Medaille voor de Hidjazspoorweg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Medailles in goud

De Medaille voor de Hidjazspoorweg, Turks: "Hamidiye Hicaz Demiryolu Madalyası", werd in 1900 door Sultan Abdulhamid II van het Ottomaanse rijk ingesteld als onderscheiding van sponsors van de aanleg van de Hidjazspoorweg.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De vorst heeft misschien de bedevaart naar de door hem geregeerde Hidjaz willen vergemakkelijken, maar er speelden grote strategische belangen mee. Vanuit Palestina kon men het Suezkanaal bedreigen en op het Arabische schiereiland woedden voortdurend opstanden tegen het gezag van de sultans. Van deze opstanden getuigen de 1e Jemenmedaille, 2e Jemenmedaille en 3e Jemenmedaille.

Met deze Hidjazspoorlijn konden snel en gemakkelijk troepen worden overgebracht wat over de door de Britse marine beheerste Middellandse Zee in oorlogstijd misschien niet mogelijk zou zijn.

De lijn werd aangelegd door Duitse ingenieurs onder leiding van Heinrich August Meißner Pasha (1862 in Leipzig - 1940 in Istanbul, in 1904 door de sultan in de adelstand verheven). Dat trok de aandacht van de Britten, die in de ingenieurs en de archeologen in Mesopotamië verkenners en spionnen zagen. In 1901 werd begonnen met de aanleg en in 1908 was het traject tot Medina voltooid. Een derde van de kosten werden betaald door vrijwillige bijdragen van moslims. De rechtsvorm is die van een Waqf, een vrome stichting naar islamitisch recht.

Voor de gevers, die 2 miljoen pond in goud bijeenbrachten, werd deze medaille ingesteld. Iets meer dan een kwart van het budget werd door moslims van buiten Turkije, waaronder de Shah van Perzië, bijeengebracht.

Kaart

De spoorlijn bereikte Damascus en Amman. Groot-Brittannië verhinderde in 1906 de aanleg van een zijlijn naar de havenstad Akaba. De aanleg was in het stammengebied van Arabië aangeland, waar de bouw aan 7000 soldaten moest worden toevertrouwd. De Hidjazspoorweg was in 1908 tot Medina gevorderd.

Tijdens de Arabische opstand in de Eerste Wereldoorlog voerde Lawrence of Arabia met zijn Arabische guerrillastrijders met succes aanslagen uit op de spoorlijn, die door de Ottomanen werd gebruikt voor de aanvoer van troepen. De overblijfselen van de Hidjazspoorlijn zijn nog overal in de Hidjaz te zien, zoals het oude treinstation in Medina.

De vorm van de medaille[bewerken | brontekst bewerken]

De medailles bestaan als legpenning en als draagbare medaille. De formaten variëren van 26 tot 50 millimeter. Meestal zijn ze met het jaartal 1318 gedateerd maar voor ook 1322, het jaar dat Maan bereikt werd en 1326, bij de aansluiting op Medina, komen voor. De gouden, zilveren en nikkelen draagmedailles zijn 30 millimeter breed. Voor grote donoren kwamen er na enig aandringen van hun zijde groene in plaats van rode linten om hun gouden en zilveren medailles te dragen.

Op de voorzijde staat een stoomlocomotief afgebeeld met daarboven de tughra van de sultan. Om dit alles is een lauwerkrans gehangen. De keerzijde is van een kalligrafeerde Arabische tekst voorzien.

Meissner Pasha, de Duitse ingenieur die de spoorweg bouwde.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

  • Afbeelding op [1]