Duitse euromunten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Duitse euromunten hebben drie verschillende ontwerpen voor de drie series munten. De munten van 1, 2 en 5 cent werden ontworpen door Rolf Lederbogen, het ontwerp voor de munten van 10, 20 en 50 cent is van Reinhart Heinsdorff en de munten van € 1 en € 2 werden ontworpen door Heinz Hoyer en Sneschana Russewa-Hoyer. Alle ontwerpen bevatten de twaalf sterren van de Europese Unie, het jaartal en een letterteken dat aangeeft waar de munt geslagen werd: € 2 bevat het randschrift einigkeit und recht und freiheit in leesbaar of kopstaande versie.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Duitse euromunten | nationale zijde
€ 0,01 € 0,02 € 0,05
Een eikenblad zoals dit ook op de voormalige Pfennig-munten werd weergegeven
€ 0,10 € 0,20 € 0,50
De Brandenburger Tor, een symbool voor de Duitse hereniging
€ 1,00 € 2,00 Rand van € 2 munten
EINIGKEIT
UND RECHT
UND FREIHEIT
Het Wapen van Duitsland

Herdenkingsmunten van € 2[bewerken | brontekst bewerken]

Duitsland heeft in de periode van 2006 tot en met 2021 Die 16 Bundesländer der Bundesrepublik Deutschland (De 16 deelstaten van de Bondsrepubliek Duitsland) uitgegeven. In totaal zestien herdenkingsmunten (ieder jaar één) die gezamenlijk alle deelstaten van Duitsland vertegenwoordigen. Elke munt heeft als onderwerp een karakteristiek gebouw uit de betreffende deelstaat als afbeelding op de nationale zijde. Zo heeft de munt van Berlijn Slot Charlottenburg als ontwerp. Het jaar van uitgifte viel voor iedere deelstaat samen met het jaar waarin die deelstaat het presidentschap van de Bondsraad voerde. Door een besluit in 2013 is er een wijziging gekomen in de volgorde van het voorzitterschap van de Bondsraad en hierdoor ging in 2019 het voorzitterschap van de Bondsraad weer naar Sleeswijk-Holstein. Om herhaling (Sleeswijk-Holstein was in 2006 al het thema van de eerste munt uit de serie omdat zij toen ook al het voorzitterschap van de Bondsraad voerde) te voorkomen, is in 2019 een €2 herdenkingsmunt uitgegeven ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de oprichting van de Bondsraad. Deze uitgave is een integraal onderdeel van deze serie, waardoor de serie tot en met 2022 heeft doorgelopen en dus uit zeventien munten bestaat.

Duitsland zal vanaf 2023 tot en met 2038 in aansluiting op de Duitse 'Bundesländer'-serie een vervolgserie hierop, met een ongewijzigd thema, uitgeven.

Lettertekens[bewerken | brontekst bewerken]

Oplagen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Muntteken Oplage
2002 A (Berlijn) (770.000.000) _____ (696.000.000)
2002 D (München) (805.350.000) _____ (722.050.000)
2002 F (Stuttgart) (902.660.000) _____ (788.860.000)
2002 G (Karlsruhe) (537.100.000) _____ (545.500.000)
2002 J (Hamburg) (833.100.000) _____ (694.150.000)
2002 A (Berlijn) (459.855.000) _____ (378.000.000)
2002 D (München) (436.100.000) _____ (367.100.000)
2002 F (Stuttgart) (495.960.000) _____ (423.760.000)
2002 G (Karlsruhe) (311.900.000) _____ (252.100.000
2002 J (Hamburg) (419.274.000) _____ (440.955.000
2003 A (Berlijn) (100.000.000)
2003 D (München) (151.855.000)
2003 F (Stuttgart) 175.400.000
2003 G (Karlsruhe) 80.200.000
2003 J (Hamburg) 168.681.000
2002 A (Berlijn) 475.000.000 _____ 337.600.000
2002 D (München) 495.700.000 _____ 370.340.000
2002 F (Stuttgart) 563.710.000 _____
2002 G (Karlsruhe) 328.400.000
2002 J (Hamburg) 501.850.000 _____ 375.467.000

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Euro coins of Germany van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.