Het geslacht werd in 1817 door de Franseplantkundige Professor Louis Claude Marie Richard beschreven. De naam is afgeleid van het Griekse κεφαλή cephalè = hoofd en ανθηρός anthèros = bloeiend en wijst er op, dat de helmknop er als een hoofdje uitziet. De wortelstokken zijn kort, kruipend, vertakt en sterk beworteld.
De grote, witte tot bijna violette bloemen kennen deels zelfbestuiving (cleistogamie).
Het geslacht kent 14 soorten. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van Noord-Afrika, Europa, tot China en Japan. Een mycotrofe soort komt voor en het westen van de Verenigde Staten.