Maria van Hannover (1723-1772)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maria van Hannover, prinses van Groot-Brittannië.

Maria van Hannover (Londen, 5 maart 1723 - Hanau, 14 januari 1772) was van 1760 tot aan haar dood landgravin van Hessen-Kassel. Ze behoorde tot het huis Hannover.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Maria was de vierde dochter van koning George II van Groot-Brittannië uit diens huwelijk met Caroline, dochter van markgraaf Johan Frederik van Brandenburg-Ansbach.

Op 28 juni 1740 huwde ze in Kassel met de toekomstige landgraaf Frederik II van Hessen-Kassel (1720-1785). Het huwelijk, waaruit vier zonen werden geboren, was ongelukkig en vanaf 1747 leefde het echtpaar apart. Nadat in 1754 bekend raakte dat Frederik zich tot het katholicisme had bekeerd, kwam het tot een definitieve breuk. Het huwelijk werd echter niet ontbonden, om te vermijden dat Frederik zou hertrouwen.

Haar schoonvader Willem VIII schonk daarop het graafschap Hanau-Münzenberg aan haar oudste zoon Willem I, zodat zijn schoondochter en kleinzonen niet beïnvloed konden worden door Frederik. Aangezien Willem nog minderjarig was, nam Maria het regentschap van haar oudste zoon waar, totdat hij in 1764 volwassen werd verklaard. In 1760 werd Frederik landgraaf van Hessen-Kassel, waardoor Maria de laatste twaalf jaar van haar leven ook landgravin van Hessen-Kassel was, een functie die ze door de scheiding van haar echtgenoot enkel formeel uitoefende.

Maria bracht haar laatste levensjaren door in het Slot van Rumpenheim. In januari 1772 stierf ze op 48-jarige leeftijd in Hanau. Ze werd bijgezet in de Mariakerk in deze stad.

Nakomelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Maria en haar echtgenoot Frederik II van Hessen-Kassel kregen vier zonen:

  • Willem (1741-1742)
  • Willem IX (1743-1821), landgraaf en keurvorst van Hessen-Kassel
  • Karel (1744-1836), stadhouder van de hertogdommen Sleeswijk en Holstein
  • Frederik (1747-1837), landgraaf van Hessen-Rumpenheim

Voorouders[bewerken | brontekst bewerken]

Kwartierstaat van Maria van Hannover
Overgrootouders Ernst August van Brunswijk-Lüneburg
(1629-1698)
∞ 1658
Sophia van de Palts
(1630-1714)
George Willem van Brunswijk-Lüneburg
(1624-1705)
∞ 1682
Eleonora van Olbreuze
(1639-1722)
Albrecht van Brandenburg-Ansbach
(1620-1667)
∞ 1651
Sophie Margrete van Oettingen-Oettingen
(1634-1664)
Johan George I van Saksen-Eisenach
(1634–1686)
∞ 1661
Johannetta van Sayn-Wittgenstein
(1632–1701)
Grootouders Koning George I van Groot-Brittannië (1660-1727)
x 1682
Sophia Dorothea van Celle (1666-1727)
Johan Frederik van Brandenburg-Ansbach (1654-1686)
x 1681
Eleonora Erdmuthe Louisa van Saksen-Eisenach (1662-1696)
Ouders Koning George II van Groot-Brittannië (1683-1760)
∞ 1705
Caroline van Brandenburg-Ansbach (1683-1737)
Maria van Hannover (1723-1772)