Refugiehuis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het refugium Ten Duinen in Hulst

Een refugiehuis, refugehuis, ook refugie of refugium genoemd, was voor de bewoners van abdijen en kloosters een toevluchtshuis waar ze terecht konden in perioden waarin zij zich, door oorlog of andere onrust, niet veilig voelden in hun dikwijls afgelegen hoofdverblijf. Het was vaak een versterkt stenen huis binnen de stadsmuur. Niet alleen de kloosterlingen konden een veilig heenkomen in een refugie vinden; ook kostbaarheden en relieken uit de kloosters werden erheen gebracht in tijden van onrust.

Als een klooster ergens gedwongen werd te sluiten, zoals in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gedurende de Reformatie, vestigden de religieuzen zich soms in een naburig gebied waar het kloosterverbod niet gold, met de intentie om te zijner tijd terug te keren. Ook dit werd een refugie genoemd. Een voorbeeld hiervan is het klooster van de Birgittinessen te Uden, dat Maria Refugie wordt genoemd en dat nog steeds bestaat. Dit klooster was gelegen in het land van Ravenstein waar katholiek kloosterleven was toegestaan.

Verschillende refugiehuizen zoals dat van de abdij Affligem in Antwerpen werden ook gebruikt als pastorie om er de plaatselijke pastoor van de Sint-Walburgiskerk te huisvesten.

Een groot aantal refugiehuizen is behouden gebleven:

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Monastery houses of refuge van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.