Resolutie 1183 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1183
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 15 juli 1998
Nr. vergadering 3907
Code S/RES/1183
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Conflict om Prevlaka
Beslissing Autoriseerde de VN-waarnemers om te blijven toezien op de demilitarisatie van Prevlaka tot 15 januari.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1998
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zweden Zweden
Prevlaka aan de grens tussen Kroatië en Montenegro.

Resolutie 1183 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 15 juli 1998.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars en in 1991 verklaarde Kroatië zich onafhankelijk. Daarop volgde de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog, tijdens dewelke het Joegoslavische Volksleger het strategisch gelegen schiereilandje Prevlaka innam. In 1996 kwamen Kroatië en Joegoslavië overeen Prevlaka te demilitariseren, waarop VN-waarnemers van UNMOP kwamen om daarop toe te zien. Deze missie bleef uiteindelijk tot 2002 aanwezig.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Secretaris-generaal Kofi Annan maakte melding van positieve ontwikkelingen. Zo hadden Kroatië en Servië en Montenegro voorstellen gedaan om het dispuut over Prevlaka definitief op te lossen. Desondanks hielden de twee zich nog steeds niet aan het demilitarisatieregime van het schiereiland.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De militaire VN-waarnemers in Prevlaka werden geautoriseerd om tot 15 januari 1999 te blijven toezien op de demilitarisatie van het schiereiland. De twee partijen werden opgeroepen stappen te ondernemen om de spanningen er te doen afnemen en de veiligheid te verbeteren, alsook het demilitarisatieregime niet langer te schenden.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]