Arachana

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Arachana
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Laat-Perm of Vroeg-Trias
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Orde:Temnospondyli
Onderorde:Stereospondyli
Geslacht
Arachana
Piñeiro et al., 2012
Typesoort
Arachana nigra
Arachana op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Arachana[1] is een geslacht van uitgestorven rhinesuchide-achtige temnospondyle Batrachomorpha (basale 'amfibieën') bekend uit de Buena Vista-formatie uit het Vroeg-Trias in het noordoosten van Uruguay. Het deelt kenmerken met zowel rhinesuchiden als lydekkeriniden, waardoor het in bouw een overgangsvorm is tussen basale en meer geavanceerde stereospondylen.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De typesoort Arachana nigra werd voor het eerst benoemd en beschreven in 2012 door Graciela Piñeiro, Alejandro Ramos en Claudia Marsicano. De geslachtsnaam verwijst naar de stam van de Arachanes. De soortaanduiding betekent 'de zwarte' in het Latijn, een verwijzing naar de zwarte verkleuring van de schedel van het fossiel.

Arachana is bekend van het holotype FC-DPV 1369, een driedimensionaal geconserveerde bijna complete schedel waarvan de snuit is vervormd. Het werd verzameld in de plaats Colonia Orozco van de Buena Vista-formatie van het Nortebekken. De formatie overspant de grens tussen het Perm en het Trias, en het is onzeker of FC-DPV 1369 werd gevonden in rotsen boven of onder de grens. Het werd geprepareerd door Santiago Reuil.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De schedel heeft een bewaarde lengte van 162 millimeter.

Arachana deelt verschillende kenmerken met rhinesuchiden. Het heeft bijvoorbeeld een grote kop met oogkassen die iets achter het midden van de schedel zijn geplaatst. Het oppervlak van de schedel toont diepe putten en de randen van de achterste botten van de zijkanten zijn glad en bolvormig. Het basioccipitale bot aan de achterkant van de schedel is klein. In de muil is het pterygoïde bot verbonden met het ploegschaarbeen door een uitsteeksel dat de palatale ramus wordt genoemd. Deze ramus scheidt de interpterygoïde holten, twee grote gaten in het verhemelte. Bij veel temnospondylen raken de palatine en ectopterygoïde botten ook deze holten, maar bij Arachana en rhinesuchiden sluit de palatine ramus deze botten uit van de holten.

Arachana heeft ook kenmerken van een meer afgeleide groep stereospondylen die lydekkeriniden worden genoemd. Bij zowel Arachana als de lydekkeriniden is de otische inkeping in de achterkant van de schedel ondiep en wordt niet geraakt door het supratemporale bot zoals overigens wel het geval is bij temnospondylen. Sensorische sulci, groeven in de schedel die bij leven een lateraal lijnsysteem bevatten, lopen over het traanbeen maar zijn niet scherp gehoekt zoals bij andere temnospondylen. In het verhemelte van zowel Arachana als lydekkeriniden zijn de rijen palatine tanden relatief klein en het hoofdlichaam van het pterygoïde bot is bedekt met kleine uitsteeksels. Geen van deze kenmerken is aanwezig bij rhinesuchiden, wat suggereert dat Arachana een overgangsvorm was tussen basale stereospondylen zoals rhinesuchiden en meer geavanceerde vormen zoals lydekkeriniden.

De overgangskenmerken van Arachana plaatsen het als onderdeel van een hele overgangsfauna die bestond rond de Permo-Trias-grens. Hoewel het onzeker is of Arachana voor of na het Perm-Trias uitsterven heeft geleefd, laat zijn overgangspositie zien dat sommige temnospondylen meer diversifiëren dan afnamen over de grens heen.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder is een cladogram uit de analyse van Piñeiro et alii (2012):

Stereospondyli 

Peltobatrachus




Rhinesuchidae




Arachana





Watsonisuchus




Benthosuchus



Lydekkerina






Arcadia




Sangaia




Uruyiella




Laidleria




Keratobrachyops




Bothriceps




Pneumatostega



Plagiosauridae