Elsken Joosten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Elsken Joosten
Algemene informatie
Volledige naam Elsken Joosten Aerts
Bijnaam Geuze Els[1]
Moeder Els[2]
Geboren ca. 1605
Strijp
Overleden voor 9 maart 1696
Hapert
Land Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Religie Nederduits-gereformeerd
Bekend van rooms-katholieke volksrijmpjes afkomstig uit de Brabantse Kempen en overige delen van de meierij van 's-Hertogenbosch
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Elsken Joosten (Strijp, ca. 1605Hapert, voor 9 maart 1696) is bekend als Geuze(n) Els in een volksrijmpje uit de Kempen dat verwijst naar een talrijk en protestants nageslacht door een groot kindertal.

Deze protestantse nakomelingen hebben zich op hun beurt verder verspreid en gevestigd over het Kempenland en vervolgens over de rest van de meierij van 's-Hertogenbosch. Om deze reden werd Geuze Els door de overwegend rooms-katholieke bevolking verantwoordelijk gehouden voor de opkomst van de protestanten in deze regio. Hierdoor bleef deze vrouw tot aan het begin van de 20e eeuw een legendarisch fenomeen in de Meierij en gold als oermoeder van met name de Kempische protestanten, aangezien het overgrote deel tot aan de 19e eeuw verwant waren aan Elsken Joosten.[1][3]

Het volksrijmpje[bewerken | brontekst bewerken]

(Her)ontdekking van het volksrijmpje[bewerken | brontekst bewerken]

De titelpagina van Reize door de majorij van 's Hertogenbosch in den jaare 1799, de publicatie waarin de naam Geuze Els voor het eerst opduikt, geschreven door ds. Stephanus Hanewinkel.

Dit spotrijm is overgeleverd door de reisverslagen van de hervormde predikant Stephanus Hanewinkel. De predikant trok namelijk in 1799 door de Meierij van 's-Hertogenbosch. Uit een van zijn reisverslagen bleek dat hem ter ore was gekomen dat het grootste deel van de protestanten in het Kempenland aan elkaar verwant waren. Dit zou het resultaat geweest zijn van een bepaalde vrouw die vele protestantse kinderen zou hebben nagelaten en nog altijd spottend Geuze Els genoemd werd in een lokaal volksrijmpje. Men rijmde dan spottend:

De Geuze Els,
heeft de heele Kempen gevelst.

Het woord gevelst betekent in het Meierijs "vervalst", maar kan ook gelezen worden als "bedorven", "aangestoken" of "verpest" en werd naar alle waarschijnlijk in dit dialect uitgesproken zonder t, al dan niet om het rijmend te maken. Het woord Geuze verwijst naar het scheldwoord geus, wat in de volksmond een benaming was voor een protestant. Het woord Kempen is een afkorting voor het in de Kempen gelegen kwartier Kempenland. Op het moment dat Hanewinkel het rijmpje memoreerde, verbleef hij in het Kempenlandse Valkenswaard, zijn laatste Kempenlandse verblijfplaats voordat hij richting het Peellandse Budel afreisde. De dominee vermeldde echter niet waar hij het rijmpje destijds opving.

Eer ik deezen sluit, moet ik hier nog iets bijvoegen. De Hervormden in Kempenland zijn voor het grootst gedeelte onder elkanderen vermaagschapt; dit komt, zegt men, omdat eene zekere Vrouw, die men nog spotswijze de Geuze Els noemt, zeer veele Kinderen naliet, welke zich alle in Kempenland, de een hier, de ander daar, nederzetteden en vermenigvuldigden. Hier van het spreekwoord, dat denklijk van Roomsche afkomst is, want het verraad veel bitterheid:

"De Geuze Els,
"Heeft de heele Kempen gevelst."

— Stephanus Hanewinckel, 1799 [4]

Hanewinkel was van mening dat het spreekwoord hoogstwaarschijnlijk van katholieke herkomst was, aangezien de predikant hier veel verbittering uit kon opmaken. Daarnaast stond de predikant in zijn publicaties bekend om zijn neerbuigendheid naar de katholieke bevolking toe en schreef dan ook onder een pseudoniem. Het is daarom eerder aannemelijk dat het volksrijmpje een vorm van Brabantse volkshumor is in plaats van een antiprotestants rijmpje, zoals Hanewinkel het versje bestempelde.[1]

Varianten op het volksrijmpje[bewerken | brontekst bewerken]

Er bestaan ook meerdere varianten die zeer waarschijnlijk afgeleid zijn van het door Hanewinkel ontdekte volksrijmpje. Echter valt niet uit te sluiten of deze rijmpjes al voor of pas na 1799 in gebruik waren en uit welk deel van de Meierij deze afkomstig waren.

In 1883 beschreef Arnold Kremer een volksrijmpje wat zich richt tot de gehele Meierij, wat het gevolg was van het feit dat de nakomelingen van Geuze Els zich steeds verder over de Meierij hebben weten te vestigen:

Geuze Elst,
heeft de heele Meyerij verfelst.

Het woord verfelst is eveneens afkomstig uit het Meierijse dialect en kan net als het woord gevelst gelezen worden als "vervalst". Met de Meierij wordt naast Kempenland de stad 's-Hertogenbosch en de voormalige kwartieren Peelland, Oisterwijk en Maasland bedoeld. Deze streek komt globaal overeen met het huidige Oost-Brabant. Het rijmpje wekt dan ook de indruk dat de nakomelingen van Geuze Els naar alle waarschijnlijkheid in en rondom de Meierij bekend stonden als ijverige voorstanders van het gereformeerde geloof.[5]

Hendrik Ouwerling schreef in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek deel 4 van 1918, naast het originele rijmpje, een variant die zich nog meer toespitst op het protestantse nageslacht:

Moeder Els,
heeft heel de Kempen met Geus gevelst.

Ook in dit rijmpje komt de protestantse benaming geus terug naar voren. Alleen in dit geval werd het op zijn Brabants uitgesproken en geschreven in enkelvoud, terwijl hiermee de meervoudsvorm geuzen bedoeld werd. Opmerkelijk is te noemen dat Elsken Joosten door Ouwerling Moeder Els genoemd wordt, een bijnaam die voor zover bekend nog niet niet eerder terug te vinden was tot deze uitgave uit 1918. Verder vermeldt Ouwerling dat beide rijmpjes bekend zijn over de gehele Meierij, wat inhoud dat Elsken Joosten naast haar bijnaam Geuze Els ook bekend stond als Moeder Els.[2]

In een publicatie uit 1949 van Klaes Sierksma, die na 1945 schreef onder de pseudoniem Okke Haverkamp, dook het originele volksrijmpje op met een aankondiging:

Ja, ja, de Geuze-Els,
heeft de hele Kempen gevels.[6]

Achterhaling van de identiteit[bewerken | brontekst bewerken]

Aangezien Stephanus Hanewinkel begin 19e eeuw nooit een naam of woonplaats heeft weten over te leveren, is de identiteit van deze vrouw lang een mysterie gebleven.[1] Naarmate de eeuwen verstreken zijn er vele gegevens over deze vrouw verloren gegaan en bestonden er slechts een aantal volksverhalen en overleveringen. Zo bleek eind 19e eeuw ook onder de Kempische bevolking zelf geen naam meer bekend van Geuze Els.[3]

Eind 19e-eeuwse overleveringen[bewerken | brontekst bewerken]

De Sint-Janskathedraal, die in 1629 in protestantse handen viel en waar volgens overlevering diensten zijn bijgewoond door Elsken Joosten.

Drieëntachtig jaar na de publicatie van Hanewinkel verscheen er in De Navorscher van 1883 een stuk van A.J.C Kremer, de zoon van de bekende 19e-eeuwse predikant J.L.A Kremer, waarin de auteur beschreef dat hij in zijn jeugd vernomen heeft dat Geuze Els bekeerd zou zijn in de stad 's-Hertogenbosch na het beleg door het Staatse leger in 1629, om zo haar plaats in de Sint-Janskathedraal niet te verliezen.[5]

In mijn jeugd heb ik weleens hooren vertellen, dat de Bye, des Abeilles en Benen, drie bekende geslachten, denzelfden oorsprong hadden, als afstammende van Geuze Els, die te 's Hertogenbosch, toen de stad door de Staten was ingenomen, gereformeerd werd om hare plaats in de St. Janskerk niet te verliezen en van wie 't rijmpje getuigd:

>Geuze Elst
Heeft de heele Meyerij verfelst",-

namelijk door hare talrijke afstammelingen, die overal in de Meyerij verspreid en als ijverige voorstanders der gereformeerde religie bekend waren.

— A.J.C. Kremer, 1883 [5]

Eind jaren negentig van die zelfde eeuw deden de heemkundige P.N. Panken en historicus A.F.O. van Sasse van Ysselt onderzoek naar het Kempische dorp Bergeijk en haar omgeving. Aan de hand van deze Kempische overleveringen werd aangenomen dat Geuze Els na de Vrede van Münster in 1648 als buitenstaander in de Meierij was komen wonen. Ook in het nabijgelegen dorp Hapert bestond destijds een nog altijd levendige en aannemelijke orale traditie, namelijk dat Geuze Els midden 17e eeuw aldaar gewoond zou hebben nabij de middeleeuwse kerk, maar van een familienaam was niks bekend. Een Kempische familie, genaamd Zwijnen, beweerde dat Geuze Els een Van der Elst moest zijn geweest, die aangetrouwd zou zijn aan hun familie, welke zich vanuit Rhoon of Pendrecht in de Meierij had gevestigd. Deze overlevering kon volgens de twee historici niet kloppen, aangezien er uit niets bleek dat er ooit een Zwijnen in Hapert gewoond zou hebben.[7]

De protestantse naam 'Fabrie'[bewerken | brontekst bewerken]

Aangezien er geen duidelijke naam was, werd ervan uitgegaan dat Geuze Els de vrouw moest zijn geweest van een fabri, wat in de 17e eeuw ontleend werd aan het woord smid. Deze theorie werd gebaseerd op het feit dat Fabrie, ook wel geschreven als Fabri of Fabry, in de 18e eeuw een bekende protestantse naam was in de Kempen en ook bleek er een protestantse familie met deze naam gewoond te hebben in Hapert. Aangezien het schepenarchief van de gemeente Hoogeloon, Hapert en Casteren niet volledig was kon er niet met zekerheid gezegd worden of het hier om de Geuze Els ging.

Na verder onderzoek bleek dat er in Westerhoven ook een protestantse familie Fabrie leefde die vermoedelijk afkomstig was van de Hapertse. De eerste Fabrie die in het dorp kwam wonen was de vorster Jacob Aerts Fabrie in 1662. Een van zijn kinderen droeg de naam Elsken, wat vaak ook geschreven werd als Els of Elsje, waardoor het vermoeden bestond dat dit een familienaam zou moeten zijn. Ook het vak van smid was terug te vinden in deze familie. Zo had bijvoorbeeld Isaac Aerts Fabrie, de broer van deze vorser, een zoon die smid bleek te zijn in Leende. Hierdoor werd aangenomen dat Geuze Els zeer waarschijnlijk tot dit geslacht behoorde, ontstond het vermoeden dat Geuze Els de moeder moest zijn geweest van deze vorster uit Westerhoven en de vrouw van een smid met de vermoedelijke naam Aart Fabrie.[7]

Het ontbrekende stukje van de genealogische puzzel[bewerken | brontekst bewerken]

In het Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie deel 23 bevindt zich het artikel "Nakomelingen van de beroemde "Geuze Els"" van dr. Willem de Vries over de resultaten van zijn genealogisch onderzoek naar nakomelingen van de Geuze Els. In dit onderzoek werd de theorie over de familie Fabrie grotendeels bevestigd. De aanleiding van het onderzoek was een brief uit 1828 afkomstig uit het archief van de Maatschappij tot Bevordering van Welstand te Breda, die steun verleende aan landbouwers van protestanten huize in Brabant. Volgens deze brief zou oprichter ds. Jacob van Heusden uit Hilvarenbeek bezoek hebben gehad van een zekere Peter Michael uit Hoogeloon die verwant zou zijn aan de Geuze Els.

Verleden week heb ik weer bij mij gehad Pieter Michael, nog een afstammeling van de beroemde ,,Geuze Els".

— Jacob van Heusden, 1828 [8]

Michael wilde in aanmerking komen voor plaatsing op de hoeve van deze maatschappij. Hij wilde met deze bewering zijn kansen aanzienlijk proberen te vergroten. Uit verder onderzoek bleek dat deze Peter Michael via zijn moeders kant verwant was aan de familie Fabrie. Ook zijn vrouw en de stiefmoeder van zijn vader bleken tot deze familie Fabrie te behoren. De Vries ging naar aanleiding van Petronella Fabri, de moeder van Peter Michael, de Familie Fabrie naspeuren. Hieruit bleek dat Abraham Aerts Fabrie een directe voorouder bleek te zijn van Peter Michael. Daarnaast bleek deze Abraham een broer te zijn van de Westerhovense vorser Jacob Aerts Fabrie, aangezien zij beide voortgekomen zijn uit het huwelijk tussen Aert Jansen en Elsken Joosten.[9][10] Naast families als Fabrie en Micheal onderzocht De Vries later ook andere uit Noord-Brabant afkomstige protestantse families. Hieruit bleek dat het verhaal, wat Hanewinkel in 1799 al opving, dat een zeer groot deel van de protestanten in de Kempen tot begin van de 19e eeuw afstammen van hun stammoeder Elsken Joosten, te kloppen.[11]

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Globale levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

De middeleeuwse kerk met toren, gelegen aan den Hoogebocht bij buurtschap De Hoeven te Hapert in 1832, de buurtschap waar Elsken Joosten in de 17e eeuw gewoond heeft.

Elsken Joosten, ook wel Els of Elske genoemd, werd begin 17e eeuw geboren in het plaatsje Strijp, dat inmiddels een stadsdeel van Eindhoven is, en groeide op in een gezin bestaande uit minimaal zes kinderen. De gegevens van de familie van Elsken Joosten doken op in de registers van de gemeente Gestel, Strijp en Stratum. De mogelijkheid bestaat dat het hier gaat om de Strijpse familie Van de Sande, aangezien er meerdere overeenkomsten zijn met bepaalde namen en deze familie ook deels was overgegaan tot het protestantisme. Aannemelijk is ook dat Elsken Joosten al vroeg in de 17e eeuw tot het protestantisme is overgegaan. Elsken Joosten trouwde voor 1635 met de Hapertse smid Aert Jansen. Uit een testament werd bevestigd dat het stel inderdaad nabij de middeleeuwse kerk, in de huizing en hof aan den Hoogebocht bij de hoeve te Hapert hebben gewoond. Ze kregen uiteindelijk minimaal negen kinderen die zich over alle uithoeken van de Kempen hebben verspreid. Daarnaast is het opvallend te noemen dat al deze negen nakomelingen de volwassen leeftijd wisten te bereiken, wat in de 17e eeuw verre van vanzelfsprekend was.[12] Deze nakomelingen kenden zich pas later de naam Fabrie toe, een verbastering van het uit het Latijn afkomstige woord faber en wat dus refereerde aan het vak van hun vader. Dat Elsken Joosten en haar man vochten voor het welzijn van de kinderen en streefde om het nageslacht invloedrijke functies te laten bekleden in de regio, blijkt mede uit een verzoek aan de Raad van State uit 1656, waarin de schoonzoon van Elsken Joosten en haar man, op aanraden van het stel, een van de zonen uiteindelijk tevergeefs liet aanbieden als schoolmeester, koster, voorlezer en voorzanger te Bladel.[11] Daarnaast liet het stel in 1670 bij een notaris te Hoogeloon een testament aanpassen ten gunste van alle nakomelingen.[13]

In verschillende overleveringen werd lang aangenomen dat de "Geuze Els" pas na de Vrede van Münster, die in 1648 werd gesloten, als buitenstaander in de Meierij was komen wonen. In tegenstelling tot wat lang gedacht werd, bleek de familie Fabrie een inheemse protestantse familie te zijn. Elsken Joosten leefde ten tijde van de godsdiensttwisten en nadat ze de middelbare leeftijd bereiktte vond de reformatie, na het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog in 1648, uiteindelijk ook in de gehele Meierij plaats. Een gevolg hiervan was dat de Nederduitse Gereformeerde Kerk werd uitgeroepen tot de publieke kerk van de zojuist erkende Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dit hield in dat ook de middeleeuwse kerk in Hapert in protestantse handen viel, waardoor onder anderen Elsken Joosten en haar gezin diensten mochten volgen in de voormalige rooms-katholieke kerk. Deze ontwikkelingen moeten een doorn in het oog geweest zijn voor de Hapertse katholieken die daarentegen werden veroordeeld tot stiekeme bijeenkomsten bij men thuis en diensten in zogenaamde nabijgelegen grenskerken. Openlijke uitoefening van de katholieke godsdienst was niet meer toegestaan, wat voor de katholieke gemeenschap tot scheve gezichten en afschuw moet hebben geleid. Pas in 1737, ruim na de dood van Elsken Joosten, hadden de katholieken beschikking over een schuurkerk te Hapert.

Aangezien Elsken Joosten een van de weinige protestanten moet zijn geweest in zowel het dorp Hapert als de regio, vermoedelijk sterk afwijkend gedrag vertoonde ten opzichte van de lokale rooms-katholieke bevolking, openlijk haar godsdienst kon uitoefenen en nog eens minstens negen protestantse nakomelingen naliet, waaraan de volksrijmpjes en haar bijnaam nog altijd herinneren, kan gesteld worden dat Elsken Joosten een zeer markant dorpsfiguur moet zijn geweest.[7] Elsken Joosten behaalde een hoge leeftijd en liet uiteindelijk minimaal vier zonen en vijf dochters na. De kans dat Elsken Joosten nabij de fundamenten van de in 1857 afgebroken middeleeuwse kerk op de toenmalige protestantse begraafplaats is begraven is zeer reëel.[14]

Bijnaam en aanhoudende bekendheid[bewerken | brontekst bewerken]

De Oude Provincialeweg 69 met een restant van het Kerkepad te Hapert, daar waar de middeleeuwse kerk (1857) met toren (1902) stond en waar Elsken Joosten vermoedelijk ligt begraven.

Ondanks dat het originele volksrijmpje een katholieke oorsprong kent, bestaat de kans dat onder de protestanten en dan met name de nakomelingen van Elsken Joosten zelf, het volksrijmpje een bespotting van trots was die ook zeker bijgedragen zouden kunnen hebben aan de bekendheid van deze fel overtuigende protestantse vrouw. Daarnaast lijkt het onaannemelijk dat Elsken Joosten alleen haar bijnaam te danken zal hebben gehad aan het feit dat zij veel kinderen zou hebben nagelaten.[9] Daar waar Elsken Joosten berucht was onder de katholieken kan gesteld worden dat zij beroemd was onder de protestanten. Dit werd ruim na haar dood in 1828 bevestigd door Peter Michael die zijn geloofsbrieven versterkte door Jacob van Heusden mede te delen dat hij een afstammeling was van, zoals ds. Van Heusden het noemde, de beroemde Geuze Els. Naast Peter Michael ontvingen meerdere afstammelingen financiële steun van de Maatschappij tot Bevordering van Welstand, waardoor de familierelatie met Geuze Els wellicht gediend heeft als aanbeveling voor het verkrijgen van ondersteuning.[15] Ook blijkt hieruit dat de protestanten trots waren om af te stammen van Elsken Joosten en werd haar bijnaam dan ook gebruikt als een geuzennaam.[16]

Ik acht het veel meer aannemelijk, dat zij haar naam ,,Geuze Els" te danken zal hebben gehad aan de wijze, waarop zij in woord en daad opgekomen zal zijn voor hetgeen men in haar tijd noemde ,,het enige ware, Christelijke Gereformeerde geloof". Daardoor bij de Protestanten ,,beroemd" en bij de Rooms-Katholieken ,,berucht" geworden, zal de herinnering aan haar nog lang levendig zijn gebleven.

— Willem de Vries, 1969 [17]

Ook het feit dat het overgrote deel van de Kempische protestanten tot de 19e eeuw van Elsken Joosten bleken af te stammen, moet van grote invloed zijn geweest op de bekendheid van deze vrouw door de eeuwen heen. De reden dat het overgrote deel van de Kempische protestanten verwant waren aan Elsken Joosten, kwam omdat de protestanten te midden van de overwegend rooms-katholieke bevolking altijd behoorlijk in de minderheid bleken te zijn, waardoor zij vaak op elkaar waren aangewezen. Het gevolg hiervan was dat er een merkwaardige vorm van inteelt ontstond.[1][18] De naam Geuze Els en het daarbij behorende spotrijm is tot aan het begin van de 20e eeuw onder de lokale bevolking bekend gebleven.[7][19] Sinds de onthulling van de identiteit kwam Elsken Joosten veelvuldig voor in verschillende genealogische onderzoeken en publicaties en werd op basis van haar reputatie opgenomen in het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland, een onderzoeksproject van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, onder leiding van historica Els Kloek. Uit dit onderzoek kwam, eveneens onder leiding van Kloek, 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis voort, waar wederom de reputatie van Elsken Joosten groots genoeg bleek om een plek in het naslagwerk te bemachtigen.[10]

Bekende afstammelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Stamboom[12][20][bewerken | brontekst bewerken]

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
?
 
 
 
Joost Aerts
(Van de Sande)

±1561-<1629
 
?
 
 
 
Jan de Smit

±1570->1638
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jan Joosten Aerts
(Van de Sande)
 
Dierck Joosten
(Van de Sande)
 
Jenneken Joosten
 
Perina Joosten
 
Neesken Joosten
 
Elsken Joosten Aerts

±1605-±1687
 
 
 
Aert Jansen Smits

±1600-1687
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Joost
Aerts
Fabrie

±1630-<1697
 
Catalijn Aertsdr Jansen Fabrie

±1632-<1696
 
Abraham
Aerts
Fabrie

±1634->1696
 
Jacob
Aertsen
Fabrie

±1636-±1695
 
Isaaks
Aerts
Fabrie

±1645-1706
 
Maria
Aerts
Fabrie

±1645-1696
 
Jenneken
Aertsdr
Fabrie

±1646->1670
 
Henrixken
Aertsdr
Fabrie

±1648->1696
 
Aleken
Aertsdr
Fabrie

±1650->1670
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Vader van minstens 6 kinderen
 
Moeder van minstens 1 kind
 
Vader van minstens 4 kinderen
 
Vader van minstens 3 kinderen
 
Vader van minstens 3 kinderen
 
Moeder van minstens 1 kind
 
Geen kinderen bekend
 
Geen kinderen bekend
 
Geen kinderen bekend
 

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]