Donkere Bomen Bos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Donkere Bomen Bos vormt een bosgebied in de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het bos wordt voor het eerst genoemd in het verhaal De toverpijp uit 1941.

Het Donkere Bomen Bos ligt ten zuiden van Rommeldam en grenst voor een klein deel aan de landerijen van Bommelstein.[1] Het is een zeer uitgestrekt gebied, waar, net als in de Zwarte Bergen diverse levensvormen huizen, met name dwergen, zoals de leden van het Kleine Volkje, magiërs en heksen. Het bos nodigt niet bijzonder tot avontuur, zoals de Zwarte Bergen dat vaak wel doen, maar de nabije ligging maakt dat veel Rommeldammers er ongewild toch komen. Wammes Waggel voert daar zijn beroep als veerman uit in een meertje.[2]

Voetnoot[bewerken | brontekst bewerken]