Indische fluiteend

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Dendrocygna javanica)
Indische fluiteend
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Indische fluiteend (Dendrocygna javanica)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Anseriformes (Eendvogels)
Familie:Anatidae (Eendachtigen)
Geslacht:Dendrocygna
Soort
Dendrocygna javanica
(Horsfield, 1821)
Verspreidingsgebied. Groen:standvogel; lichtblauw:alleen broedvogel.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Indische fluiteend op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De Indische fluiteend (Dendrocygna javanica) is een vogel uit de familie Anatidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1821 door Horsfield. De soort komt voor in het Oriëntaals gebied.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De Indische fluiteend is gemiddeld 41 cm lang. Deze eend is overwegend licht roodbruin, waarbij de kop en de nek wat bleker gekleurd zijn en de borst en buik donkerder roodbruin. De kruin en de achterkant van de nek zijn ook weer donkerder. In vlucht zijn de kastanjebruine vleugeldekveren in combinatie met de zwarte slagpennen opvallend. Onder slechte lichtomstandigheden lijkt de bovenvleugel egaal donker gekleurd. Verder zijn de kastanjebruine dekveren op de staart kenmerkend voor deze soort en het belangrijkste verschil met de zwervende fluiteend die meer wit boven op de staart heeft.[2]

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De Indische fluiteend komt voor in India, Zuid-China, Thailand, het schiereiland Malakka, Sumatra, Borneo en Java. Het is een eend die voorkomt in moerassen, mangrovegebieden, meren en gebieden met natte rijstbouw.

De Indische fluiteend heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de populatie wordt geschat op 0,20 tot 2,0 miljoen individuen. Deze fluiteend gaat in aantal achteruit. Echter, het tempo ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat deze fluiteend als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]