Marijke Ferguson

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Marijke Ferguson
Marijke Ferguson achter de harp (1976)
Algemene informatie
Geboren 1 november 1927
Geboorteplaats Buitenzorg, Nederlands-Indië
Werk
Beroep musicienne, docente, radiopresentatrice
Instrument(en) harp
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Marijke Ferguson (Buitenzorg, Nederlands-Indië, 1 november 1927) is een gepensioneerd musicienne, radioprogrammamaker en radiopresentator.

Ze is dochter van Thomas Willem Ferguson, employé van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij en pianiste Maja Kwast (1902-1990).[1] Maja Kwasts broer Gerrit Kwast was violist. Op 17 augustus 1950 trouwde Marijke Ferguson met haar leermeester Kees Otten. Hun zoon Willem Jan Otten werd schrijver, zoon Michiel Otten was geluidstechnicus en kunstschilder.

Vader speelde als amateur viool, moeder kon goed piano spelen met diverse optredens in Nederland en Nederlands-Indië. Ze zou eigenlijk in Singapore geboren worden, maar een heersende kraamvrouwenkoorts deed het aanstaande gezin uitwijken naar Buitenzorg.

Ferguson groeide op in Nederlands-Indië. Ze hoorde thuis regelmatig muziek van Franz Schubert, terwijl buiten de Indische volksmuziek overheerste. Ze moest een deel van de Tweede Wereldoorlog onder de Japanse bezetting doorbrengen in het Kamp Tjideng, een middelbare schoolopleiding kon ze door die oorlog wel vergeten. Ze had al wat muzieklessen gekregen van haar moeder, maar leerde in het kamp de suling, een Indonesische fluit, te bespelen. In 1946 kwam ze in Amsterdam te wonen en studeerde vervolgens aan de Rijksakademie van beeldende kunsten (voortzetting van haar tekenlessen van Bep Rietveld in het kamp) en aan het Muzieklyceum Amsterdam. In vervolg op het bespelen van de sulling wilde ze aan die laatste instantie blokfluit studeren, maar eigenlijk hield diezelfde instantie dat af. Er werd toen (nog) minderwaardig over dat muziekinstrument gedacht; ze kon echter aan dat lyceum terecht bij blokfluittist Kees Otten. Vanaf 1949 is het duo op de Nederlandse muziekpodia te vinden. Daarnaast probeerde ze de harp onder de knie te krijgen. Zij volgde aanvullende cursussen bij Gustav Leonhardt, waarbij ze langzaam doordrongen raakte van versieringstechnieken en musicologisch onderzoek; een basis opleiding daartoe ontbrak echter. Via Otten raakte ze in de ban van authentieke muziekinstrumenten en uitvoeringen daarmee; bovendien kwam er in de loop der jaren meer waardering voor blokfluitmuziek. Dit leidde onder andere tot een blokfluitkwartet met Ferguson, Otten, een jonge Frans Brüggen en Frans Douwes. Het kwartet wilde vroege muziek spelen geschreven voor de blokfluit, maar kreeg ook interesse voor blokfluitmuziek uit de hedendaagse klassieke muziek.

Een uitvoering in 1951 van Safford Cape in het Concertgebouw wakkerde de interesse voor middeleeuwse en renaissancemuziek aan en samen met Otten kreeg ze Muziekkring Obrecht van de grond. Door de gevarieerde samenstelling (Joannes Collette, Folly Collette, Hans van den Hombergh, Antoinette van den Hombergh, Otten, Ferguson) kon multidisciplinair opgetreden worden. Met de echtscheiding binnen het huwelijk Otten en Ferguson strandt het ensemble in 1961. Ferguson vertrok met haar twee kinderen naar Laren (Noord-Holland). Lang stilzitten was er niet bij; de NCRV wilde muziek bij een serie hoorspelen van cultuurhistoricus G.C. Rijnsdorp onder de titel Adam, wie zijt gij? De serie over “mentaliteitsgeschiedenis” van de oude Grieken tot de Verlichting. Er werd er naar gestreefd de begeleidende muziek aan te passen aan het te behandelen tijdvak. Het mondde onder initiatief van Ferguson uit in Studio Laren. De pers was niet altijd lovend, mede doordat elke uitvoering eigenlijk een première was, deels voortkomend uit de wens van Ferguson naar steeds nieuwe dingen. In die periode bleven uitvoeringen niet beperkt tot muziek alleen; samen met danser Conrad van de Wetering startte ze invloed van Julia Sutton aan de dansopleiding in het Shaffy-theater.

Ferguson werkte 26 jaar voor de Nederlandse Omroep Stichting (Ars Musica; 1993 met pensioen) en aansluitend de Concertzender (Radio Muziek-essay en Antiqua versus Nova). Bovendien gaf ze dertig jaar les aan het Conservatorium van Amsterdam en organiseerde Verhalenkelder Brandaan in de Vinkenstraat.