Naar inhoud springen

Gebruiker:Grasmat/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Grasmat/Kladblok

Dit is het persoonlijke kladblok van Grasmat.

Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen met wat meer Wikipedia-ervaring) en mag dus geen onoorbare dingen bevatten, zoals auteursrechtschendingen.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.


Wapen van Capelle (Duiveland)


Het wapen van de voormalige gemeente Capelle

Het wapen van Capelle werd op 1 juli 1817 bevestigd[1] door de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Capelle, alhoewel de gemeente al in 1813 al was opgeheven.

Er is geen beschrijving of blazoenering van het wapen bekend. In het wapenregister is alleen tekening te vinden.[2]

Het wapen stamt af van het heerlijkheidswapen van Duiveland. Capelle lag als rechtsgebied in de vierbannen van Duiveland. Aan dit wapen is nog een gouden schilhoofd toegevoegd.

Verwante wapens

[bewerken | brontekst bewerken]

[Categorie:Geschiedenis van Schouwen-Duiveland]]


Wapen van Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk


Wapen van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk (1959)
Wapen van het Polderdistrict Bommelerwaard (1969)

Het wapen van Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk werd op 19 augustus 1959 bij koninklijk besluit aan het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk verleend. Op 1 februari 1969 ging het polderdistrict op in het nieuw gevormde Polderdistrict Bommelerwaard.

Het Polderdistrict Bommelerwaard vroeg bij hun wapenaanvraag of ze het wapen van hun voorganger konden voeren. Dit werd goedgekeurd en het wapen werd op 21 april 1969 verleend.[1] Dit wapen verviel bij de opheffing van het polderdistrict op 1 januari 1982, toen ging het op in het Polderdistrict Groot Maas en Waal.

Voor beide wapens gelden de volgende beschrijving:

In azuur drie zilveren dubbele vijfbladige bloemen, geknopt van goud, de eerste bedekt door een vrijkwartier van azuur, bezaaid met staande blokjes van goud en beladen met een gouden leeuw, getongd en genageld van keel. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen.[2][3]

De heraldische kleuren zijn: azuur (blauw), goud (geel), keel (rood) en zilver. Het schild word gedekt door een gravenkroon.

Het wapen is gebaseerd op het stadszegel van Zaltbommel van voor 1339. De mispelbloemen uit het zegel zijn verder terug te voeren op de oudste wapen van de graven van Gelre, dat drie mispelbloemen vertoonde. Het vrijkwartier is terug te voeren op het wapen van de graven van Gelre dat tussen 1236 en 1339 werd gevoerd. Daarna is het met een kleine aanpassing tot ongeveer 1600 door Zaltbommel gevoerd. Daarna zegelde Zaltbommel met het wapen dat in 1816 aan de stad toegekend werd.

De polderdistricten kunnen deels beschouwd worden als de opvolgers van het ambt Bommel, Bommeler en Tielerwaarden. Dit ambt zegelde vroeger met het zegel van de stad Zaltbommel, aangezien het de hoofdstad van het ambt was. Het vrijkwartier is het wapen van de Graaf Reinoud II van Gelre, die de Bommelerwaard in 1327 een beschreven dijkrecht verleende aan het amtbestuur van de Bommel, Bommeler en Tielerwaarden.

Verwante wapens

[bewerken | brontekst bewerken]

Wapen van Hunze en Aa


Het wapen van het waterschap Hunze en Aa

Het wapen van Hunze en Aa werd op 31 januari 1995 bij koninklijk besluit aan het waterschap Hunze en Aa verleend.[1] Op 1 januari 2000 ging het waterschap op in het nieuwgevormde waterschap Hunze en Aa's.

De blazoenering luidt als volgt:

Doorsneden door een golvende dwarsbalk, golvend doorsneden van zilver en keel; I in keel twee lelies van zilver; II in zilver een roos van keel, geknopt van goud en gepunt van sinopel. Het schild gedekt met een gouden kroon van vijf bladeren.[2]

De heraldische kleuren zijn: goud (geel), keel (rood), sinopel (groen) en zilver. Het schild wordt gedekt met een markiezenkroon.

De kleuren zilver en keel zijn de kleuren van het Bisdom Utrecht. Het grondgebied van het waterschap Hunze en Aa strekte zich uit over Drenthe en het Gorecht, die beiden binnen Sticht Utrecht vielen. De roos voert terug op de prefectengeslachten Selwerd en Gronebeke. De roos is ook terug te vinden in het wapen van het voormalige waterschap Gorecht, een van de voorgangers van dit waterschap. De zilveren lelie is het symbool van de heilige Maria, de moeder van Jezus. De zilveren lelie verwijst naar het nonnenklooster Maria in Campis in Assen. Het is door de ligging van het klooster in de nabijheid van de Drentsche Aa, het bestuur over de nabijgelegen gebieden en het oorspronkelijke zegel van klooster, dat de zilveren lelie in het wapen is opgenomen.[3]

Verwante wapens

[bewerken | brontekst bewerken]

[Categorie:Wapen van voormalig Nederlands waterschap]]


Wapen van Voorne aan Zee


Het wapen van de gemeente Voorne aan Zee

Het wapen van Voorne aan Zee werd bij koninklijk besluit op 3 november 2022 aan de toen nog te vormen gemeente Voorne aan Zee verleend. Op 1 januari 2023 werd de gemeente opgericht uit de voormalige gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne.

Voor het wapen geldt de volgende beschrijving:

Doorsneden; I in zilver een paal van keel, beladen met een burcht van zilver, verlicht en met een valhek van sabel, waarop een liggende leeuw van goud; II in azuur een driemastschip van goud op een golvende schildvoet van zilver. Het schild gedekt met een gouden kroon van veertien parels waarop drie parels en ter linkerzijde gehouden door Capirussa, zijnde een zittend dier met de staart van een leeuw, de benen van een paard en het gezicht van een mens met de oren van een brakhond, alles van natuurlijke kleur, en om de hals een halsband met bellen, alles van goud. Wapenspreuk: LIBERTATIS PRIMITIAE in Latijnse letters van sabel op een lint van zilver.

De heraldische kleuren zijn: azuur (blauw), goud (geel), sabel (zwart) en zilver.

Voor de fusie verzochten de burgemeesters van Brielle, Hellevoetssluis en Westvoorne, de Hoge Raad van Adel twee voorstellen te doen voor een wapen. Hierop ontwierp de Hoge Raad van Adel twee wapens. Basis van de twee ontwerpen waren de paal uit het wapen van Brielle, het driemasterschip in het wapen van Hellevoetsluis en de burcht met de daarop liggende leeuw uit het wapen van Westvoorne.

Er werd ook enige kritiek gegeven op de Capirussa in het wapen, zo wordt de Capirussa bijvoorbeeld een gedrocht of afschuwelijk genoemd.


Wiltenburg (Reeuwijk)


De boerderij Wiltenburg, met op de voorgrond het monumentale inrijhek

Wiltenburg is de naam van een boerderij en was een 'Hoge heerlijkheid'. Wiltenburg ligt onder Oukoop en hoort bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.

In 1637 bestonden er al 2 morgen land (1,7 ha) met de naam 'Wiltenburg', die in het bezit van de adelijke burggraaf Van Montfoort De Merode waren. In 1661 kocht Jacob de Vrije het land met toestemming van de burggraaf Johan van Merode. Zijn nazaten bouwden er een herenhuis met een boerderij. Het herenhuis met de boerderij werd door de rijke familie De Vrije in de zomer gebruikt om de stad te ontvluchten.

In 1736 werd Wiltenburg eigendom van Samuel van Velthuizen uit Leiden.[1] Een van Samuel's dochters was getrouwd met Jan Cordelois. Deze nam in 1753 het herenhuis, de boerderij en alles wat daarbij hoorde over.

Jan Cordelois bombardeerde het herenhuis, de boerderij en de daarbij horende gronden tot een Hoge heerlijkheid. Hierdoor werd er ook rechtgesproken over Wiltenburg, oefende men hier ook het halsrecht uit en werden er ook een gerechtsboek aangelegd. Waar het gerechtsboek heden ten dage is, blijft een raadsel.

Na de dood van Jan Cordelois kocht E. Rijkaart Wiltenburg in 1797 en liet in 1818 het herenhuis slopen en vergrote de boerderij.

In 1821 had de toenmalige eigenaar Willem Butter een conflict met het Ministerie van Justitie of Butter op grond van het verleden van Wiltenburg (als hoge heerlijkheid) een vrijstaat mocht oprichten en geen belasting hoefde te betalen. Het bewijs zou volgens hem in een kistje liggen dat kwijt was geraakt. Uiteindelijk kreeg hij van het ministerie niet gelijk.

Voor 1820 hoorde Wiltenburg ook bij geen enkele provincie of gemeente. In 1820 werd Wiltenburg bij Zuid-Holland ingedeeld en een jaar later werd Wiltenburg ingedeeld bij de gemeente Sluipwijk.[2]

Voor de boerderij Wiltenburg staat een zeventiende-eeuws monumentaal inrijhek. Op het inrijhek staat een wapen, wat een blauw schild met een gele Fleur de lis betreft. De wapenspreuk luidt: Quam parva, nulli cedo (vert: Hoe klein ik ook ben, ik wijk voor niemand).[3] Het inrijhek heeft sinds 1973 de status als een rijksmonument.[4]

Zie de categorie Hekpijlers Oukoopsedijk 8, Reeuwijk van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

[Categorie:Heerlijkheid in de Nederlanden|Wiltenburg]]