Overleg:Boerenkrijg

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 2 jaar geleden door Tomaatje12 in het onderwerp Schermutseling? laat me niet lachen

Externe links aangepast[brontekst bewerken]

Hallo medebewerkers,

Ik heb zojuist 1 externe link(s) gewijzigd op Boerenkrijg. Neem even een moment om mijn bewerking te beoordelen. Als u nog vragen heeft of u de bot bepaalde links of pagina's wilt laten negeren, raadpleeg dan deze eenvoudige FaQ voor meer informatie. Ik heb de volgende wijzigingen aangebracht:

Zie de FAQ voor problemen met de bot of met het oplossen van URLs.

Groet.—InternetArchiveBot (Fouten melden) 14 okt 2017 17:48 (CEST)Reageren

De inleiding[brontekst bewerken]

Commentaar[brontekst bewerken]

“Brigands” Zoals het er staat werd de landelijke bevolking brigands genoemd. Alleen de opstandelingen werden brigands genoemd.

“Franse bezetters” De inlijving van de zuidelijke Nederlanden door Frankrijk was toen al internationaal erkend. De Fransen waren dus geen bezetters meer.

“Zij” Naar waar of wat verwijst “zij”? De “oorlog” of opstand zijn “hij”

“algemene misnoegdheid” De misnoegdheid was niet algemeen. Een deel van de bevolking, in het bijzonder stedelingen, verwelkomden de Franse bestuurlijke maatregelen, geïnspireerd door het gedachtengoed van de verlichting en de Franse revolutie. De korte duur en beperkte omvang van de opstand bewijzen op zich dat de misnoegdheid niet algemeen was.

“antigodsdienstige politiek” Was zeker een motief van de opstandelingen, maar hun misnoegdheid had ook andere bronnen; in algemene woorden de aantasting van aloude gewoontes, rechten en voorrechten

Voorstel van een aangepaste inleiding[brontekst bewerken]

De Boerenkrijg, ook Beloken of Besloten tijd geheten, was een opstand in 1798, van de landelijke bevolking tegen het door de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden gevestigde staatsgezag. Hij vond zijn oorzaak in de misnoegdheid over de aantasting van aloude gewoontes, rechten en voorrechten, in het bijzonder over de antigodsdienstige politiek en de plundering van het land. De wet van 5 september 1798 op de algemene dienstplicht was de druppel die de emmer deed overlopen. De opstandelingen hadden als leuze Voor Outer en Heerd ("voor altaar en haard", dit betekent: "voor Kerk en gezin"). Ze werden door de Fransen brigands (struikrovers) genoemd.

De opstand werd al na twee maanden met geweld de kop ingedrukt en was, alhoewel het verzet op sommige plaatsen nog tot 1799 werd verdergezet, eind 1798 al over zijn hoogtepunt heen. Vergeleken met de vele honderdduizenden doden bij de opstand in de Vendée enkele jaren voordien was de Boerenkrijg slechts een schermutseling, maar ook in Zuid-Nederland was de repressie door het Franse regime bijzonder hard. Later werd de opstand geromantiseerd als een belangrijke gebeurtenis in de Belgische natievorming en vervolgens in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in de Belgische staat.

De paragraaf “Geschiedenis”[brontekst bewerken]

Commentaar[brontekst bewerken]

“Boerenbevolking”

Terecht gebruikt het artikel elders de uitdrukking “landelijke bevolking”. Niet alleen boeren kwamen in opstand, ook, zoniet vooral, de kleine ambachtslui en hun werknemers en werkloze dagloonwerkers.

“Geschiedenis”

Hoe de Zuidelijke Nederlanden in Franse handen kwamen wordt wel heel summier beschreven. Gegevens die nu onder “motieven en aanleiding” staan kunnen beter gegroepeerd worden in een paragraaf “Historische achtergrond”.

Voorstel voor een paragraaf “Historische achtergrond” in plaats van “Geschiedenis”[brontekst bewerken]

Historische achtergrond[brontekst bewerken]

In de loop van de 17de en 18de eeuw was Frankrijk verschillende keren de Zuidelijke Nederlanden binnengevallen. Het ging toen om het uitbreiden van de Franse grenzen tot natuurlijke lijnen, in casu de Schelde, om het uitvechten van een conflict met de handelsnatie, de Noordelijke Nederlanden en later om het uitvechten van een conflict met Oostenrijk. Met de Vrede van Utrecht van 1713 waren de Zuidelijke Nederlanden aan de Oostenrijkse Habsburgers toebedeeld. Ze werden van dan af ook Oostenrijkse Nederlanden genoemd. In de loop van de 18de eeuw viel Frankrijk meerdere keren de Zuidelijke Nederlanden binnen. In de Slag bij Fleurus op 26 juni 1794 werd het Zuid-Nederlandse leger van de Habsburgse keizer Frans II nogmaals verslagen en de Zuidelijke Nederlanden en het prinsbisdom Luik door de Franse revolutionairen bezet. Tot dan toe min of meer onafhankelijke politieke entiteiten zoals het Graafschap Loon, het hertogdom Bouillon, en een aantal baroniën en heerlijkheden ondergingen hetzelfde lot.

Met de Vrede van Campo Formio (1797) werd de inlijving door Frankrijk van de Oostenrijkse Nederlanden (grotendeels het hedendaags België en Luxemburg) internationaal erkend. De vroegere Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik werden een deel van de Franse staat. Het Franse decreet van 1 oktober 1795 dat de bewoners tot Franse staatsburgers had verklaard werd definitief van kracht. Tot 1814 zouden de Zuidelijke Nederlanden voor de eerste keer in hun geschiedenis onder vreemde heerschappij komen.

De paragraaf “Motieven en aanleiding”[brontekst bewerken]

Commentaar[brontekst bewerken]

Dit is een eenzijdige opsomming van motieven voor de opstand en verklaart niet de beperktheid en korte duur van de opstand, met name het verband van de ingevoerde veranderingen met de ideeën van de verlichting.

Een uitdrukking als Franse "bevrijdings"leger getuigt van vooringenomenheid

Elk gevoel voor nationale verdediging en zeker militaire dienstplicht was voorheen onbekend in de Zuidelijke Nederlanden omdat de verdediging tegen buitenlands gevaar gezien werd als een verantwoordelijkheid van de vorst, in casu de Habsburgse keizer van Oostenrijk.

Voorstel voor een paragraaf “Motieven en aanleiding”, beperkt tot een opsomming van feiten[brontekst bewerken]

Motieven en aanleiding[brontekst bewerken]

De aanleiding tot de opstand waren de veranderingen die het Franse staatsgezag, geïnspireerd door de ideologie van de Verlichting en de revolutie, invoerde.

Eeuwenoude privaatrechtelijke en publieke gebruiken en privilegies werden afgeschaft, vertrekkend van het principe van de gelijkheid van alle mensen.

Eerbiedwaardige, gesacraliseerde vrijheidskeures van steden en provincies, werden naar de prullenbak verwezen en vervangen door nationale wetten en decreten. De bestuurlijke indeling en administratie werden gemoderniseerd. De eeuwenoude historisch gegroeide provinciën werden met hun benaming vervangen door departementen genoemd naar de rivieren.

Godsdienst, in casu het katholicisme, werd bestreden en de rede werd het voorwerp van een nieuwe religie. Van de priesters werd een de door de paus afgekeurde eed van trouw aan de grondwet en "haat aan het koningschap" geëist. Priesters die er zich aan onttrokken werden opgespoord en vervolgd.

Kerken werden gesloten en kloosterorden verboden. Kerkelijke gebouwen en gronden werden genaast en als openbaar domein verkocht. De traditionele kerkelijke geboorte- en doopregisters werden vervangen door gemeentelijke bevolkings-, huwelijks- en geboorteregisters, die als basis moesten dienen voor de confiscaties, belastingen en de conscriptie.

Een republikeinse rationele kalender werd ingevoerd.

Het Frans dat zowel in de Franstalige als in de Vlaamstalige en Duitstalige provincies enkel begrepen en gebruikt werd door een geschoolde elitaire minderheid werd de enige officiële taal. Openbare publicaties werden zo goed als niet begrepen.

Confiscaties, extra heffingen, oorlogsleningen en verplicht gebruik van assignaties werden zonder de minste inspraak van de plaatselijke bevolking opgelegd.

De ingevoerde veranderingen troffen telkens beperkte categorieën van de bevolking. Een deel van de bevolking ontving ze zelfs goedkeurend en werkte mee aan de invoering ervan. Door de Wet op de algemene dienstplicht echter, ook gekend als de wet Jourdan-Delbrel van 5 september 1798 (19 fructidor VI) werd zowat elk gezin getroffen. Alle jongemannen tussen 20 en 25 jaar moesten verplicht in militaire dienst wat voorheen totaal onbekend was.


Frans90245 (overleg) 16 aug 2018 16:25 (CEST)Reageren

De paragrafen "Literatuur" en "Bronnen"[brontekst bewerken]

Commentaar[brontekst bewerken]

  • De literatuurlijst is beperkt. Er bestaan recente werken over beperkte regionale aspecten van de gebeurtenissen, maar ook werken met een bredere benadering.
  • De eerst vermelde bron is niet volledig geïdentificeerd. De tweede bron evenmin. De derde bron is een catalogus van een niet nader geïdentificeerde tentoonstelling.

Voorstel voor een paragraaf "Literatuur en bronnen"[brontekst bewerken]

  • De literatuurlijst uitbreiden met recente goed geïdentificeerde werken.
  • De aparte paragraaf "Bronnen" verwijderen
  • Een paragraaf "Literatuur en bronnen"

Literatuur en bronnen[brontekst bewerken]

  • A. Suykens, Franse Revolutie en Boerenkrijg in Klein-Brabant (1948)
  • A. De Bruyne, De Boerenkrijg, 1798 (1948)
  • Th. Vandebeeck & J. Grauwels, De Boerenkrijg in het departement van de Nedermaas (1961)
  • Bussels, M. & Grauwels, J., Boerenkrijg 1798-1973 (1973) in De Hasselaar; Volume (nummer) 82;1973
  • Stroobants, Bart, De monumenten ter ere van Van Beneden en de Boerenkrijg (1898): argumenten in de strijd tussen de Mechelse katholieken en liberalen; Handelingen van de Koninklijke kring voor oudheidkunde, letteren en kunst van Mechelen vol:101 issue:1 pages:237-284; KU Leuven publication; 1998
  • François, Luc e.a., De Boerenkrijg. Twee eeuwen feiten en fictie. Uitgeverij Davidsfonds, Leuven, 1998. 200 p.; foto's, tek., tab., graf., lit.; 795 BF; ISBN 90-6152-698-1.
  • Goris,Jan, Stevens,Fred, Veraghtert, Karel, Gielis, Marcel, Voor outer en heerd. De Boerenkrijg in de Antwerpse Kempen, 1798. Uitgeverij Brepols, Turnhout, 1998. 244 p.; foto's, documenten, tab., lit.; 995 BF. ISBN 90-5622-021-7
  • Martens, Erik, De Boerenkrijg in Brabant (1798-1799). De opstand van het jaar 7 in het Dijledepartement, Uitgeverij De Krijger, 2005
  • Hous, Jan Baptist, Redacteur: De Kempeneer J. ; Leuvense kroniek (1780-1829); Abdij van Park, 1964; 336 p.

De paragraaf "Externe links"[brontekst bewerken]

Commentaar[brontekst bewerken]

Voorstel voor een bewerkte paragraaf "Externe links"[brontekst bewerken]

Externe links[brontekst bewerken]

  1. Jan Goris, Fred Stevens, Karel Veraghtert, Marcel Gielis, Voor outer en heerd. De Boerenkrijg in de Antwerpse Kempen, 1798. Uitgeverij Brepols, Turnhout, 1998. 244 p.; foto's, documenten, tab., lit.; 995 BF. ISBN 90-5622-021-7.

Frans90245 (overleg) 26 aug 2018 20:12 (CEST)Reageren

Externe links aangepast[brontekst bewerken]

Hallo medebewerkers,

Ik heb zojuist 2 externe link(s) gewijzigd op Boerenkrijg. Neem even een moment om mijn bewerking te beoordelen. Als u nog vragen heeft of u de bot bepaalde links of pagina's wilt laten negeren, raadpleeg dan deze eenvoudige FaQ voor meer informatie. Ik heb de volgende wijzigingen aangebracht:

Zie de FAQ voor problemen met de bot of met het oplossen van URLs.

Groet.—InternetArchiveBot (Fouten melden) 6 mei 2019 20:18 (CEST)Reageren

Schermutseling? laat me niet lachen[brontekst bewerken]

In de inleiding wordt de boerenkrijg slechts een schermutseling genoemd. Met meer dan 10.000 boeren dood, waaronder veel bloedbaden denk ik dat we 'echt' niet met kleinigheid te maken hebben. Tomaatje12 (overleg) 5 dec 2021 23:06 (CET)Reageren