3 februari.

In totaal namen 59 deelnemers (27 mannen en 32 vrouwen) uit vijftien landen deel aan deze editie. Het paar Marianna Nagy / László Nagy waren de enige deelnemers die voor de derde keer deelnamen. De goudenmedaillewinnaar bij de mannen Hayes Alan Jenkins alsmede Alain Giletti, François Pache, Per Cock-Clausen, de goudenmedaillewinnaar bij de vrouwen Tenley Albright en de beide paren die de gouden en zilveren medaille wonnen Sissy Schwarz / Kurt Oppelt en Frances Dafoe / Norris Bowden namen allen voor de tweede keer deel.

De Amerikaanse Tenley Albright veroverde na haar zilveren medaille in 1952 nu de gouden medaille. Bij de paren veroverde het paar Nagy / Nagy net als in 1952 de bronzen medaille.

Eindrangschikking

Elk van de negen juryleden (elf bij de vrouwen) rangschikte de deelnemer van plaats 1 tot en met de laatste plaats. Deze plaatsing geschiedde op basis van het toegekende puntentotaal door het jurylid gegeven. (Deze puntenverdeling was weer gebaseerd op 60% van de verplichte kür, 40% van de vrije kür bij de solo disciplines). De uiteindelijke rangschikking geschiedde bij een absolute meerderheidsplaatsing. Dus, wanneer een deelnemer als enige bij meerderheid als eerste was gerangschikt, kreeg hij de eerste plaats toebedeeld. Vervolgens werd voor elke volgende positie deze procedure herhaald, waarbij het aantal plaatsingen voor die positie werd bepaald door het aantal keren dat diezelfde positie of hogere positie werd behaald (dus, voor plaats 2 telden alle top 2 plaatsen, voor plaats 3 alle top 3 plaatsen, enz.). Wanneer geen meerderheidsplaatsing kon worden bepaald, dan volgde de procedure voor de volgende plaats tot een meerderheidsplaatsing was bereikt. Bij een gelijk aantal meerderheidsplaatsingen waren beslissende factoren: 1) laagste som van plaatsingcijfers van alle juryleden, 2) totaal behaalde punten, 3) punten behaald in de verplichte kür.

Mannen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 29 januari (verplichte kür) en 1 februari (vrije kür) streden zestien mannen uit elf landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/9 = som plaatsingcijfers van alle negen juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/9 punten
Goud Hayes Alan Jenkins Vlag van Verenigde Staten USA 6x1 (3-1-1-1-2-2-1-1-1) 13,0 1497,95
Zilver Ronnie Robertson Vlag van Verenigde Staten USA 8x2 (1-2-2-2-1-1-3-2-2) 16,0 1492,15
Brons David Jenkins Vlag van Verenigde Staten USA 7x3 (2-3-4-3-3-4-2-3-3) 27,0 1465,41
4 Alain Giletti Vlag van Frankrijk FRA 6x4 (4-5-3-5-4-3-5-4-4) 37,0 1436,75
5 Karol Divín Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 5x5 (7-4-5-4-5,5-5-6-8-5) 49,5 1388,26
6 Michael Booker Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 7x6 (5-6-8-6-5,5-7-4-6-6) 53,5 1388,38
7 Norbert Felsinger Vlag van Oostenrijk AUT 5x7 (9-7-7-7-9-10-8-7-7) 71,0 1355,01
8 Charles Snelling Vlag van Canada CAN 6x8 (8-9-6-9-8-6-7-5-9) 67,0 1353,80
9 Alain Calmat Vlag van Frankrijk FRA 7x9 (6-10-9-10-7-9-9-9-8) 77,0 1335,19
10 Tilo Gutzeit Vlag van Duitsland GER 5x10 (12-8-10-8-11-8-12-10-11) 90,0 1269,80
11 François Pache Vlag van Zwitserland SUI 9x11 (10-11-11-11-10-11-10-11-10) 95,0 1254,20
12 Hans Müller Vlag van Zwitserland SUI 6x12 (13-12-12-13-12-12-14-12-12) 112,0 1217,52
13 Allan Ganter Vlag van Australië AUS 8x13 (11-15-13-12-13-13-11-13-13) 114,0 1191,72
14 Darío Villalba Vlag van Spanje ESP 7x14 (14-13-14-14-16-14-13-16-14) 128,0 1145,70
15 Kalle Tuulos Vlag van Finland FIN 6x15 (16-14-15-15-15-16-15-15-16) 137,0 1120,58
16 Charles Keeble Vlag van Australië AUS - (15-16-16-16-14-15-16-14-15) 137,0 1115,39

Vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 30 januari (verplichte kür) en 2 februari (vrije kür) streden 21 vrouwen uit elf landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/11 = som plaatsingcijfers van alle elf juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/11 punten
Goud Tenley Albright Vlag van Verenigde Staten USA 10x1 (1-1-1-1-1-1-1-1-1-2-1) 12,0 1866,39
Zilver Carol Heiss Vlag van Verenigde Staten USA 11x2 (2-2-2-2-2-2-2-2-2-1-2) 21,0 1848,24
Brons Ingrid Wendl Vlag van Oostenrijk AUT 9x3 (8-3-4-3-3-3-3-3-3-3-3-3) 39,0 1753,91
4 Yvonne Sugden Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 6x4 (3-5-8-4-4-7-4-4-4-5-5) 53,0 1722,83
5 Hanna Eigel Vlag van Oostenrijk AUT 9x5 (4-4-6-5-6-4-5-5-5-4-4) 52,0 1728,67
6 Carol Pachl Vlag van Canada CAN 6x6 (5-7-3-6-5-10-8-9-8-6-6) 73,0 1702,23
7 Hanna Walter Vlag van Oostenrijk AUT 6x7 (6-6-7-7-10-8,5-6-8-7-9-9) 83,5 1692,81
8 Catherine Machado Vlag van Verenigde Staten USA 7x8 (10-8-5-9-8-8,5-7-10-6-7-8) 86,5 1688,29
9 Ann Johnston Vlag van Canada CAN 8x9 (9-11-9-8-9-6-10-7-10-8-7) 94,0 1678,20
10 Rose Pettinger Vlag van Duitsland EUA 7x10 (7-9-10-10-11-5-11-6-11-10-11) 101,0 1672,49
11 Erica Batchelor Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 8x11 (13-10-11-11-7-12-9-11-9-11-12) 116,0 1646,40
12 Sjoukje Dijkstra Vlag van Nederland NED 10x13 (12-12-13-12-13-11-13-16-13-12-13) 140,0 1603,80
13 Joan Haanappel Vlag van Nederland NED 10x14 (14-13,5-12-14-16-14-14-13-12-12-10) 145,5 1604,36
14 Diana Carol Peach Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 7x14 (11-15-14-13-12-15-12-12-14-15-18) 151,0 1592,32
15 Fiorella Negro Vlag van Italië ITA 7x15 (18-13,5-16-15-14-16-15-14-18-14-15) 168,5 1565,49
16 Karin Borner Vlag van Zwitserland SUI 8x16 (15-17-15-17-17-13-16-15-16-16-14) 171,0 1558,69
17 Maryvonne Huet Vlag van Frankrijk FRA 6x17 (19-16-17-16-15-17-20-18-21-18-17) 194,0 1521,34
18 Alice Fischer Vlag van Zwitserland SUI 6x18 (17-18-18-18-19-20-17-21-19-20-16) 203,0 1514,61
19 Alice Lundström Vlag van Zweden SWE 7x19 (16-20-19-21-21-19-19-19-15-17-20) 206,0 1499,84
20 Jindra Kramperová Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 7x19 (20-19-20-19-18-18-18-20-17-21-19) 203,0 1503,37
21 Manuela Angeli Vlag van Italië ITA - (21-21-21-20-20-21-21-17-20-19-21) 222,0 1468,68

Paren[bewerken | brontekst bewerken]

Op 3 februari (vrije kür) streden elf paren uit zes landen om de medailles.

r/m = rangschikking bij meerderheid, pc/9 = som plaatsingcijfers van alle negen juryleden (vet = beslissingsfactor)
rang sporter(s) land r/m pc/9 punten
Goud Sissy Schwarz / Kurt Oppelt Vlag van Oostenrijk AUT 9x2 (1-1-2-1-1-2-2-2-2) 14,0 101,8
Zilver Frances Dafoe / Norris Bowden Vlag van Canada CAN 7x2 (2-2-1-2-3-1-1-3-1) 16,0 101,9
Brons Marianna Nagy / László Nagy Vlag van Hongarije HUN 5x3 (5-3-6-3-4-4-3-1-3) 32,0 99,3
4 Marika Kilius / Franz Ningel Vlag van Duitsland EUA 5x4 (3,5-4,5-4,5-5-2-3-4-5-4) 35,5 98,9
5 Carole Ormaca / Robin Greiner Vlag van Verenigde Staten USA 5x5 (3,5-7-4,5-8-8-5-5-10-5) 56,0 96,4
6 Barbara Wagner / Robert Paul Vlag van Canada CAN 5x6 (8-8,5-3-7-5,5-6-6,5-4-6) 54,5 96,6
7 Lucille Ash / Sully Kothman Vlag van Verenigde Staten USA 8x7 (7-6-9-5-5,5-7-6,5-6,5-7) 59,5 95,7
8 Věra Suchánková / Zdeněk Doležal Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 6x8 (10-4,5-7-5-7-9-10-8-8) 68,5 94,8
9 Elisabeth Ellend / Konrad Lienert Vlag van Oostenrijk AUT 8x9 (9-8,5-8-9-9-10-8-6,5-9) 77,0 93,5
10 Joyce Coates / Anthony Holles Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 7x10 (11-10-11-10-10-8-9-9-10) 88,0 90,0
11 Carolyn Krau / Rodney Ward Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR - (6-11-10-11-11-11-11-11-11) 93,0 88,8

Medaillespiegel[bewerken | brontekst bewerken]

rang land Goud Zilver Brons totaal
1 Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten 2 2 1 5
2 Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 1 0 1 2
3 Vlag van Canada Canada 0 1 0 1
4 Vlag van Hongarije Hongarije 0 0 1 1
3 3 3 9