Anton van Bourgondië (1384-1415)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anton van Bourgondië
1384-1415
Anton van Bourgondië
Graaf van Rethel
Periode 1393-1406 (samen met Margaretha)
Voorganger Margaretha & Filips de Stoute
Opvolger Filips
Hertog van Brabant en Limburg
Periode 1406-1415
Voorganger Johanna
Opvolger Jan IV
Hertog 'bij verpanding' van Luxemburg
Periode 1412-1415
Voorganger Wenceslaus II
Opvolger Elisabeth
Vader Filips de Stoute
Moeder Margaretha van Male
Dynastie Huis Valois-Bourgondië
Partner Johanna van Saint-Pol (1402)
Elisabeth van Görlitz (1409)

Wapen van Anton.
AR Groot of ½ Botdrager, geslagen in Leuven onder Anton van Bourgondië.

Anton van Bourgondië (1 augustus 1384[1]Azincourt, 25 oktober 1415), was de derde (maar tweede overlevende) zoon van Filips de Stoute en Margaretha van Male.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1406 tot aan zijn dood in 1415 was hij hertog van Brabant en Limburg, een titel die hij op een vrij gecompliceerde wijze verwierf.

In 1396 stelde de kinderloze Johanna, hertogin van Brabant, in uitvoering van de Vrede van Aat, haar nicht Margaretha van Male en haar zonen officieel aan als haar erfgenamen. Margaretha van Male was immers de dochter van Johanna's zuster, Margaretha van Brabant die getrouwd was met Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen. Nadat deze opvolgingsregeling ook door de Staten van Brabant in 1401 was bekrachtigd, droeg Johanna het feitelijke bestuur van Brabant over aan Margaretha van Male, die haar zoon Anton als ruwaard aanstelde. In hetzelfde jaar werd Anton gemachtigd de titel van hertog van Limburg te voeren.

Op 21 februari 1402 trouwde hij in Atrecht met Johanna van Saint-Pol, de dochter van Walram III van Luxemburg-Ligny.

Na het overlijden van zijn moeder (1405) kreeg hij het voogdijschap over het markgraafschap Antwerpen, dat op die manier opnieuw werd verenigd met Brabant, waarvan het sinds 1356 was gescheiden. Na de dood van hertogin Johanna van Brabant in 1406 onderschreef Anton op 18 december 1406 de Blijde Inkomst. Enkele maanden voordien had hij met zijn broer Jan zonder Vrees en zijn zwager Willem VI, graaf van Holland-Zeeland en van Henegouwen een familieverbond gesloten.

Na het overlijden van zijn eerste vrouw Johanna van Saint-Pol in 1407, die hem twee kinderen had geschonken: Jan en Filips, hertrouwde hij op 16 juli 1409 met Elisabeth van Görlitz, eveneens uit het Luxemburgse Huis, een dochter van Jan van Gorizia. Dit huwelijk verschafte hem in 1411, na de dood van hertog ‘bij verpanding’ Jobst van Moravië, de titel van hertog van Luxemburg, alsook de keizerlijke erkenning van Wenceslaus van zijn opvolging in Brabant. Toch waren er drie veldtochten (1412-1414) nodig om de Luxemburgse adel te onderwerpen.

Inmiddels nam de strijd om de macht in Frankrijk, waarbij Anton zijn broer Jan zonder Vrees steunde, een hachelijke wending. Anton wist zich uit de dreigende omsingeling van het Bourgondische kamp te redden door de Vrede van Atrecht (4 september 1414) tot stand te brengen. Nadien bleef hij trouw aan de Franse koning, in wiens dienst hij gedood werd in de Slag bij Azincourt.[2] Hij was in het strijdperk getreden in het harnas van een van z'n kamerheren. Hierdoor was hij voor de Engelsen niet te herkennen als de hertog van Brabant en hoopte hij minder losgeld te hoeven betalen mocht hij gevangen worden genomen. Inderdaad beseften de Engelsen niet dat ze met een krijgsgevangene van hoge waarde te doen hadden. Ze doodden hem met de andere gevangenen die weinig konden opbrengen. In het hertogdom Brabant werd Antoon opgevolgd door zijn oudste zoon, Jan IV van Brabant.

Onder hertog Anton werd de administratie en het financiewezen van het hertogdom Brabant grondig hervormd. Naar Frans-Bourgondisch voorbeeld werd een Rekenkamer en een Raadkamer te Vilvoorde opgericht (1406) en werd er een kanselier van Brabant aangesteld. Deze nieuwe instellingen stuitten aanvankelijk op verzet van de steden Antwerpen, Brussel en 's-Hertogenbosch, omdat zekere van hun privileges werden aangetast. Anton heeft de Brabantse belangen uiteindelijk steeds verdedigd en de oude band van het hertogdom met het Duitse Rijk weten te verzwakken.

Nageslacht[bewerken | brontekst bewerken]

Met Johanna van Saint-Pol:

Met Elisabeth van Görlitz

  • Willem (2 juni 1410 – Brussel, 10 juli 1410)
  • onbekend (1412)

Twee buitenechtelijke dochters, waaronder

Kwartierstaat (voorouders)[bewerken | brontekst bewerken]


Filips VI van Frankrijk
(1293-1350)

Johanna van Bourgondië
(1293_1349)
 

Jan de Blinde
(1296-1346)

Elisabeth I van Bohemen
(1292-1330)
 

Lodewijk I van Vlaanderen
(1304-1346)

Margaretha van Frankrijk
(1310-1382)
 

Jan III van Brabant
(1300-1355)

Maria van Évreux
(1303-1335)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Jan II van Frankrijk
(1319-1364)
 
 
 

Bonne van Luxemburg
(1315-1349)
 
 
 
 
 

Lodewijk van Male
(1330-1384)
 
 
 

Margaretha van Brabant
(1323-1380)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Filips de Stoute
(1342-1404)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Margaretha III
van Vlaanderen

(1350-1405)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Jan zonder Vrees
(1371-1419)
 

Margaretha van Bourgondië
(1374-1441)
 

Catharina van Bourgondië
(1378-1425)
 

Bonne van Bourgondië
(1379-1398)
 

Anton van Bourgondië
(1384-1415)
 

Maria van Bourgondië
(1386-1422)
 

Filips van Nevers
(1389-1415)

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]