Land van Kriekenbeek
Zie voor meer informatie: Waarom staat mijn artikel op de beoordelingslijst. Voel je vrij het artikel te bewerken.
Haal de pagina echter niet leeg en verwijder deze boodschap niet voordat de discussie gesloten is.
Het Land van Kriekenbeek (Duits: Krickenbeck), was een historisch gebied in Opper-Gelre, dat als heerlijkheid in de Mulgouw ontstond[1] en later als Ambt Krieckenbeck onderdeel werd van het Graafschap Gelre[2]. Het land bestond uit de 6 schepenbanken Herongen, Wankum, Leuth, Grefrath, Lobberich en Hinsbeck (onder één landscholtis), de stad Venlo (met eigen scholtis) en de exclave Viersen (met eigen voogd)[3][4].
Graafschap
Over de vroegste geschiedenis van het gebied is nog veel onduidelijk. In 1104 wordt er in de Annales Rodenses vermeld dat comes (graaf) Heinricus de Kriekenbach verwant was met de graven Gerardus van Gelre, Theodoricus van Kleef en heer Goswinus van Heinsberg[5]. Aan het riviertje Nette (ook Niers genaamd) ontstond het motte Kasteel Krickenbeck.
Op 5 April 1118 is er sprake van een schenking aan de abdij van Siegburg, waarin een Hendrik van Krieckenbeek tijdelijk als heer van Wassenberg zou gaan optreden, totdat zijn broer, de latere graaf Gerard I van Gelre de volwassen leeftijd bereikt had.[6]
Hendrik zou echter enkele maanden later overlijden, namelijk op 5 oktober van hetzelfde jaar. Zijn zoon Hendrik II volgende hem op als graaf, en was tevens voogd van Roermond en van de Sint-Pantaleonkerk (Keulen), die op zijn beurt werd opgevolgd door zoon Hendrik III.
Vervolgens is er sprake van een Reyner van Krieckenbeek, die ook heer van Millendonk was. Mogelijk was hij echter in de financiele problemen geraakt, want volgens oorkonden uit 1188 en 1190 had hij het Land van Krieckenbeek voor 1300 Keulse mark verkocht aan Filips I van Heinsberg.[7][8] Echter na diens dood blijkt het gebied in 1197 weer in handen te zijn van Reyner's dochter, Alvaradis van Kriekenbeck.
Alvaradis was gehuwd met Frederik van Berg-Altena. Hun zoon Adolf I van der Mark, dominus de Crikenbeke[9], zou het land in 1243 verkopen aan zijn zwager, Otto II van Gelre[10][11][12][13]. Vanuit hier zou het Ambt Krieckenbeck ontstaan. Venlo was tijdens de verheffing van Gelre tot hertogdom nog een dorp, maar werd later na haar stadsverheffing een eigen stedelijke jurisdictie[14].
Ambt Krieckenbeck
Dit historisch ambt bevond zich in de huidige Duitse regio Nederrijn. Het werd bestuurd door een landdrost, met Hinsbeck als hoofdzetel van het Landsgerechtshof[15]. De Alde Borch of Alt-Krickenbeck was toen reeds verwoest en er werd zo'n twee kilometer noordwaarts een nieuwe burcht gebouwd.
Nadat het het graafschap Gelre in 1339 tot hertogdom werd verheven, werd het vaker het strijdtoneel van rivaliserende huizen. Zo werden in 1424 Grefrath en Viersen, en in 1428 Leuth door troepen van Adolf van Gulik-Berg platgebrand.
In 1543 werd het Traktaat van Venlo opgesteld, waarin Willem V van Kleef afstand deed van het Overkwartier, en viel het samen met de exclaves Viersen en Erkelenz aan het huis Habsburg, later overgegaan in de Spaanse Nederlanden. door de talrijke oorlogen bleef het gebied onrustig. Zo ging 1658 Leuth in vlammen op.
het Ambt Krickenbeck werd in 1673 verkocht aan Wolfgang Willem van Schaesberg[16]. Tot de rechtsgebieden hoorden op dat moment de heerlijkheden Hinsbeck, Wankum, Leuth en Herongen. Het omvatte de hoge, midden en lage jurisdictie over deze plaatsen en het recht om schouten, schepenen en ingezworenen te installeren. Ook had hij het recht om tolgelden en cijnzen te heffen. Galg en rad bleven echter wel in Hinsbeck in gebruik.
In 1648 deden Franse troepen Hinsbeck en kasteel Krieckenbeck verwoestten en plunderden. In 1703 werden de Ambten Krieckenbeck, Geldern, Straelen en Wachtendonk aan het koninkrijk Pruisen toegevoegd. Nadat Napoleon in 1814 verslagen was, werd het gebied in 1815 bij het Congres van Wenen wederom opgedeeld.
De nieuwe staatsgrens werd bepaald door een kanonschot vanaf de Maas in oostelijke richting: hierdoor werden Venlo, Arcen en Roermond Nederlands, en Wankum, Herongen, Leuth, Lobberich, Hinsbeck en Krieckenbeck Pruisisch (later Duitsland).
Stamreeks van Krieckenbeek
- Gerard III Flamens (ca. 1022 - kort voor 1076), gehuwd met Cunegunde, dochter van Hendrik I van Leuven[17]
- Hendrik I van Krieckenbeek (ca. 1050 - 5 okt 1118), vermoedelijk gehuwd met een dochter van Ansfridus van Kessel
- Hendrik II van Krieckenbeek (ca. 1075 - na 1124), gehuwd met Alverade von Merheim (ca. 1085)
- Hendrik III van Krieckenbeek (ca. 1106 - 1144)
- Reyner I van Krieckenbeek (ca. 1108 - 1167)[18], gehuwd met Alvardis von Molbach (ca. 1115)
- Reyner II van Krieckenbeek (ca. 1138), gehuwd met ene Aleidis
- Johanna van Krieckenbeek (ca. 1165), gehuwd met Herman van Elsloo (ca. 1165 - 1231)
- Arnold I van Stein (ca. 1190)
- Seger van Crieckenbeek (ca. 1215 - voor 1275)[19]
- Herman van Crieckenbeek (ca. 1240 - na 1295)
- Hendrik van Crieckenbeek (ca. 1262)
- Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1284 - 1326) Zie vervolg hieronder ↓
- Sijbrecht van Kriekenbeek van Grefrath (ca. 1286 - na 1326)
- Johan van Kriekenbeek van Helden (ca 1308)[20]
- Gysbertus van Crieckenbeek (ca. 1264)
- Hendrik van Crieckenbeek (ca. 1262)
- Herman van Crieckenbeek (ca. 1240 - na 1295)
- Seger van Crieckenbeek (ca. 1215 - voor 1275)[19]
- Arnold I van Stein (ca. 1190)
- Dirk I van Millendonk (ca. 1140 - na 1197)[21]
- Dirk II van Millendonk (ca. 1162 - na 1216)
- Alverade van Krieckenbeek (ca. 1150 - 1210), gehuwd met Frederik van Berg-Altena (ca. 1148 - 14 mei 1199)[22]
- Adolf I van der Mark (ca. 1180 - 28 jun 1249), gehuwd met Irmengarde van Wassenberg, dochter van Otto I van Gelre
- Johanna van Krieckenbeek (ca. 1165), gehuwd met Herman van Elsloo (ca. 1165 - 1231)
- Reyner II van Krieckenbeek (ca. 1138), gehuwd met ene Aleidis
- Meinerus van Krieckenbeek (ca. 1110 - voor 1148)
- Arnold van Krieckenbeek (ca. 1135)
- Alveradis van Krieckenbeek (ca. 1125), gehuwd met Godfried van Ubach (ca. 1125 - na 1172)
- Udonis van Ubach (ca. 1150 - na 1219), drossaard van Limburg. Mogelijk de stamvader van de familie Ubachs
- Regiwindis van Ruremunde (ca. 1080 - 12 mrt 1130), gehuwd met Adelbert II van Saffenberg (ca. 1080 - 3 apr 1151)
- Adolf I van Saffenberg (ca. 1101 - 21 mei 1177)
- Adelbert van Scharn (ca. 1103 - 1168)
- Aleidis van Thorn (ca. 1105 - 1172), Abdis van Thorn 1136-1172
- Regewidis van Thorn (ca. 1107 - na 1172), stiftdame
- Mathilda von Saffenberg (ca. 1110 - 2 jan 1145), gehuwd met Hendrik II van Limburg
- Reinzo van Straelen (1085 - na 1144)
- Hendrik II van Krieckenbeek (ca. 1075 - na 1124), gehuwd met Alverade von Merheim (ca. 1085)
- Gerard I van Gelre (ca. 1060 - 16 okt 1129), graaf van Gelre, bijgenaamd 'de Lange'.
- Hendrik I van Krieckenbeek (ca. 1050 - 5 okt 1118), vermoedelijk gehuwd met een dochter van Ansfridus van Kessel
Stamreeks van Krieckenbeek van Baerle
Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1284 - 1326), beleend met de hof tot Baerle
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1305 - na 25 okt 1360), ridder, schepen van Geldern en rentmeester van Gelre[23]
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1330 - na 1380), ridder
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1365 - 1404), gehuwd met Baetse Kreenkens
- Arnold (Arnt) van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1370), verkoopt zijn aanspraken op Arcen
- Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1375), gehuwd met Elisabeth van Pardelaer (ca. 1400 - 1452). Ook Willem verkoopt zijn aanspraken op Arcen. In 1398 ambtman te Erkelenz, en in 1402 beleend met de gruit te Grefrath, Lobberich, Hinsbeck, Leuth, Herongen en Wankum.
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1421 - voor 1478), ambtman van Kriekenbeek en drost en stadhouder van Wickrade, ook seneschalk van het land en graafschap Loon[24]. Gehuwd met Elisabeth van Dormenshem
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1445 - na 18 okt 1473)
- Helmich van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1450 - na 1478), gehuwd met Johanna Velber[25]
- Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1455), gehuwd met Godefrida Mercator (ca. 1460)[25]
- Hendrik Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1482)
- Henrick van Baerle (ca. 1504 - na 8 jul 1544)
- Johan van Baerle (ca. 1525 - na 13 jun 1556)
- Henrick van Baerle (ca. 1504 - na 8 jul 1544)
- Hendrik Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1482)
- Emond van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1425 - 8 mei 1468), heer van Overen, gehuwd met Eva van Bree (ca. 1445 - 8 aug 1510)
- Peter van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1468 - 30 nov 1518), schepen te Roermond, gehuwd met Elizabeth van Dursdael (ca. 1477 - 5 feb 1524)
- Margaretha van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1498), gehuwd met Jean de Fallois (delle Falloise), burgemeester van Luik 1532-1533
- Emont van Baerle (21 dec 1515 - 3 jun 1589), heer van Overen, Berckt en Roesdonk, gehuwd met Agnes van Eyll (1523 - 9 okt 1602)
- Willem van Baerle (25 okt 1559 - 13 mei 1602), heer van Overen, gehuwd met Anna Spee van Forst (ca. 1570)
- Anna van Baerle (ca. 1595), gehuwd met Gilles van Haeften
- Elizabeth van Baerle (ca. 1605), huwde op 16 mei 1633 met Carl van Harff.
- Willem van Baerle (25 okt 1559 - 13 mei 1602), heer van Overen, gehuwd met Anna Spee van Forst (ca. 1570)
- Peter van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1468 - 30 nov 1518), schepen te Roermond, gehuwd met Elizabeth van Dursdael (ca. 1477 - 5 feb 1524)
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1421 - voor 1478), ambtman van Kriekenbeek en drost en stadhouder van Wickrade, ook seneschalk van het land en graafschap Loon[24]. Gehuwd met Elisabeth van Dormenshem
- Walraven van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1335 - 1395)
- Frederik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1365 - 1410)
- Catharina van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1400), gehuwd met Willem van Montfoort (ca. 1385 - 1468)
- nn (ca. 1402), gehuwd met Arnold II van Ghoor (ca. 1395)
- Elisabeth van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1410 - 1457), gehuwd met Johan VI van Renesse (1374 - 17 mrt 1438)
- Frederik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1365 - 1410)
- Hendrik van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1330 - na 1380), ridder
- Willem van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1307 - na 1340), gehuwd met Greeta Zebartz
- Arnold van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1309 - na 1358)
- Hillegonda van Kriekenbeek van Baerle (ca. 1350 - 5 apr 1412), gehuwd met Matthijs II van Berck van Kessel (ca. 1350 - na 1407)
Drosten
Drosten waren vanaf de middeleeuwen de bestuursambtenaren die een bepaald gebied, oftewel ambt bestuurden. Zij werden aangesteld door de regerende landheer om in diens naam de wetten in het betreffende gebied te handhaven. Onderstaande lijst is nog incompleet.[26]
Ambtsperiode | Naam drost |
---|---|
1288 | Rutger van Tysse |
1294 | Gerardus van Offenbech[27] |
1347 | Arnold Spede (of Spee) |
1348 | Henrik der Langen |
1360-1373 | Johan van Broeckhuysen |
1381-1397 | Hendrik van Wickrath |
1399 | Karl van Wyenhorst |
1400-1404 | Hendrik van der Neersen |
1406-1420 | Johan van Wickrath |
1420-1429 | Willem van Wachtendonk |
1429-1449 | Johan van Wickrath |
1449 | Johan van Wachtendonk |
1461 | Sweer van Warick |
1465 | Hendrik van Wickrath[28] |
1466-1467 | Eduard Vogt zu Bell |
1467-1471 | Johan van Wickrath |
1471-1486 | Reiner van Holthuysen |
1487–1488 | Willem I van Nieuwenaar[29] |
1492-1496 | Johan Bastaard van Gelre[28] |
1496-1501 | Andreas van Vischennich genaamd Bell[30] |
1502–1503 | Willem van Flymerschem[31] |
1533-1536 | Frans Voss van Schwarzenberg[32] |
1539-1540 | Frans van Stalbergen[33] |
1544 | Hendrik Spee[34] |
1554 | Derick van Westren[35] |
1555-1567 | Jan van Stalbergen senior |
1569-1581 | Jan van Stalbergen junior |
1584 | Johan van Holthuysen |
1605 | Arnold IV Huyn van Geleen[36] |
1638-1664 | Arnold V Wolfgang Huyn van Geleen[37] |
1673 | Wolfgang Willem van Schaesberg[38] |
Zie ook
- ↑ Coldeweij, J.A., Clevis, H. (1984). De graven van Kessel. Castellogica 1 "De heren van Kriekenbeek en de graven van Kessel bezaten beiden bezittingen in de Molengouw tussen Maas en Niers en hadden buiten de Molengouw verspreide allodia, lenen en voogdijrechten."
- ↑ Eversen, Jos. M.H., Meulleners, J.L. (1899). Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, jaargang 1898/1899. LGOG, 49 [414] "Arcen en Lom behoorden tot het land van Krickenbeek. Op het eind der XIe eeuw komt dit land als graafschap voor. [..] Tegen de helft der XIIIe eeuw werd Krickenbeek bij het Hertogdom Gelder gevoegd, terwijl de benaming van graafschap toen veranderd werd in die van ambt."
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae IV - 543 ca. 1400. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “Het ambt Krickenbeck bestaat uit het land Krickenbeck (met 6 schepenbanken: Herongen, Wankum, Leuth, Grefrath, Lobberich en Hinsbeck waarover één landscholtis) de stad Venlo (met eigen scholtis) en Viersen (met eigen voogd). Aan het hoofd van het ambt staat de ambtman of drost.”
- ↑ Gelders Archief, 0001, Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen, 1682.01-0005, Afschrift: inv.nr. 1682, fo. 3. Doorgehaald: "Hertog Karel belooft de rechten van schepenen en onderzaten van het land van Kriekenbeek, met name van het kerspel Viersen, te zullen onderhouden".
- ↑ Jappe Alberts, W. (1979). Overzicht van de geschiedenis van de Nederrijnse territoria tussen Maas en Rijn ±800-1288, Maaslandse Monografieën 28. LGOG, p. 35 "waar sprake is van Gerardus van Gelre, Goswinus de Heinesberch, Henricus de Kriekenbeek en Theodoricus de Cleve, als "consanguinei", wordt vermeld."
- ↑ Jahn, Ralf G (2001). Gelre, Geldern, Gelderland. Geschichte und Kultur des Herzogtums Geldern. Johannes Stinner & Karl-Heinz Tekath, "Genealogie der Vögte, Grafen und Herzöge von Geldern", p. 32.
- ↑ Lacomblet, Theodor Joseph (1863). Die Lehnhöfe am Niederrhein. IV. Band, "Archiv für die Geschichte des Niederrheins", [408] 396.
- ↑ (de) Knipping, Richard (1901). Die Regesten der Erzbischöfe von Köln im Mittelalter, Band 2, "nr 1386".
- ↑ (de) Heinrichs, Leopold (1884). Geschichte der Herrlichkeit Leuth: ein Beitrag zur Geschichte des Geldrischen Ambtes Kriekenbeck, p. 374.
- ↑ 6 februari 1274: Reynoldus, priester, kapelaan der kerk van Xanten, verklaart [..] dat het patronaatsrecht van Leuth toekomt aan de heerlijkheid Kriekenbeck [..]. Hij weet nog, dat Adolfus graaf van (der) Mark, toenmaals heer van Krieckenbeck, als zodanig de kerk vergaf aan Gerardus genaamd de Horst, kanunnik van Xanten. [..] later toen de heerlijkheid Kriekenbeck door Adolfus was verpand aan Otto graaf van Gelre [..] Tenslotte toen de heerlijkheid Kriekenbeck door koop geheel overging aan de graaf van Gelre Res Gestae II, 365, https://www.archiefroermond.nl/nl/onderzoek/regesten-2/02-regesten-nr-1-nr-1282.pdf
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae IV - 56: 1243 maart 3. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “Adolf graaf van Mark en zijn zonen verkopen aan Otto, graaf van Gelre, hun allodia ofwel feodale goederen van Krickenbeck, die verkoper heeft geërfd van de heren van Krickenbeck.”
- ↑ Röhrscheid, Ludwig (1989). Rheinische Vierteljahresblätter, Band 53, p. 25.
- ↑ Jappe Alberts, W. (1979). Overzicht van de geschiedenis van de Nederrijnse territoria tussen Maas en Rijn ±800-1288, Maaslandse Monografieën 28. LGOG, p. 37 "De verkoop in 1243 wordt uitdrukkelijk beperkt tot ten westen van de Rijn gelegen lenen en allodia, die tot het Krieken beekse dominium behoord hebben. Dit betekent, dat de heren van Kriekenbeek ook bezit aan de rechter Rijnoever hebben gehad."
- ↑ (de) Frankewitz, Stefan (1994). Heimatbuch des Kreises Viersen vol. 45. Oberkreisdirektor Viersen, "Das Amt Krickenbeck und die Stadt Venlo im späten Mittelalter", p. 39-51.
- ↑ Bosl, Karl (1970). Handbuch der historischen Stätten Deutschlands, Band 3, p. 434.
- ↑ Blok, P.J., Molhuysen, P.C. (1933). Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek - Deel 9. Sijthoff "Tot dekking van dit vermogen en van de ad 6¼% berekende rente werden hem de koninklijke domeinen in de ambten Krickenbeck en Kessel verpand."
- ↑ Winter, Johanna Maria van "Tiende tot dertiende eeuw', in: Kan, Fred van (2013). Adel en ridderschap in Gelderland: tien eeuwen geschiedenis. WBooks, "tiende tot dertiende eeuw", p. 18. ISBN 9789066304505 "Als zodanig komt Hendrik I van Leuven in aanmerking,17 die al in 1038 was gestorven maar wel een dochter kan hebben gehad die veel jonger was dan Gerard III zelf."
- ↑ (de) Janssen, Wilhelm (1968). Schriftenreihe Landkreis Kempen-Krefeld nr. 19, "Grefrath, Geschichte einer geldrischen Gemeinde bis 1650".
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae II: 375. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “voor 1275: Seger van Baerle, ridder, van een zijtak van de heren van Kriekenbeck; zegelen een witte lelie in rood veld”
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae I: 358 - 1338 augustus 10. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “De graaf heeft hem tevens gegeven als burchtleen het land, dat van Johan van Kriekenbeeck Sybrechtsoen was te Helden en 's jaars 13 mud rogge en 8 schellingen Brabants opbrengt.”
- ↑ Coldeweij, J.A., Clevis, H. (1984). De graven van Kessel. Castellogica 1 "Quadflieg stelt [1959] dat het geslacht Kriekenbeek na Reynerus wordt voortgezet onder de naam Millendonk"
- ↑ Europäische Stammtafeln XVIII 3
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae IV: 307 - 1360 october 25. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “Reinald III hertog van Gelre zal Hendrik van Krickenbeck weer handhaven als ambtman van Krickenbeck en in Venlo en Viersen”
- ↑ Oorkonde Henricus van Krickenbeck, seneschalk van het land en graafschap Loon op 5 october 1451. Het origineel is (waarschijnlijk) verloren gegaan [..]. De oorkonde is in 1826 gepubliceerd in: Collection des chroniques nationales francaises du treizieme au quinzieme siècle, avec notes et éclaircissements par J.-A. Buchon, volume 37, p.150 (dit werk is aanwezig in: Nationaal archief den Haag). Vertaling door Michiel Verweij van het Handschriftenkabinet - Cabinet des manuscrits, Koninklijke Bibliotheek van België op 8 aug 2011 http://heemkundekringbergeijk.nl/images/oorkonden/oorkonde_1451_transcriptievertaling.pdf
- ↑ a b Sivré; Linssen, Res Gestae II - 372 (10 augustus 2024). “1478: Helmich van Baerle, gehuwd met Johanna Velber 1489: Willem van Baerle, broer van Helmich, gehuwd met Gottfrieda Mercator van Venlo”
- ↑ Hermans, Fr., Huijs, T., Venner, G. en Wessels, L. (1990). Venlo's Mozaiek, hoofdstukken uit zeven eeuwen stadsgeschiedenis. LGOG (Werken LGOG 12). ISBN 90-71581-06-3.
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae II: 479. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “Rekening van Gerardus de Offenbech van het ambt Krieckenbeck”
- ↑ a b Frankewitz, Stefan (2001). Gelre, Geldern, Gelderland: Geschichte und Kultur des Herzogtums Geldern, "Geldrische Landesburgen vom 13. bis zum Ende des 15. Jahrhunderts".
- ↑ (de) Gaspers, Josef, Sels, Leo (1926). Geschichte der Stadt Erkelenz, p. 8.
- ↑ (de) Renard, Edmund (1904). Die Kunstdenkmäler der Rheinprovinz. Bd. 8, 2: Die Kunstdenkmäler der Kreise Erkelenz und Geilenkirchen.
- ↑ Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL), Staten van het Overkwartier van Gelre, 1503 februari 5, Toegang 01.001, Inv.nr. 1338 Toegang 01.001, Inv.nr. 501
- ↑ Dieter Kastner (bewerker): Die Urkunden des Stadtarchivs Erkelenz – Regesten, Inventare nichtstaatlicher Archive 40, Brauweiler 2001
- ↑ Uyttenbroeck, Henri (1914). Bijdragen tot de geschiedenis van Venlo, IV: De Straten te Venlo.
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae III: 2599 - 1554 april 14. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “en Hendrik Spee, bevelhebber van het ambt Kriekenbeck”
- ↑ Sivré; Linssen, Res Gestae III: 2626 - 1554 mei 25-27. Geraadpleegd op 10 augustus 2024. “Kanselier en raden te Arnhem schrijven aan Margriete van Hoirdt, vrouw van Derick van Westren (drost van Kriekenbeck)”
- ↑ Fahne, Anton (1860). Die Dynasten, Freiherren und jetzigen Grafen von Bocholtz, p. 110.
- ↑ Blok, P.J.; Molhuysen, P.C., Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7 (1927). Geraadpleegd op 10 augustus 2024.
- ↑ (de) Peters, Leo (1972). Geschichte des Geschlechts von Schaesberg bis zur Mediatisierung, p. 162.