Friesche Veen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Friesche Veen
Friesche Veen (Drenthe)
Friesche Veen
Situering
Stroomgebiedslanden Nederland
Coördinaten 53° 9′ NB, 6° 34′ OL
Basisgegevens
Oppervlakte 0,78 km²
Foto's
Het Friesche Veen gezien van uit een roeiboot
Portaal  Portaalicoon   Geografie

Het Friesche Veen (soms: Friese Veen of Friescheveen) is het Drentse deel van het Neerwold, waarvan het Groningse deel het Paterswoldsemeer is. Het gebied heeft een oppervlakte van 78 hectare en ligt 1 kilometer ten noorden van Paterswolde. Het gebied ligt tegen het landgoed Vennebroek aan, dat net als het Friesche Veen beheerd wordt door Natuurmonumenten.

Het is een laagveengebied met moerasbos, riet en open water, ontstaan in het begin van de 19e eeuw door veenafgraving. Daar waar het werd afgegraven ontstond water met daartussen de legakkers waar het veen werd gedroogd. Door erosie zijn de meeste legakkers, op een aantal in het noordelijke gedeelte na, inmiddels verdwenen.

Huize Weltevreden[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Huize Weltevreden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het Blik[bewerken | brontekst bewerken]

Langs het zuiden en het oosten van het meer ligt een dijk die het meer scheidt van het Oosterland, een polder die voorheen werd drooggehouden, aanvankelijk door een Amerikaanse windmolen, later door een elektrisch gemaal. Natuurmonumenten heeft het Oosterland aan de natuur teruggegeven. De fundamenten van de molen en het gemaal zijn nog op de dijk te vinden.

Tussen 1900 en 1917 werd de oostoever van het meer gebruikt als vuilstort van Groningen. Dit werd gedaan omdat de legakkers hier begroeid raakten met bomen, die er veel te zwaar voor waren en daarom omvielen. Daarop kreeg de wind vrij spel en werd de dijk bedreigd. Met het storten van stadsvuil werd de dijk hiertegen beschermd. De schepen met stadsvuil voeren via het Noord-Willemskanaal en de Schipsloot ten zuiden van de Meerweg, die daarvóór was gebruikt voor de afvoer van turf. Tussen 1918 en 1930 werd de stort voortgezet, zij het in mindere mate. Daarna is hieraan een einde gekomen toen men ging inzien dat het gebied uniek is. In het gebied zijn onder andere cokesslakken, huis- en tuinafval gestort. Het gebied is nu dicht begroeid. Het tuinafval bevatte zaden van verschillende planten, waardoor er hier nu onder andere kruisbes, framboos, wijnruit wingerd, seringen en zoete kers groeien.[1] Door de dichte begroeiing is het meer vanaf de dijk nauwelijks zichtbaar. In een klein gedeelte komt het historische afval door de werking van de grond naar boven. Dit gedeelte wordt Het Blik genoemd. Het pad over de dijk geeft de wandelaar een goede indruk van het gebied. Vanaf het pad kan men via een brug op een eilandje komen, waarop vroeger een houten zomerhuisje van de familie Camphuis stond, en thans een vogelkijkhut, omdat het gebied bijzonder rijk aan vogels is. Men ziet op het water de kuifeend, smient en slobeend.

Het riet wordt regelmatig gesneden om dichtgroei van het water tegen te gaan.

Recreatie[bewerken | brontekst bewerken]

Het Friesche Veen is, afgezien van het onverharde pad aan de oost- en zuidzijde, niet ingericht voor recreatie. Zeil- en motorboten zijn niet toegestaan op het meer.
In 1907 begon boer, klompenmaker en cafébaas Thomas Visser vanuit café Friescheveen aan de Meerweg met de verhuur van roeiboten waarmee men door het Friesche Veen kon varen. Later werden er ook kano's verhuurd. Het café was heel lang eigendom van de nazaten van Visser, maar moest in 2021 na ruim 100 jaar de deuren sluiten.

Zie de categorie Friesche Veen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.