Eetstoornis
Eetstoornis | ||||
---|---|---|---|---|
Coderingen | ||||
ICD-10 ICD-9 |
F50 307.5 | |||
DOID | 8670 | |||
MeSH | D001068 | |||
|
Een eetstoornis is een psychische aandoening waarbij iemand eetgedrag vertoont dat afwijkt van de gangbare normen. De bekendste eetstoornissen zijn anorexia nervosa en boulimie, naast eetbuistoornissen, arfid en bigorexia.
Eetstoornissen variëren door de mate van impact op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Er is een veelheid van factoren die invloed hebben op het signaleren, verloop en herstel van de stoornis. Een eetstoornis kenmerkt zich voornamelijk door hoeveelheid of het soort voedsel die iemand tot zich neemt. Ook de mate van ongeremdheid ten aanzien van voedsel speelt een rol, zoals bij eetbuien het geval is. Daar tegenover staat het niet binnen kunnen of willen houden van voedsel, of het weigeren van voedsel.
Prevalentie
[bewerken | brontekst bewerken]In ontwikkelde landen heeft in een bepaald jaar ongeveer 1,6% van de vrouwen en 0,8% van de mannen last van een eetbuistoornis.[bron?] In minder ontwikkelde landen lijken deze cijfers lager te zijn.[1]
Over de hele levensduur heeft ongeveer 4% van de vrouwen anorexia, 2% heeft boulimia en 2% heeft een eetbuistoornis.[2] Jaarlijks lijdt ongeveer 0,4% van de jonge vrouwen aan anorexia en 1,3% aan boulimie. Anorexia en boulimia komen bijna tien keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.[bron?] Meestal ontwikkelt een eetstornis zich bij de overgang naar de puberteit.[3] Cijfers bekend voor andere eetstoornissen geven geen eenduidig beeld.
Soorten eetstoornissen
[bewerken | brontekst bewerken]In standaardwerken als de ICD-10 en de DSM-V zijn eetstoornissen beschreven. Er kan slechts één eetstoornis tegelijk worden gediagnosticeerd op een bepaald moment. In algemene zin zijn er een aantal factoren die samen een ernstige uitwerking hebben op de gezondheid, zoals:
- Anorexia nervosa: iemand zal er veel, zo niet alles aan doen om niet te eten. Anorexia nervosa gaat gepaard met extreme beperking van de voeding en bovenmatig gewichtsverlies, in combinatie met de angst om dik te worden.[4] Het kan huidschade veroozaken en vormt een zware belasting voor het hart, met verhoogde kans op een hartinfarct en andere Cardiovasculaire aandoeningen. Bij veel gewichtsverlies kan de menstruatiecyclus worden onderbroken, PCOS (Polycysteus-ovariumsyndroom) genoemd. Dit is geen vereiste bij diagnose voor mannen, patiënten na de Menopauze en anderen die om andere redenen geen cyclus hebben. Eetbuien komen ook voor bij een subtype van anorexia.[5] Van alle stoornissen heeft het de hoogste kans op overlijden, met een mortaliteit van 5.9% op de 1000.[6]
- Arfid of Selectieve eetstornis (ontwijkend of beperkend): iemand is kieskeurig en erg gefocust op een zelf opgelegd diëet, zoals het ontwijken van een specifiek soort voedsel, of het hebben van een zeer eenzijdig Eetpatroon, niet zonder gezondheidsrisico's door een tekort aan voedingsstoffen.
- Boulimia nervosa: iemand met eetbuien en angst om dik te worden. Kenmerkend is het slecht binnen houden van voedsel, door overgeven of door het gebruik van laxeermiddelen of medicijnen. Een ander voorkomend symptoom is ongewoon veel lichaamsbeweging. Het lichaamsgewicht van boulimiapatiënten varieert van normaal tot een vorm van Obesitas.[7][8] De kans op overlijden wordt geschat op 3.3%[6]
- Eetbuistoornis: Iemand overeet zich minstens een keer per week gedurende minstens 3 maanden, waarbij een gebrek aan controle wordt ervaren, gevolgd door een schuldgevoel.[9] Deze stoornis kan zich ontwikkelen bij personen van allerlei leeftijden en uit uiteenlopende sociale klassen. Het lijkt hierdoor op Boulimia, maar zonder het compensatiegedragovergeven. Kan leiden tot Obesitas.
- Bigorexia of spierdysmorfie wordt gekenmerkt door zorgen over het uiterlijk omdat het eigen lichaam wordt ervaren als te klein, te mager, te weinig gespierd of niet soepel genoeg. Spierdysmorfie komt voornamelijk voor onder mannen.
- NAO: (niet anderszins omschreven): Hieronder vallen stoornissen die afwijkingen van het eetgedrag betreffen, maar niet onder de bovenstaande ziektebeelden vallen. Dit is een vertaling van de Engelse afkorting "OSFED" ("Other Specified Feeding or Eating Disorder")
Symptomen & complicaties
[bewerken | brontekst bewerken]Symptomen en Complicatie (medisch) variëren, afhankelijk van de aard en ernst van de eetstoornis:[10]
acne | droge huid | amenorroe | uitvallende tanden, caviteiten |
constipatie | diarree | vochtretentie en/of oedeem | lanugohaar |
telogeen effluvium | hartstilstand | hypokaliëmie | overlijden |
osteoporose[11] | elektrolytenonbalans | hyponatriëmie | hersenatrofie[12][13] |
pellagra[14] | scheurbuik | nierfalen | zelfdoding[15][16][17] |
Sommige lichamelijke symptomen van eetstoornissen zijn slapte, vermoeidheid, overgevoeligheid voor verkoudheid, verminderde baardgroei bij mannen, afname van ochtenderecties, verminderde libido, gewichtsverlies en achterblijvende groei. Onverklaarbare heesheid kan een symptoom van een achterliggende eetstoornis zijn, ten gevolge van opkomend maagzuur of brandend maagzuur. Patiënten die zelf braken uitlokken, zoals mensen met anorexia nervosa of degenen van het purgeertype met eetbuien of met boulimia nervosa, lopen een risico op brandend maagzuur.[18] Het polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS) is de meest voorkomende endocriene aandoening bij vrouwen. Deze wordt vaak geassocieerd met obesitas, maar kan ook optreden bij individuen met een normaal gewicht. PCOS is in verband gebracht met eetbuistoornissen en boulimiagedrag.[19][20][21][22][23][24]
Oorzaken van een eetstoornis
[bewerken | brontekst bewerken]Een eetstoornis komt vaker voor bij patiënten met verhoogd risico van kwetsbaarheid of bovengemiddeld weerbaarheidsgebrek.[bron?] Oorzaken voor een eetstoornis kunnen bekeken worden vanuit een aantal gebieden:[25]
- Persoonlijke factoren: lichamelijke, psychologische en/of persoonlijkheidselementen. Vorbeelden hiervan zijn hormonale veranderingen in het Endocrien systeem ten gevolge van de stoornis,[bron?] mensen die van nature kwetsbaar zijn, angstig, weinig zelfvertrouwen hebben, onvrede hebben met het eigen uiterlijk of te maken hebben gehad met traumatische gebeurtenissen en perfectionistisch zijn.[bron?] Stressbestendigheid kan lager zijn waardoor omstandigheden van binnenaf (interpretaties en eigengevoel) of buitenuit (omgevingsfactoren) sneller als belastend worden ervaren. In welke mate genetische voorbeschiktheid (genetische predispositie) een invloed heeft, is uit onderzoek momenteel nog altijd niet helemaal duidelijk.
- Uitlokkende of externe factoren gaan over de interactie met de directe omgeving. Het gaat dan vooral om de druk die een betrokkene voelt in communicatie met medemensen. Mogelijk ook kan een patiënt moeilijker omgaan met ruzies of het opkomen voor een eigen mening.[bron?] Het doet zich voor bij bijvoorbeeld het overlijden van een dierbare of bij opmerkingen over het uiterlijk. Voor wie al kwetsbaar is, kan dit net te veel zijn en het risico van een eetstoornis verhogen.[bron?] Het gezin kan invloed hebben wanneer er weinig over emoties gepraat wordt of als er veel ruzies leven.[bron?]
- Instandhoudende factoren zijn omstandigheden waardoor eetstoornis blijft voortduren. Zo veranderen bij een eetstoornis tal van processen in het lichaam[bron?] die een sterk negatieve uitwerking kunnen hebben, door onder andere emotionele en cognitieve problemen.[bron?] De maatschappij kan als voorbeschikkende factor invloed hebben, doordat vrouwen meer bestookt worden met zogenaamde ideale maten.[bron?] Daarnaast komen ook tegenstrijdige verwachtingen naar boven, zoals sterk zijn (in de buitenwereld) tegenover zorgzaamheid tonen (in het huisgezin).[bron?]
Behandeling & herstel
[bewerken | brontekst bewerken]Veel eetstoornissen kunnen succesvol worden behandeld door herstel naar een gezond voedingspatroon en een normale hoeveelheid lichaamsbeweging. Een behandelijk kan bestaan uit (een combinatie van) counseling, cognitieve gedragstherapie, of andere psychologische ondersteuning voor de verwerking van impactvolle gebeurtenissen in iemands leven. Bij sommige eetstoornissen helpt medicatie.[3] Een enkele keer is directe interventie nodig in de vorm van een ziekenhuisopname.
Vijf jaar na diagnose heeft ongeveer 70% van de mensen met anorexia en 50% van mensen met boulimia geen last meer van de stoornis.[bron?] Bij eetbuistoornissen is dit minder duidelijk, schattingen variëren van 20% tot 60%. In de VS komen eetbuistoornissen bij ongeveer 3% van de bevolking voor.[9] Zowel anorexia als boulimia verhogen de kans op overlijden.[2]
Ander eetgedrag
[bewerken | brontekst bewerken]Andere vormen van afwijkend eetgedrag, maar niet erkend zijn als offciële stoornis zijn:
- Crashdieet: Veel afvallen in korte tijd, voor een weegmoment. Komt voor bij sporten met verschillende gewichtsklassen, zoals bij licht roeien en vechtsport)
- Orthorexia: Zou zich kenmerken door de focus op al dan niet verkeerd veronderstelde gezondheidsvoordelen van soorten voedsel, naast andere beperkingen die men zichzelf opglegt. Tot nog toe zijn er geen eenduidige aanwzingen dat dit een nieuwe eetstoornis is[26]
- Pica: het vrijwillig consumeren van op het eerste gezicht niet-eetbare dingen zoals zand en metaal.
- Ruminatiestoornis: stoornis, voornamelijk bij jonge kinderen, waarbij regelmatig voedsel uit de maag opbrengt (regurgitatie) en herkauwt zonder dat er sprake is van misselijkheid.
Volgens psycholoog Tatjana van Strien komen eetbuien, zoals bij Boulimia het geval is, vaak voor bij mensen die willen afvallen[27][28] Dit eetgedrag laat zich kenmerken door:
- emotioneel eten: Afwijkend eten bij het ervaren van negatieve emoties zoals stress en spanningen, soms veroorzaakt door externe gebeurtenissen of een mentale toestand, zoals depressie
- extern ingegeven eetgedrag (eten omdat er eten is - geur, smaak, zichtbaarheid van voedsel - ook al heeft men net gegeten). Volgens haar hebben beide categorieën baat bij psychologische hulp alvorens te gaan lijnen.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Anonieme Overeters - Een zelfhulpgroep voor mensen die problemen hebben met eten. Iedereen kan meedoen, er is geen diagnose nodig. De directe aanleiding van een overdadige eetbui of een voedselweigering toegeschreven aan een hongergevoel, aan boosheid, aan een gevoel van eenzaamheid of aan vermoeidheid.[bron?] De effectiviteit van deze methode is moelijk in te schatten omdat er te weinig onderzoek naar is gedaan.[29]
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Kenniscentrum Eetstoornissen Nederland
- Vereniging Eetstoornis Net
- Vlaamse vereniging voor mensen met een eetstoornis
- ↑ (en) Pike, Kathleen M., Hoek, Hans W., Dunne, Patricia E. (2014-11). Cultural trends and eating disorders. Current Opinion in Psychiatry 27 (6): 436. ISSN:0951-7367. DOI:10.1097/YCO.0000000000000100.
- ↑ a b (en) Smink, Frédérique R. E., van Hoeken, Daphne, Hoek, Hans W. (2013-11). Epidemiology, course, and outcome of eating disorders. Current Opinion in Psychiatry 26 (6): 543. ISSN:0951-7367. DOI:10.1097/YCO.0b013e328365a24f.
- ↑ a b (en) Eating Disorders - National Institute of Mental Health (NIMH). www.nimh.nih.gov. Geraadpleegd op 7 januari 2025.
- ↑ (en) Anorexia Nervosa. National Eating Disorders Association. Geraadpleegd op 7 januari 2025.
- ↑ Nolen-Hoeksema, Susan (2014). Abnormal psychology, 6e druk. McGraw-Hill Education, New York, NY, 340–341.. ISBN 978-0-07-803538-8.
- ↑ a b (en) Smink, Frédérique R. E., van Hoeken, Daphne, Hoek, Hans W. (2012-08). Epidemiology of Eating Disorders: Incidence, Prevalence and Mortality Rates. Current Psychiatry Reports 14 (4): 406–414. ISSN:1523-3812. PMID: 22644309. PMC: PMC3409365. DOI:10.1007/s11920-012-0282-y. "The overall Standardized mortalitiy rate for anorexia was 5.86 (95 % CI: 4.17-8.26) with a mean follow-up period of 14 years. The duration of follow-up is inversely correlated with the reported SMR; A recent meta-analysis of six studies describing the mortality rate of patients with EDNOS reported a weighted annual mortality rate of 3.31 deaths (95 % CI: 1.48-5.75) per 1000 person-years. The overall SMR was 1.92 (95 % CI: 1.46-2.52)"
- ↑ (en) Eating Disorders. www.psychiatry.org. Geraadpleegd op 7 januari 2025.
- ↑ NAMI: National Alliance on Mental Illness | NAMI: The National Alliance on Mental Illness. www.nami.org. Gearchiveerd op 28 oktober 2015. Geraadpleegd op 7 januari 2025.
- ↑ a b (en) Bhandari, Smitha, Binge Eating Disorder (7 augustus 2024). Geraadpleegd op 7 januari 2025.
- ↑ Strumia, R (2005). Dermatologic signs in patients with eating disorders. American journal of clinical dermatology 6 (3): 165–73. PMID 15943493. DOI: 10.2165/00128071-200506030-00003.
- ↑ Joyce, JM, Warren, DL, Humphries, LL, Smith, AJ, Coon, JS (1990). Osteoporosis in women with eating disorders: comparison of physical parameters, exercise, and menstrual status with SPA and DPA evaluation. Journal of Nuclear Medicine 31 (3): 325–31. PMID 2308003.
- ↑ Drevelengas, A, Chourmouzi, D, Pitsavas, G, Charitandi, A, Boulogianni, G (2001). Reversible brain atrophy and subcortical high signal on MRI in a patient with anorexia nervosa. Neuroradiology 43 (10): 838–40. PMID 11688699. DOI: 10.1007/s002340100589.
- ↑ Addolorato, G, Taranto, C, Capristo, E, Gasbarrini, G (1998). A case of marked cerebellar atrophy in a woman with anorexia nervosa and cerebral atrophy and a review of the literature. The International Journal of Eating Disorders 24 (4): 443–7. PMID 9813771. DOI: <443::AID-EAT13>3.0.CO;2-4 10.1002/(SICI)1098-108X(199812)24:4<443::AID-EAT13>3.0.CO;2-4.
- ↑ Jagielska, G, Tomaszewicz-Libudzic, EC, Brzozowska, A (2007). Pellagra: a rare complication of anorexia nervosa. European child & adolescent psychiatry 16 (7): 417–20. PMID 17712518. DOI: 10.1007/s00787-007-0613-4.
- ↑ Pompili, M, Mancinelli, I, Girardi, P, Accorrà, D, Ruberto, A (2003). Suicide and attempted suicide in anorexia nervosa and bulimia nervosa. Annali dell'Istituto Superiore di Sanità 39 (2): 275–81. PMID 14587228.
- ↑ Franko, DL, Keel, PK, Dorer, DJ, Blais, MA, Delinsky, SS (2004). What predicts suicide attempts in women with eating disorders?. Psychological Medicine 34 (5): 843–53. PMID 15500305. DOI: 10.1017/S0033291703001545.
- ↑ Fedorowicz, VJ, Falissard, B, Foulon, C, Dardennes, R, Divac, SM (2007). Factors associated with suicidal behaviors in a large French sample of inpatients with eating disorders. The International Journal of Eating Disorders 40 (7): 589–95. PMID 17607699. DOI: 10.1002/eat.20415.
- ↑ (2013). Unexplained Hoarseness: One Clue to an Eating Disorder. Eating Disorders Review 24 (1). {{author missing|date=April 2015}}
- ↑ Hirschberg, AL, Naessén, S, Stridsberg, M, Byström, B, Holtet, J (2004). Impaired cholecystokinin secretion and disturbed appetite regulation in women with polycystic ovary syndrome. Gynecological endocrinology : the official journal of the International Society of Gynecological Endocrinology 19 (2): 79–87. PMID 15624269. DOI: 10.1080/09513590400002300.
- ↑ Naessén, S, Carlström, K, Garoff, L, Glant, R, Hirschberg, AL (2006). Polycystic ovary syndrome in bulimic women—an evaluation based on the new diagnostic criteria. Gynecological endocrinology : the official journal of the International Society of Gynecological Endocrinology 22 (7): 388–94. PMID 16864149. DOI: 10.1080/09513590600847421.
- ↑ McCluskey, S, Evans, C, Lacey, JH, Pearce, JM, Jacobs, H (1991). Polycystic ovary syndrome and bulimia. Fertility and Sterility 55 (2): 287–91. PMID 1991526.
- ↑ Jahanfar, S, Eden, JA, Nguyent, TV (1995). Bulimia nervosa and polycystic ovary syndrome. Gynecological endocrinology : the official journal of the International Society of Gynecological Endocrinology 9 (2): 113–7. PMID 7502686. DOI: 10.3109/09513599509160199.
- ↑ Morgan, JF, McCluskey, SE, Brunton, JN, Hubert Lacey, J (2002). Polycystic ovarian morphology and bulimia nervosa: a 9-year follow-up study. Fertility and Sterility 77 (5): 928–31. PMID 12009345. DOI: 10.1016/S0015-0282(02)03063-7.
- ↑ Lujan, ME, Chizen, DR, Pierson, RA (2008). Diagnostic Criteria for Polycystic Ovary Syndrome: Pitfalls and Controversies. Journal of obstetrics and gynaecology Canada : JOGC 30 (8): 671–9. PMID 18786289. PMC 2893212.
- ↑ C.G. Fairburn: Cognitive Behavior. Behavior Therapy and Eating Disorders. New York, Guilford Press, 2008
- ↑ (en) Donini, Lorenzo M., Barrada, Juan Ramón, Barthels, Friederike, Dunn, Thomas M., Babeau, Camille (1 december 2022). A consensus document on definition and diagnostic criteria for orthorexia nervosa. Eating and Weight Disorders - Studies on Anorexia, Bulimia and Obesity 27 (8): 3695–3711. ISSN:1590-1262. PMID: 36436144. PMC: PMC9803763. DOI:10.1007/s40519-022-01512-5.
- ↑ Koenders, P., & van Strien, T. (2012). Emotioneel eten heeft een sterkere invloed op de gewichtstoename dan leefstijlgedrag in een prospectief onderzoek onder 1562 bankmedewerkers. TBV–Tijdschrift voor Bedrijfs-en Verzekeringsgeneeskunde, 20, 430-430.
- ↑ Strien, T. van (2013). Emotioneel eten: Meer sociale cohesie helpt tegen obesitas. 59
- ↑ (en) Bray, Brenna, Rodríguez-Martín, Boris C., Wiss, David A., Bray, Christine E., Zwickey, Heather (2021-01). Overeaters Anonymous: An Overlooked Intervention for Binge Eating Disorder. International Journal of Environmental Research and Public Health 18 (14): 7303. ISSN:1660-4601. PMID: 34299752. PMC: PMC8305393. DOI:10.3390/ijerph18147303. "4.4. Lack of High-Quality Empirical Evidence As addressed in Section 3.2 (“Research on Overeaters Anonymous”), research on the effectiveness of OA is limited to lower levels of evidence that include gray literature (a 2002 dissertation [27]), qualitative studies [41,73,74], case reports [24,63], and case series [23]. These lower levels of evidence are supportive and are building toward the need for higher quality research (e.g., randomized controlled trials."