Countrymuziek
Country | ||||
---|---|---|---|---|
|
Countrymuziek, ook country and western genoemd[1], is de verzamelnaam voor verschillende muziekstijlen van Amerikaanse muziek, die hun oorsprong hebben in de volksmuziek in het niet-stedelijke gebied in het zuidelijke deel van de Verenigde Staten, met name in het bergachtig gebied van de Appalachen als in de cowboymuziek uit het Zuidwesten tot aan Texas. Doorgaans is countrymuziek een zangstem die wordt begeleid door een of meer snaarinstrumenten: akoestische gitaar, banjo, steelgitaar en viool zijn de traditionele, maar later werden ook elektrische gitaar, bas, mondharmonica en drums gebruikt.[2]
Sinds 1944 publiceert het tijdschrift Billboard wekelijks een aparte hitlijst voor countrymuziek, vanaf 2005 onder de naam Hot Country Songs.
Oorsprong
[bewerken | brontekst bewerken]De oorsprong van de counrymuziek ligt in de smeltkroes van veel nationaliteiten, die in de 18e eeuw naar de zuidelijke Appalachen in de Nieuwe Wereld trokken. Het waren voornamelijk emigranten uit Noord-Engeland, Zuid-Schotland, Ulster-Schotten en Duitsers uit Rijnland-Palts, die daar een nieuw leven begonnen. Gezien het afgelegen karakter van het gebied dat Appalachia genoemd werd, bestond het vermoeden bij folkloristen, dat er waarschijnlijk een schat aan verborgen volksliedjes te vinden was. Kort nadat veldwerkers als Olive Dame Campbell en Cecil Sharp honderden ballades uit de streek hadden geïnventariseerd was de commerciële opname-industrie zo ontwikkeld dat het opnemen van muziek uit Appalachia voor populaire gebruik een levensvatbare onderneming was geworden.
In 1923 hield talentscout Ralph Peer van Okeh Records de eerste opnamesessies voor muzikanten uit Appalachia in Atlanta in Georgia. Muzikanten die tijdens deze sessies werden opgenomen, waren onder meer Fiddlin 'John Carson, een kampioen vioolspeler uit Noord-Georgia. Het commerciële succes van de sessies in Atlanta bracht OKeh ertoe op zoek te gaan naar andere muzikanten uit de regio, zo werd Henry Whitter in 1924 in New York opgenomen. Het jaar daarop nam Peer een stringband uit North Carolina op onder leiding van Al Hopkins(1889-1932) die zichzelf "een stelletje hillbillies" noemden, een denigrerende term voor slecht opgeleide en arme bergbewonders. Peer gaf de band de naam "The Hill Billies", en het succes van de opnames van de band leidde ertoe dat de term "Hillbilly-muziek" de naam werd voor de Appalachiaanse-stringbandmuziek.[3]
In 1927 maakte Peer, toen werkzaam voor de Victor Talking Machine Company, een reeks opnames in Bristol in Tennessee die voor veel muziekhistorici het begin markeren van commerciële countrymuziek. In 1998 erkende het Amerikaanse Congres Bristol formeel als de "geboorteplaats van de countrymuziek", en in 2014 werd het "Birthplace of Country Music Museum" geopend.
Muzikanten die in die beginperiode in Bristol werden opgenomen, waren onder meer de Carter Family en Jimmie Rodgers, die in zijn slechts zesjarige carrière een superster werd, die hem de titel "Father of country music" bezorgde.[4][5]
Op 4 augustus 1927 nam Peer in een geïmproviseerde studio in Bristol twee nummers van Rodgers op: de sentimentele ballade The Soldier's Sweetheart, en het slaapliedje, Sleep, Baby, Sleep. De plaat werd op 7 oktober door Victor Records uitgebracht en had onmiddellijk veel succes. In datzelfde jaar werden nog meer opnamen gemaakt, waaronder de eerste van (uiteindelijk) een serie van 13 Blue yodels, getiteld T. for Texas. Jimmie Rodgers was ziekelijk en overleed al in 1933 aan tuberculose. Ondanks die korte muzikale carrière bleek hij van grote invloed.
In dezelfde periode maakte Peer nog veel meer opnamen in Bristol. Op 1 en 2 augustus nam hij zes nummers op met een trio, de Carter Family genaamd, dat zich ontwikkelde tot een van de meest invloedrijke groepen in die beginjaren. Hun laatste opname in de oorspronkelijke bezetting vond plaats in 1941. In die veertien jaren zijn van hen meer dan 250 opnamen uitgebracht.
Ook waren er musici die probeerden van hun muzikale kunnen te leven. In eerste instantie ging het vooral om dansmuziek. Naast de grote dansorkesten ontstonden er ook kleinere groepen, de zogenaamde stringbands, in een gevarieerde samenstelling. Er werd vaak wel bij gezongen, maar zelden door solisten. Roy Acuff was een van de eersten, waarbij de stringbandmuziek verschoof naar de solozang.
Veel artiesten kregen meer bekendheid via radiostations. In Nashville werd een radiostation opgericht door een verzekeringsmaatschappij, de National Life & Accident Insurance Company. De roepletters van het station waren WSM ("We Shield Millions" = "Wij beschermen miljoenen"). De eerste uitzending vond plaats in november 1925. Het was een rechtstreekse uitzending van het optreden (met publiek) van een 80-jarige fiddler, die de reputatie had dat hij meer dan duizend liedjes kende. De aankondigingen werden gedaan door George D. Hay, die het programma WSM Barn Dance noemde. Dit naar aanleiding van de National Barn Dance, een soortgelijke show, die hij had geproduceerd in Chicago. Het programma werd elke zaterdag uitgezonden vanuit een studio op de vijfde verdieping van het kantoor van de maatschappij. In 1928 kreeg het programma (bij toeval) van Hay de naam die het nu nog heeft, Grand Ole Opry. Het programma werd razend populair en heeft relatief veel betekenis gehad in de ontwikkeling van de countrymuziek.
De muziek, die in de jaren dertig werd ontwikkeld, verwierf populariteit en ontwikkelde zich in diverse richtingen. Een van die richtingen is de Western swing, dansmuziek uit Texas en Oklahoma Dit was een mengsel van (onder andere) bigband, dixieland, en jazz. Bob Wills wordt gezien als de voornaamste artiest van deze stijl met zijn band The Texas Playboys.
In 1938 was Roy Acuff bij de Grand Ole Opry te gast, en werd al snel een regelmatige gast. Hij had een band, de Tennessee Crackerjacks, waarin onder andere de dobro nadrukkelijk aanwezig was. Later veranderde hij de naam van zijn band in de Smokey Mountain Boys. Hij werd al snel een leidende figuur binnen de Grand Ole Opry en bepaalde jarenlang wie en wat er te horen was in de show. Op die manier bepaalde hij ook voor een deel de ontwikkeling van de muziek. Onder zijn leiding werden regels opgesteld voor deelname aan de show. Onder andere moest elke artiest door een bestaand lid worden voorgedragen en leden hadden de verplichting om minstens 26 zaterdagen aanwezig te zijn.
Door de groeiende populariteit van de show werd de studio al gauw te klein voor de groeiende stroom publiek. Er werd uitgeweken naar een grotere ruimte, het Hillsboro Theatre, maar ook dat hielp niet. De volgende locaties waren het Dixie Tabernacle en het War Memorial Auditorium, die ook al snel te klein werden. Zelfs het invoeren van een toegangsprijs van 25 cent hielp niet. In 1943 verhuisde de show naar het Ryman Auditorium, waar de ruim 3000 bezoekers elke week een zitplaats konden vinden. Deze zaal met zijn perfecte akoestiek is het beroemdste thuis van de Grand Ole Opry geworden. In 1974 werd verhuisd naar het speciaal voor de Opry gebouwde Grand Ole Opry House met 4400 zitplaatsen. Van daaruit wordt de show nog elke week uitgezonden. Het Ryman Auditorium wordt ook nog steeds regelmatig gebruikt voor bijzondere concerten.
In de jaren veertig werd Roy Acuff zó populair, dat hij in belangrijke populaire 'polls' Frank Sinatra versloeg. Er wordt gezegd dat Japanse troepen bij de aanval op Okinawa als aanvalskreet riepen: To hell with Roosevelt, to hell with Babe Ruth, to hell with Roy Acuff!.[bron?]
Na 1945
[bewerken | brontekst bewerken]In 1949 kwam Hank Williams naar de Grand Ole Opry. Hij had als tiener al bekendheid gekregen met zijn groep The Drifting Cowboys en had een paar jaar deel uitgemaakt van de Louisiana Hayride van radiostation KWKH. Nadat zijn Lovesick Blues een hit was geworden, werd hij Opry-lid. Zijn eerste optreden, op 11 juni 1949, werd een gigantisch succes. De show moest worden gestopt, omdat het publiek hem drie keer terughaalde voor Lovesick Blues. Ook voor Hank Williams was slechts een korte carrière weggelegd: hij overleed op Nieuwjaarsdag 1953 op de achterbank van de auto, die hem naar een Nieuwjaarsconcert in Canton, Ohio zou brengen. Maar het was een zeer productieve en indrukwekkende carrière. Als geen ander bleek hij in staat om het moeizame leven van de werkende man in woord en muziek uit te beelden. Er is bijna geen enkele artiest in de countrymuziek, die geen nummer van hem op het repertoire heeft staan.
Europa
[bewerken | brontekst bewerken]Countrymuziek was tot midden in de 20e eeuw vooral een Noord-Amerikaanse aangelegenheid. In Europa kreeg de country relatieve bekendheid door de opkomst van de westernfilms (met onder anderen Roy Rogers). Als afzetmarkt was Europa echter nog niet aangesproken.
België
[bewerken | brontekst bewerken]De eerste Europese country-producties (sinds 1948) staan op naam van de Vlaamse variété-pionier Bobbejaan Schoepen. Vanaf eind jaren dertig bracht hij de muziekstijl in Vlaamse dorpen en hij trad net na de oorlog op voor onder meer Amerikaanse en Canadese troepen die waren ingezet tijdens de Processen van Neurenberg, Frankfurt en Berlijn. Hij was verder vermoedelijk de eerste Europeaan die optrad in de Grand Ole Opry (het Verenigd Koninkrijk niet meegerekend).
Nederland
[bewerken | brontekst bewerken]Een Nederlandstalig countrynummer dat hoog in de NPO Radio 2 Top 2000 heeft gestaan is Oude Maasweg van de Amazing Stroopwafels, een bewerking van "Manhattan Island Serenade" van Leon Russell. Een andere succesvolle countryartiest van Nederlandse bodem is de Twentse zangeres Ilse DeLange. Zij treedt internationaal op, werd meermaals onderscheiden met Edisons en behaalde achttien maal platina met de verkoop van haar albums. Zij en zanger Waylon traden als The Common Linnets op tijdens het Eurovisiesongfestival 2014 en behaalden hier de tweede plaats met het countrynummer Calm after the storm. Andere Nederlandse countryartiesten zijn bijvoorbeeld Ben Steneker en Ramblin' Eddy. Een Nederlandse band die al elf keer door het Nederlandse publiek tot Band van het Jaar is verkozen, is Savannah, uit Tilburg. Deze band is de "vaste" Europese begeleidingsband voor de Nashville/USA singer-songwriter Billy Yates en maakt ook deel uit van de Theaterproductie Back to the Country, samen met Dick van Altena en Cor Sanne, een show die al ruim tien jaar lang met groot succes de Nederlandse (en buitenlandse) theaters aandoet.
Americana
[bewerken | brontekst bewerken]Americana, Ook wel 'alternatieve country' genoemd, is een countryrock-stijl uit de jaren 1960 en 1970.
Onder invloed van pop/rockbands als The Byrds, en The Band en artiesten als Gram Parsons en Neil Young lieten andere popartiesten zich steeds meer beïnvloeden door de traditionele countrymuziek. De geïdealiseerde eerlijkheid van het plattelandsleven en het uiten van 'echte' emoties en levenservaringen pasten goed bij de tijdgeest van de jaren zestig en zeventig. De vaak conservatieve teksten van de originele country werden vervangen door teksten die beter pasten bij de idealen van de nieuwe generatie singer-songwriters.
Sinds de jaren negentig van de 20e eeuw zijn er veel nieuwe artiesten bij gekomen die (alternatieve) rock combineren met authentieke country-elementen: onder andere The Jayhawks, Will Oldham en Lucinda Williams.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Externe links en bronnen
- Referenties
- ↑ country music. Oxford University Press.. Gearchiveerd op 9 september 2011. Geraadpleegd op 1 juni 2024.
- ↑ What Kind Of Songs Get To Be Called “Country Music”? (25 april 2019). Gearchiveerd op 8 december 2021. Geraadpleegd op 1 juni 2024.
- ↑ (en) Hillbilly Music Source & Symbol. Adapted from Norm Cohen,“The Hill Billies,” The Encyclopedia of Country Music, ed. Paul Kingsbury. New York: Oxford University Press, 1998, 241.. Gearchiveerd op 24 september 2010. Geraadpleegd op 21 mei 2024.
- ↑ Celebrating the Father of Country Music. Geraadpleegd op 21 mei 2024.
- ↑ Jimmie Rodgers The Singing Brakeman. YouTube. Geraadpleegd op 21 mei 2024.