Gebruiker:TheNk22/Psalm 44
Psalm 44 is de 44e psalm uit het boek Psalmen (geschreven door...)
Tekst[bewerken | brontekst bewerken]
Hieronder volgt de tekst van psalm 44 uit de Statenvertaling:
- Een onderwijzing, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach.
- O God! wij hebben het met onze oren gehoord, onze vaders hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in hun dagen, in de dagen van ouds.
- Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
- Want zij hebben het land niet geërfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen had.
- Gij Zelf zijt mijn Koning, o God! gebied de verlossingen Jakobs.
- Door U zullen wij onze wederpartijders met hoornen stoten; in Uw Naam zullen wij vertreden, die tegen ons opstaan.
- Want ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij niet verlossen.
- Maar Gij verlost ons van onze wederpartijders, en Gij maakt onze haters beschaamd.
- In God roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven in eeuwigheid. Sela.
- Maar nu hebt Gij ons verstoten en te schande gemaakt, dewijl Gij met onze krijgsheiren niet uittrekt.
- Gij doet ons achterwaarts keren van den wederpartijder; en onze haters beroven ons voor zich.
- Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.
- Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet.
- Gij stelt ons onze naburen tot smaad, tot spot en schimp dengenen, die rondom ons zijn.
- Gij stelt ons tot een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding onder de volken.
- Mijn schande is den gansen dag voor mij, en de schaamte mijns aangezichts bedekt mij;
- Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige.
- Dit alles is ons overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk gehandeld tegen Uw verbond.
- Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch onze gang geweken van Uw pad.
- Hoewel Gij ons verpletterd hebt in een plaats der draken, en ons met een doodsschaduw bedekt hebt.
- Zo wij den Naam onzes Gods hadden vergeten, en onze handen tot een vreemden God uitgebreid,
- Zou God zulks niet onderzoeken? Want Hij weet de verborgenheden des harten.
- Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen.
- Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid.
- Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, onze ellende en onze onderdrukking vergeten?
- Want onze ziel is in het stof nedergebogen; onze buik kleeft aan de aarde.
- Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil.
Analyse[bewerken | brontekst bewerken]
Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
- (en) Psalm 44 op Biblija.net
Zie de categorie Psalm 44 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
|