Vrij Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vrij Nederland
Logo
Oplage 14.029 (2022)[1]
Eerste editie 31 augustus 1940
Land(en) Vlag van Nederland Nederland
Vlag van België België
Hoofdredacteur Ward Wijndelts
Uitgeverij(en) WPG Uitgevers
ISSN 0165-666X
Website
Portaal  Portaalicoon   Media

Vrij Nederland is een Nederlands opinieblad van linkse signatuur.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Voorpagina van de eerste editie, 31 augustus 1940

Ontstaan en bezettingsjaren[bewerken | brontekst bewerken]

Vrij Nederland ontstond als verzetskrant tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. De eerste uitgave verscheen op 31 augustus 1940. De naam werd geïnspireerd op die van de radiozender Radio Vrij Nederland.[2]

Oprichters[bewerken | brontekst bewerken]

De krant werd opgericht door een aantal protestantse jongeren, onder wie Frans Hofker, Jan van der Neut, Daan Levendig, Kees Troost,[3] Anne Kooistra en Wim Speelman. De eerste drie werden al begin 1941 opgepakt.

Vrouwelijke leden van de verzetsgroep waren onder andere Jacoba van Tongeren, Ada van Randwijk-Henstra, Hetty van Klaveren en Lenie Stegeman.[4]

Arrestaties[bewerken | brontekst bewerken]

In 1941 vond er een arrestatiegolf plaats onder de redactieleden. Toen de oprichters door de Duitsers werden opgepakt werd aanvankelijk Édouard de Nève (pseudoniem van Jean Lenglet) aangezocht als redacteur. De Nève, die al tot over zijn oren in het illegale werk zat, werd echter na een half jaar eveneens gearresteerd. Hij overleefde de oorlog, doordat zijn dossier zoekraakte in de chaos van Dolle Dinsdag.

Hierop zette Henk van Randwijk hun werk voort, met onder andere Jan H. de Groot, Henk P. Hos en Wim Speelman. Vanaf december 1941 verscheen Vrij Nederland gedrukt. Deze eerste exemplaren werden gedrukt door Drukkerij Hoekstra in het Friese plaatsje Koudum. De groep ontkwam tot tweemaal toe ternauwernood aan arrestatie.

In 1943 verliet een groep redacteuren onder wie Wim Speelman Vrij Nederland, omdat ze de onder Van Randwijk ingezette koers te veel pro-Sovjet-Unie vonden. Zij begonnen de verzetskrant Trouw.

Na de bevrijding[bewerken | brontekst bewerken]

Minister Korthals Altes toont een exemplaar van Vrij Nederland in de Tweede Kamer (1983)

Na de oorlog ging Vrij Nederland onder Van Randwijk verder als weekblad. Van Randwijk ageerde tegen de politionele acties in Indonesië. Hierdoor daalde het aantal abonnees sterk. In 1950 dreigde Vrij Nederland failliet te gaan. Het werd overgenomen door De Arbeiderspers. Van Randwijk moest aftreden als hoofdredacteur en verliet het blad in februari 1950. In september 1952 beëindigde hij zijn medewerking aan Vrij Nederland volledig, onder meer wegens een niet geplaatst artikel van hem over de pacifistische Derde Weg-beweging.

Zijn opvolger, Mathieu Smedts, legde de basis voor de gouden jaren van Vrij Nederland, door een aantal mensen aan te nemen en te stimuleren. Renate Rubinstein, Rinus Ferdinandusse, Jan Eijkelboom, Joop van Tijn, die kring van Propria Cures.[5]

De tijdschriftenpoot van De Arbeiderspers werd in 1965 verzelfstandigd tot Weekbladpers. Zowel inhoudelijk als qua oplage beleefde Vrij Nederland zijn glorieperiode onder het hoofdredacteurschap van Rinus Ferdinandusse in de jaren zeventig en tachtig, met een oplage van bijna 120.000 in 1978.

Jaren negentig[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf de jaren negentig veranderde Vrij Nederland onder invloed van de concurrentiestrijd en het onverwachte overlijden van hoofdredacteur Joop van Tijn (1938-1997) geleidelijk aan van een krant in een tijdschrift.

Eenentwintigste eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In 2004 ontbrandde op de redactie een felle strijd om de macht rond de reorganisatie- en ontslagplannen van uitgever Hendrik-Jan Schoo en zijn hoofdredacteur en minnares Xandra Schutte.[6] Schutte werd in 2005 vervangen door Emile Fallaux,[7] later opgevolgd door Frits van Exter, die zich in 2015 als hoofdredacteur terugtrok toen bekend werd dat het weekblad zou worden opgeheven om plaats te maken voor een maandblad. De redactie was niet gekend in de besluitvorming, zoals het redactiestatuut voorschrijft. Eind 2016 maakte Vrij Nederland alsnog de overstap van week- naar maandblad.[8]

Hoofdredacteuren[bewerken | brontekst bewerken]

Oplage en bereik[bewerken | brontekst bewerken]

Totaal betaalde gerichte oplage volgens HOI, Instituut voor Media Auditing (Vanaf 2015 'NOM') en Jan van de Plasse: Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers, Amsterdam 2005, ISBN 90-75727-77-1.

  • 1945: 109.000
  • 1947: 32.000
  • 1951: 35.000
  • 1955: 19.000
  • 1960: 23.000
  • 1965: 36.950
  • 1970: 81.378
  • 1975: 109.381
  • 1978: 117.165
  • 1980: 111.857
  • 1985: 97.132
  • 1990: 76.947
  • 1991: 92.303
  • 1995: 92.134
  • 1996: 90.597
  • 1997: 88.933
  • 1998: 79.718
  • 1999: 65.514
  • 2000: 55.947
  • 2001: 53.669 (-4,1%)
  • 2002: 53.413 (-0,5%)
  • 2003: 52.868 (-1,0%)
  • 2004: 50.124 (-5,2%)[9]
  • 2005: 49.244 (-1,8%)
  • 2006: 47.082 (-4,4%)[10]
  • 2007: 46.671 (-0,9%)[11]
  • 2008: 44.115 (-5,5%)
  • 2009: 44.860 (+1,7%)
  • 2010: 48.353 (+7,8%)
  • 2011: 45.534 (-5,8%)[12]
  • 2012: 40.872 (-10,2%)[13]
  • 2013: 35.649 (-12,8%)
  • 2014: 31.623 (-11,3%)
  • 2015: 22.937 (-27,5%)
  • 2016: 19.875 (-13,3%)
  • 2017: 28.368 (+42,7%)
  • 2018: 20.978 (-26,1%)
  • 2019: 18.406 (-12,3%)
  • 2020: 17.043 (-7,4%)
  • 2021: 15.542 (-9,6%)
  • 2022:
    • Printoplage: 13.770 (-11,4%)
    • Print en digitaal bereik: 59.000[14]

Diversen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Onafhankelijk van de "Amsterdamse" Vrij Nederland verscheen tijdens de oorlog in Londen het weekblad Vrij Nederland.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • John Jansen van Galen: De gouden jaren van het linkse levensgevoel. Het verhaal van Vrij Nederland. Amsterdam, Balans, 2016. ISBN 9789460030970
  • Jan van de Plasse: Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers. Amsterdam, Otto Cramwinkcel Uitgever, 2005. ISBN 9075727771

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Vrij Nederland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.