Gebruiker:Encycloon/Oost-Jeruzalem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Overgenomen vanaf hier en hier (diff-link):

Passage 1a[bewerken | brontekst bewerken]

In 1948 veroverde Israël West-Jeruzalem, het gebied en de wijken ten westen van de Oude Stad Jeruzalem, dat daarmee werd afgesplitst van wat vervolgens Oost-Jeruzalem werd genoemd: de oostelijk gelegen Oude Stad met zijn wijken rondom. Sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967, waarin Israël de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem veroverde en bezette, zijn de Oude Stad met zijn omliggende Palestijnse wijken en dorpen samen met de, door de internationale gemeenschap illegaal verklaarde, Israëlische nederzettingen bij West-Jeruzalem getrokken en onder het Israëlische gemeentebestuur van Jeruzalem gebracht.[1][2]

Passage 1b[bewerken | brontekst bewerken]

In 1948 veroverde Israël West-Jeruzalem, het gebied en de wijken ten westen van de Oude Stad Jeruzalem, dat daarmee werd afgesplitst van wat vervolgens Oost-Jeruzalem werd genoemd: de oostelijk gelegen Oude Stad met zijn wijken rondom. Sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967, waarin Israël de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem veroverde en bezette, zijn Oost- en West-Jeruzalem onder één Israëlisch gemeentelijk bestuur gebracht. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties veroordeelde in 1980 met resolutie 478 de annexatie van Oost-Jeruzalem en het tot hoofdstad van Israël uitroepen van de stad. Het grondgebied van de gemeente Jeruzalem is sindsdien uitgebreid en omvat ook Palestijnse wijken en dorpen die voorheen buiten Jeruzalem lagen, alsmede nieuwbouwwijken, die door de internationale gemeenschap beschouwd worden als illegale Israëlische nederzettingen.[3]

Passage 2a[bewerken | brontekst bewerken]

De status van Oost-Jeruzalem is omstreden:De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties veroordeelde in 1980 met resolutie 478 deze annexatie van Oost-Jeruzalem en het tot hoofdstad van Israël uitroepen van de stad.

Passage 2b[bewerken | brontekst bewerken]

De status van Oost-Jeruzalem is omstreden.

Passage 3a[bewerken | brontekst bewerken]

Israël, dat sinds de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 West-Jeruzalem al in handen had, veroverde in de Zesdaagse Oorlog van 1967 de Westelijke Jordaanoever en de oude stad Oost-Jeruzalem op Jordanië en annexeerde daarna ook Oost-Jeruzalem, dat voor de internationale wetgeving bezet gebied is en daarom geen onderdeel kan worden van de staat Israël.

Passage 3b[bewerken | brontekst bewerken]

Israël, dat sinds de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 West-Jeruzalem al in handen had, veroverde in de Zesdaagse Oorlog van 1967 de Westelijke Jordaanoever en de oude stad Oost-Jeruzalem op Jordanië en annexeerde daarna ook Oost-Jeruzalem.

Passage 4[bewerken | brontekst bewerken]

Veel bestaande Palestijnse huizen in de geannexeerde wijken en dorpen rond Jeruzalem worden gesloopt.[4] Israël voert daarvoor aan dat ze illegaal gebouwd zijn omdat er door de Israëlische autoriteiten geen bouwvergunningen voor zijn verstrekt.

Passage 5[bewerken | brontekst bewerken]

In Wadi al-Humus in de de Palestijnse wijk Sur Baher[5] begon de Israëlische krijgsmacht in de nacht van 21-22 juli 2019 met de sloop van huizen. Volgens Gilad Erdan, de Israëlisch minister van Openbare Veiligheid waren deze illegaal en lagen ze te dicht bij de Israëlische Westoeverbarrière die binnen Sur Baher was opgetrokken. Het betreffende deel van Sur Baher ligt ten oosten van die barrière in het A-gebied van de Oslo-akkoorden dat onder het gezag van de Palestijnse Autoriteit valt die ook de bouwvergunningen voor de woningen had verstrekt. Functionarissen van de Verenigde Naties hadden Israël daarvóór reeds gewaarschuwd om te stoppen met zijn plannen om huizen in Sur Baher te verwoesten.[6] Deze sloopactie van Israël oogstte behalve kritiek van de Verenigde Naties, ook kritiek van de Europese Unie en verscheidene afzonderlijke landen.[7][8] De Israëlische mensenrechtenorganisatie tgen huisverwoestineg ICAHD schreef hierover: ”The continuation of this policy undermines the viability of the two-state solution and the prospect for a lasting peace.”[9]

Passage 6a[bewerken | brontekst bewerken]

In april 2019 vond het hoogste aantal verwoestingen plaats sinds de registratie (tot die tijd) ervan door de VN.

Passage 6b[bewerken | brontekst bewerken]

In april 2019 vond het hoogste aantal verwoestingen plaats sinds de registratie ervan door de V.N.

Passage 7[bewerken | brontekst bewerken]

(Onder externe links:)

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]