Charles-François Daubigny
Charles-François Daubigny (Parijs, 15 februari 1817 – aldaar, 19 februari 1878) was een Frans impressionistisch kunstschilder.
Hij behoort tot de Barbizon-vernieuwers, naast Théodore Rousseau en Jean François Millet. Ook hij gaat door als een vernieuwend voorloper van het impressionisme.
Daubigny behoorde tot een schilderende kunstenaarsfamilie. Hij was leerling bij zijn vader Edmond François Daubigny en zijn oom, de miniaturist Pierre Daubigny.
Oorspronkelijk schilderde Daubigny traditioneel, tot hij zich vanaf 1843 in Barbizon vestigde, om er buiten in de natuur te kunnen werken. Hij sloot zich daar aan bij de School van Barbizon. Nog belangrijker was de ontmoeting met Camille Corot in 1852, te Optevoz (Isère). Op zijn bekende boot "Botin", die hij tot atelier had omgebouwd, schilderde hij onophoudelijk langs de oevers van de Seine en de Oise, veelal in de omgeving van Auvers. Vanaf 1852 kwam hij onder invloed van Gustave Courbet en liet zijn stijluitwerking meer en meer het latere impressionisme raden, bij zover dat Théophile Gautier het al had, weliswaar pejoratief, over "impression".
In 1866 verbleef Daubigny in Engeland en hij kwam er terug ten gevolge van de Frans-Duitse Oorlog van 1870. Toen ontmoette hij Claude Monet in Londen en samen trokken ze naar Nederland. Terug in Auvers maakte hij kennis met die andere grote uit het Impressionisme, Paul Cézanne. Men kan aannemen dat deze jongeren artistiek veel te danken hebben aan Charles-François Daubigny.
Zijn zoon Karl Daubigny, geboren te Parijs in 1846 en gestorven te Auvers in 1886, was zijn leerling en werd ook een verdienstelijk schilder.
Werk in openbare collecties en musea (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]Werken van Daubigny zijn te vinden in:
- De Mesdag Collectie
- Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
- Rijksmuseum Amsterdam
- Museum de Fundatie, Zwolle
Galerij
[bewerken | brontekst bewerken]-
Graanoogst (1851), Musée d'Orsay, Parijs
-
Boten op de Oise (1865), Louvre, Parijs
-
Samenkomst van de Seine en de Oise (1868), Museum of Fine Arts, Budapest
-
Een bocht in de Oise (ca. 1872), Brooklyn Museum, New York
-
Les Iles Vierges à Bezons (ca. 1878)