Gebruiker:Zomerklokje/Gebouw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Archeologische vondsten[bewerken | brontekst bewerken]


Test infobox[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sjabloon:Infobox archeologische vondst


Sierschijf van Helden
ondertitel
verguld zilveren phalera met een leeuwengevecht te midden van andere wilde dieren
Maker maker
Datering eind eerste eeuw v. Chr.
Periode ijzertijd
Cultuur Kelten (Thracië)
Object phalera of sierschijf
Voorstelling wilde dierengevecht
Tekst tekst
Schrift schrift
Symbolen symbolen
Materiaal verguld zilver
Lengte lengte mm
Hoogte hoogte mm
Breedte breedte mm
Doorsnede 175 mm
Archeologische informatie
Vindplaats Helden, Limburg (Nederland)
Jaar 19e eeuw
Ontdekker ontdekker
Collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden
ID id
Inv. nr. inv. nr.
Portaal  Portaalicoon   Archeologie
Kunst & Cultuur
Geschiedenis

Test

Coördinaten[bewerken | brontekst bewerken]

Rotterdam[bewerken | brontekst bewerken]

  • Stereofoto's Rotterdam in Rijksmuseum -> Pieter Oosterhuis

Delft[bewerken | brontekst bewerken]

Bewoners ==

De zwaar veminkte gevel is waarschijnlijk het enige zichtbare restant van de architectuur in Delft die voor de stadsbrand in 1536 werd gespaard.

https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/BK-NM-3931-B Deze betimmering is afkomstig uit een huis in Dordrecht. De opbouw volgt de regels van de klassieke bouwkunst, met zuilen die een fries en een kroonlijst dragen. Het inlegwerk in verschillende houtsoorten verlevendigt de wand. De doorlopende betimmering gaf een vertrek eenheid en voornaamheid, maar isoleerde ook tegen kou en vocht

Dordtse betimmering[bewerken | brontekst bewerken]


Dordtse betimmering
Zomerklokje/Gebouw
Algemene gegevens
Omschrijving Wandbetimmering; schouw met schilderijtjes Geloof, Hoop en Liefde
Datering 1626
Techniek intarsia; eikenhout ingelegd met ebbenhout e.a.
Stijl maniërisme
Afmetingen 251 × 840 cm
Context
Opdrachtgever onbekend
Originele locatie Gravenstraat, Dordrecht
Type gebouw woonhuis
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Het Rijksmuseum bezit een eikenhouten wandbetimmering die afkomstig is uit een huis aan de Gravenstraat 11 in Dordrecht. De betimmering is gedateerd 1626.

Simon van Gijn liet door Muysken twee 17e-eeuwse schouwen in een van zijn stijlkamers opnemen. uit Sint-Joost op de hoek van de Aardappelmarkt en de Kuipershaven (gewijzigd) en Prinsenstraat.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Reinier Baarsen (1993): Nederlandse Meubelen 1600-1800, Zwolle/Amsterdam
  • Reinier Baarsen (2007): Wonen in de Gouden Eeuw. 17de-eeuwse Nederlandse meubelen, Amsterdam
  • C.M. de Bruijn et al. (1992): Leven met het verleden. Honderd jaar 'Oud-Dordrecht' (1892-1992), Hilversum
  • Th.H. Lunsingh Scheurleer (1952): Vroeg XVIIde-eeuwse Dordtse betimmeringen, Bulletin KNOB VI, 5 (1952), kolom 143-155; te lezen op Bulletin KNOB (website knob.nl)

Dordrecht[bewerken | brontekst bewerken]

Navigatie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sjabloon:Navigatie gemeente Dordrecht
  • Sjabloon:Navigatie stadspoorten Dordrecht


Lijsten[bewerken | brontekst bewerken]

Poorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het Melkpoortje figureert op 17e-eeuwse schilderijen van onder anderen Aelbert Cuyp.

De Spuipoort was in de middeleeuwen de belangrijkste stadspoort aan de landzijde, maar na de Sint-Elisabethsvloed was ook deze poort een waterpoort geworden.

Riedijkspoort

Torens[bewerken | brontekst bewerken]

Woonhuizen[bewerken | brontekst bewerken]

De voorgevel was geïnspireerd op Amsterdamse voorbeelden van Hendrick de Keyser. Kenmerkend hiervoor zijn

zogeheten Dordtse betimmering

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Schutterijen boek
  • Jan Alleblas, Bert Jintes, Peter Schotel (1988): Was getekend Dordrecht 1780-1960, Zwolle / Dordrecht
  • Mieke van Baarsel (1992): Van Aardappelmarkt tot Zwijndrechts Veerhoofd. De straatnamen van de historische binnenstad van Dordrecht, Hilversum: Verloren
  • Matthijs Balen (1677): Beschryvinge Der Stad Dordrecht, Dordrecht
  • W. van den Berg (1977): De restauratiewerkzaamheden aan de Groothoofdspoort te Dordrecht, uitgevoerd in de jaren 1969-1975, Vereniging Oud-Dordrecht: Jaarverslag 1976, p. 3-31
  • Johan van Beverwijck (1640): 't Begin van Hollant in Dordrecht, Dordrecht
  • Jaap Bouman (1991): Dordrecht vroeger en nu, Dordrecht
  • C.M. de Bruijn et al. (1992): Leven met het verleden. Honderd jaar 'Oud-Dordrecht' (1892-1992), Hilversum
  • J.W.J. Burgers & E.C. Dijkhof (1995): De oudste stadsrekeningen van Dordrecht 1283-1287, Hilversum: Verloren
  • J.L. van Dalen (1903): Nieuwe fragmenten van Dordtsche rekeningen, Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 24 (1903), p. 201-220; te lezen op DBNL
  • J.L. van Dalen (1927): De Groote Kerk (Onze Lieve Vrouwenkerk) te Dordrecht, Dordrecht; te lezen op Delpher
  • J.L. van Dalen (1931-1936): Geschiedenis van Dordrecht, Dordrecht: Morks (herdruk uit 1987, Schiedam: Scriptum)
  • Ch.M. Dozy (1891): De oudste stadsrekeningen van Dordrecht 1284-1424, Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, 3e serie, nr 2, Den Haag
  • Ch.M. Dozy (1893): Stadsrekeningen van Dordrecht. Medegedeeld door Mr. Ch.M. Dozy. [Extracten uit de jaren 1323, 1367 en 1399], Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 14 (1893), p. 94-113; te lezen op DBNL
  • Herman A. van Duinen (1997): De Koorbanken van de Grote- of Onze Lieve Vrouwekerk te Dordrecht, Utrecht
  • A.H.M. Glaudemans & J.A. van der Hoeve (1995): De Berckepoort in Dordrecht - de praktische toepassing van bouwhistorisch onderzoek (ontleding) in het ontwerpproces, Bulletin KNOB, 1995-5, p. 156-163
  • J.M. de Groot (1976): Dordrecht in voor- en tegenspoed. De wandschilderingen van Reinier Kennedy in het Raadhuis van Dordrecht, Dordrechts Museum
  • J.M. de Groot et al. (1977): Aelbert Cuyp en zijn familie. Schilders te Dordrecht, Dordrechts Museum
  • Johan Hendriks & René de Jong (1996): Dordt graaft dieper, Dordrecht
  • Johan Hendriks & Jan Koonings (2001): Van der stede muere. Beschrijving van de stadsmuur van Dordrecht, Dordrecht: Vereniging Oud-Dordrecht, Jaarboek 2000
  • Willem Frijhoff et al. (red.) (1998): Geschiedenis van Dordrecht van 1572 tot 1813, Dordrecht / Hilversum
  • Jan van Herwaarden et al. (1996): Geschiedenis van Dordrecht tot 1572, Dordrecht / Hilversum
  • P.J. Horsman & Jan Alleblas (1980): Dordrecht verleden tijd, Rijswijk: Elmar
  • Theunis Watzes Jensma & Ad Molendijk (1983): De Grote of Onze Lieve Vrouwekerk van Dordrecht. Koor en kapittel, Dordrecht
  • Th.W. Jensma & Ad Molendijk (1984): De Preekstoel in de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk van Dordrecht, Dordrecht
  • Th.W. Jensma & Ad Molendijk (1987): De Grote- of Onze Lieve Vrouwekerk van Dordrecht, Dordrecht / Zwolle
  • Pim Kooij & Vincent Sleebe (red.) (2000): Geschiedenis van Dordrecht van 1813 tot 2000, Dordrecht / Hilversum: Verloren
  • Marg. Kossmann (1963): Het Muntgebouw te Dordrecht en de huizen voor muntmeester en essayeur met renaissance-poortje, Bulletin KNOB 1963, kolom 257-296
  • C.J.P. Lips (1974): Wandelingen door Oud-Dordrecht, Zaltbommel
  • Th.H. Lunsingh Scheurleer (1952): Vroeg XVIIde-eeuwse Dordtse betimmeringen, Bulletin KNOB VI, 5 (1952), kolom 143-155; te lezen op Bulletin KNOB (website knob.nl)
  • Annèt Meffert & Ruud Schook (1985): G.N. Itz: stadsbouwmeester van Dordrecht 1832-1867, Delftse Universitaire Pers
  • R. Meischke; H.J. Zandkuijl; P.T.E.E. Rosenberg (1997): Huizen in Nederland. Zeeland en Zuid-Holland, Zwolle/Amsterdam
  • Herbert Sarfatij (red.) (1991): Verborgen steden. Stadsarcheologie in Nederland, Amsterdam: Meulenhoff, p. 110-111
  • Herbert Sarfatij (2007): Archeologie van een deltastad. Opgravingen in de binnenstad van Dordrecht, Utrecht: Uitgeverij Matrijs, p. 133-137
  • Margrit Elisabeth Stades-Vischer (1983): Het stadhuis te Dordrecht, Gemeentelijke Archiefdienst Dordrecht
  • A. Staring (1941): De steenhouwer Gillis Huppe (1576-1650) en zijn Dordtsche werken, Bulletin NOB, vierde serie, tiende jaargang (1941), p. 20-33
  • Ronald Stenvert et al. (2004): Monumenten in Nederland. Zuid-Holland, Zeist: Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Zwolle: Waanders Uitgevers; te lezen op DBNL(KB)
  • Wim van Wijk (red.) (1995): Dordt in de kaart gekeken, Dordrecht / Zwolle

Plaatjes[bewerken | brontekst bewerken]

Grote Kerk[bewerken | brontekst bewerken]

Koorbanken (Dordrecht)[bewerken | brontekst bewerken]

Muntpoortje[bewerken | brontekst bewerken]

Het Muntpoortje uit 1555 is de toegang tot het gebouwencomplex van de Munt van Holland in de ZH D. Het poortje bevindt zich aan de Voorstraat 186-188.

  • Marg. Kossmann (1963): Het Muntgebouw te Dordrecht en de huizen voor muntmeester en essayeur met renaissance-poortje, Bulletin KNOB 1963, kolom 257-296
  • R. Meischke; H.J. Zandkuijl; P.T.E.E. Rosenberg (1997): Huizen in Nederland. Zeeland en Zuid-Holland, Zwolle/Amsterdam, p. 62-63, 255

Berckepoort[bewerken | brontekst bewerken]

  • A.H.M. Glaudemans & J.A. van der Hoeve (1995): De Berckepoort in Dordrecht - de praktische toepassing van bouwhistorisch onderzoek (ontleding) in het ontwerpproces, Bulletin KNOB, 1995-5, p. 156-163

Boogjes[bewerken | brontekst bewerken]

Grotekerksplein 5[bewerken | brontekst bewerken]

Grotekerksbuurt[bewerken | brontekst bewerken]

Kloveniersdoelen (Dordrecht)[bewerken | brontekst bewerken]

Hooikade 5[bewerken | brontekst bewerken]

WIJNSTRAAT[bewerken | brontekst bewerken]

De Windasboog[bewerken | brontekst bewerken]

Wijnstraat 183[bewerken | brontekst bewerken]

vh. wijnstraat 65[bewerken | brontekst bewerken]

vh. wijnstraat 80[bewerken | brontekst bewerken]

Cronenburg[bewerken | brontekst bewerken]

De Onbeschaamde[bewerken | brontekst bewerken]

VOORSTRAAT E.O.[bewerken | brontekst bewerken]

Voorstraat 83[bewerken | brontekst bewerken]

Voorstraat 235[bewerken | brontekst bewerken]

Adam Willaerts[bewerken | brontekst bewerken]

JACOB MARIS[bewerken | brontekst bewerken]

AERT SCHOUMAN[bewerken | brontekst bewerken]

Rijksmuseum[bewerken | brontekst bewerken]

  • Commons - ZOEK: Dordrecht Rijksmuseum

JAN VAN GOYEN - TEKENINGEN[bewerken | brontekst bewerken]

SCHOTEL[bewerken | brontekst bewerken]

BREITNER - schetsboek 1887-1889[bewerken | brontekst bewerken]

Dordrecht (Willem Witsen)[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbeeld van Whistler, Breitner

== Schilderijen en aquarellen

== Voorstudies

in Rijksmuseum:

Rjaboesjinski-huis[bewerken | brontekst bewerken]


Rjaboesjinski-huis
Gorki-museum
Zomerklokje/Gebouw
Locatie
Locatie Moskou
Adres Malaja Nikitskaja 6
Coördinaten 55° 45′ NB, 37° 36′ OL
Status en tijdlijn
Oorspr. functie woonhuis
Huidig gebruik museum
Start ontwerp 1900
Bouw gereed 1903
Architectuur
Bouwstijl Art Nouveau
Bouwinfo
Architect Fjodor Sjechtel
Opdrachtgever Stepan Rjaboesjinski
Detailkaart
Zomerklokje/Gebouw (Moskou)
Zomerklokje/Gebouw
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde
Kunst & Cultuur

Het Rjaboesjinski-huis (Russisch: Особняк С. П. Рябушинского) is een vrijstaand herenhuis in Moskou, dat de Russische architect Fjodor Sjechtel in 1900 ontwierp voor de textielbaron Stepan Rjaboesjinski. Het gebouw is een belangrijk voorbeeld van Russische Art Nouveau. Sinds 1965 is hier het Gorki-museum gevestigd, gewijd aan de schrijver Maksim Gorki, die er in de jaren ... woonde.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

xx[1]

Het gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

Het Rjaboesjinski-huis in 1904

xx

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brumfield, William Craft (1991): The origins of modernism in Russian architecture, Berkeley: University of California Press
Zie de categorie Ryabushinsky House, Moscow van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Categorie:Bouwwerk in Moskou Categorie:Cultuur in Moskou Categorie:Museum in Rusland

TORENS[bewerken | brontekst bewerken]

Mennebrugs- nu Kruyt-Torn -> Balen 68

De exacte ligging is onbekend, maar hij moet op de overgang van de Aardappelmarkt naar de Gravenstraat hebben gestaan, mogelijk op een lijn met de Alaerd van Wijngaerdentoren en de Watersteinstoren, waarmee hij in de 17e eeuw in een adem werd genoemd als de drie torens aan "d'Oude Veste" (= Kuipershaven en Varkenmarkt). Pieter van Gelsdorp, een 17e-eeuwse eigenaar en bewoner van de Klockelaerstoren,[1] was volgens een document uit 1659 de buurman van Gravenstraat 5.[2] Balen situeert de toren tussen het huis Henegouwen aan de Wijnstraat en Sint-Joost, een voormalige kapel op de hoek Aardappelmarkt-Kuipershaven.[3]

  • Balen 63: Klokkelairs of Toeverlaats Toren; 686: volgens Beverwijck (p. 121) Vinckenburgh
  • Balen 71: genoemd tussen Henegouwen en Kapel van Sint-Joost

Op het Nieuwe Werk aan de Nieuwe Haven.

  • Lotkenstoren 1.8 [lotje = loods(je) = hut, schuur, t.w. onder de Boogjes]
  • ROB-opgraving 1978 -> Archeologische Kroniek 1978 (1979), p. 330-331
  • Balen 61 (Lotjes Toorn -> s.v. 1617)
  • Vest bij de Lotjes (= Grote Suikerstraat) -> Balen 69 / van Baarsel, p. 72
  • lotje = loods (ruimtes onder de Boogjes)


Joppentoren[bewerken | brontekst bewerken]

Joppentoren
Toltoren
Johannes Christiaan Schotel, Joppentoren vanaf de Wolwevershaven met het torentje van de Groothoofdspoort en rechts de Palingstraat, schetsboekblad in potlood en waterverf, begin 19e eeuw, Rijksmuseum Amsterdam
Locatie
Locatie begin Wolwevershaven
Coördinaten 51° 49′ NB, 4° 40′ OL
Status en tijdlijn
Status afgebroken
Oorspr. functie vestingwerk
Bouw gereed ca. 1350-1400 ?
Afgebroken 1851
Detailkaart
Zomerklokje/Gebouw (Binnenstad)
Zomerklokje/Gebouw
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde

De Joppentoren was een kleine waltoren aan het begin van de Wolwevershaven in de Zuid-Hollandse stad Dordrecht. De toren vormde de westelijke afsluiting van de stadsmuur langs het Groothoofd.

In 1978 vond een kleine opgraving plaats door de ROB naar een gedeelte van de stadsmuur, die langs de Palingstraat liep, tussen de Groothoofdspoort en de Joppentoren. Hieruit bleek dat er minstens twee fasen waren te onderscheiden: het oudste gedeelte van de stadsmuur stamde uit de tweede helft 14e eeuw en het gedeelte erboven uit de zestiende eeuw. Mogelijk is Joppentoren tegelijk met de eerste, 14e-eeuwse aanleg van de stadsmuur gebouwd.[1]

De Joppentoren stond oorspronkelijk direct aan de rivier. Toen in 1609 de Wolwevershaven werd gegraven, werd hij de bewaker van de toegang tot de haven. Vanaf 1600 fungeerde de toren ook als tolhuis van de Geervlietse tol, die door het verlanden van de waterwegen naar Dordrecht was verplaatst en eerst aan de Riedijk was gevestigd.[2] Hij droeg daarom als alternatieve naam "Toltoren",[3] niet te verwarren met de middeleeuwse Tolbrugstoren die aan het huidige Scheffersplein stond en in 1544 werd afgebroken.

In 1834 is de wachttoren verbouwd tot woonhuis. De toren blokkeerde de toegang vanaf de Kuipershaven naar het Groothoofd, dat zodoende alleen via de Palingstraat en de Groothoofdspoort bereikbaar was. Om de doorstroming te verbeteren werd de Joppentoren in 1851 afgebroken.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jan Alleblas, Bert Jintes, Peter Schotel (1988): Was getekend Dordrecht 1780-1960, Zwolle / Dordrecht
  • Mieke van Baarsel (1992): Van Aardappelmarkt tot Zwijndrechts Veerhoofd. De straatnamen van de historische binnenstad van Dordrecht, Hilversum: Verloren, p. 56-57
  • Matthijs Balen (1677): Beschryvinge Der Stad Dordrecht, Dordrecht
  • J.L. van Dalen (1931-1936): Geschiedenis van Dordrecht, Dordrecht: Morks (herdruk uit 1987, Schiedam: Scriptum), p. 64
  • Johan Hendriks & Jan Koonings (2001): Van der stede muere. Beschrijving van de stadsmuur van Dordrecht, Dordrecht: Vereniging Oud-Dordrecht, Jaarboek 2000, p. 78-80
  • Wim van Wijk (red.) (1995): Dordt in de kaart gekeken, Dordrecht / Zwolle

Categorie:Voormalig bouwwerk in Dordrecht

Groothoofdspoort / Gillis Huppe[bewerken | brontekst bewerken]

  • J.L. van Dalen Dordrechtsche Courant 7, 14 & 21 juli 1923 -> delpher

Staring 24 -> dakopbouw vgl. Oude Havenpoort Rotterdam

Staring 26 -> 1616: afbreken uurwerk oude toren van Groothoofdspoort / Drijfhout / nieuwe maagd; vgl. raadhuisgevel Utrecht 1547 (Willem van Noordt)

Staring 29 -> reparatie door Drijfhout van een "hooft aan de Nieuwpoort" (= Melkpoortje)

noten

  • 3 Frans Drijfhout (later hopkoopman) woonde bij Groothoofdspoort
  • 4 Maeght van Dordrecht ...
  • 13 - rekening "Gillis Hubbe" -> werkzaamheden aan accijnshuisje op Wijnbrug en verscheidene andere werken voor de stad...

Hendriks & Koonings (2001), p. 68-70

ca. 1350-1400/eind 14e eeuw -> zelfde tijd als Lakenhal (1383-1388), nieuw soort stenen kruiskozijnen[1] & Vuilpoort (?)

De gotische rondboognissen met driepas, die in Dordrecht vaker werden toegepast dan spitsbogen, zijn ontleend aan voorbeelden uit Brugge.[2] Ook bij Vlaamse hal oorspr. enkele driepas ipv dubbele.[3]

verbouwd 1450?

Van Dalen: 1567 Maagd van Holland met vijftien wapens al aanwezig

Frans Lebuïnusz. Drijfhout = vader van Barth. Drijfh[4] zie ook noot over Gillis Huppe: NOB 1940

1607 Puttoxtoren staat op instorten

1618 -> nieuwe gevelbekleding binnenzijde niet volledig uitgevoerd, omdat de Puttoxtoren er deels nog stond?

nieuwe maagd (na een voorloper als Hollandse Maagd met 15 wapenschilden die in 1567 werd beschilderd) -> beschilderd door Gerrit Gerritsz. Cuyp, de grootvader van Aelbert Cuyp.[5]

X[6] Balen Huppe & Luikse invloed: middenrelief: noordportaal Saint-Jacques / vensteromlijstingen: Rue St. Pierre 15 / architect: Lambert Lombard [7]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Mieke van Baarsel (1992): Van Aardappelmarkt tot Zwijndrechts Veerhoofd. De straatnamen van de historische binnenstad van Dordrecht, Hilversum: Verloren, p. 125
  • Matthijs Balen (1677): Beschryvinge Der Stad Dordrecht, Dordrecht
  • W. van den Berg (1977): De restauratiewerkzaamheden aan de Groothoofdspoort te Dordrecht, uitgevoerd in de jaren 1969-1975, Vereniging Oud-Dordrecht: Jaarverslag 1976, p. 3-31
  • J.L. van Dalen (1931-1933): Geschiedenis van Dordrecht, Dordrecht: Morks (herdruk uit 1987, Schiedam: Scriptum)
  • J.M. de Groot et al. (1977): Aelbert Cuyp en zijn familie. Schilders te Dordrecht, Dordrechts Museum
  • Johan Hendriks & Jan Koonings (2001): Van der stede muere. Beschrijving van de stadsmuur van Dordrecht, Dordrecht: Vereniging Oud-Dordrecht, Jaarboek 2000, p. 26-28
  • Jan van Herwaarden et al. (1996): Geschiedenis van Dordrecht tot 1572, Dordrecht / Hilversum
  • Willem Frijhoff et al. (red.) (1998): Geschiedenis van Dordrecht van 1572 tot 1813, Dordrecht / Hilversum, p. 57
  • Th.W. Jensma et al. (red.) (1986): Ach lieve tijd, Zwolle: Waanders
  • R. Meischke; H.J. Zandkuijl; P.T.E.E. Rosenberg (1997): Huizen in Nederland. Zeeland en Zuid-Holland, Zwolle/Amsterdam
  • Margrit Elisabeth Stades-Vischer (1983): Het stadhuis te Dordrecht, Gemeentelijke Archiefdienst Dordrecht
  • A. Staring (1941): De steenhouwer Gillis Huppe (1576-1650) en zijn Dordtsche werken, Bulletin NOB, vierde serie, tiende jaargang (1941), p. 20-33

Vuilpoort[bewerken | brontekst bewerken]

Van Dalen[1] In de stadsrekeningen uit het einde van 13e eeuw is er sprake van een stenen toren bij het kerkhof. Dit was waarschijnlijk de eerste gevangentoren.

De exacte positie van deze toren, die waarschijnlijk in 15e eeuw is afgebroken, is onbekend. Er zijn in de directe omgeving van de kerk restanten van een zwaar gebouw gevonden, maar de functie ervan is onbekend – het kan een groot huis geweest zijn.(Sarfatij, noten; Arch rapport kerkhof 200.) De situering van een toren bij de "Melkbrigge", een andere naam voor de Leuvenbrug, is opgevat als een aanwijzing dat de oude gevangentoren direct naast de Vuilpoort stond.

In de nabijheid van de Vuilpoort stond een oudere "Stenene toren" die waarschijnlijk als eerste gevangenis fungeerde ... / Van Dalen haalt de oude "Stenen Toren" en de oude Vuilpoort door elkaar. / Van Dalen voegde de vermeldingen over de oude stenen toren en die van de gevangenistoren of Vuilpoort samen, maar het gaat hier vrijwel zeker om twee gebouwen. De Vuilpoort is waarschijnlijk niet voor het midden van de 14e eeuw gebouwd, terwijl de stenen toren al in het eind van de 13e eeuw wordt genoemd.

vLexmond tekent rond 1810-1820 nog de oude doorgang / Op een situatietekening van de gemeente uit 1873 – kennelijk als plan om enkele naburige panden te slopen – wordt de doorgang nog steeds Gevangenpoort genoemd. (RAD 552_160517)

maar of hij toen in zijn geheel is afgebroken of alleen het bovenste gedeelte is onduidelijk. In elk geval stond er tot 1894 nog een gebouw met een doorgang die op een tekening van de gemeente in 1873 met "Gevangenpoort" wordt aangeduid. Dit kan nieuwbouw uit omstreeks 1804 zijn geweest of het restant van de oude Vuilpoort. In elk geval stond er na 1894 een nieuw gebouw naast de Leuvebrug, terwijl de doorgang vanaf de Voorstraat naar de Bomkade was verbreed door het slopen van enkele panden aan zuidzijde van de verdwenen poort. Het gebouw naast de Leuvebrug is inmiddels ook weer gesloopt. (Lips, enz) -> volgens Van Dalen: doorgang in 1632 verbreed; eerste bovenbouw gesloopt en rest verbouwd tot ijzerwinkel; in 1895 de woning boven de poort gesloopt; rond 1930? rest (dwz de vm. ijzerwinkel bij de Leuvebrug)

Personen die in de stad overlast bezorgden werden opgesloten in de kelder of "leeuwenkuil" van het stadhuis van Dordrecht, dat vanaf 1544 in de oude hal bij de Lombardbrug gevestigd was. / Het eventuele onderscheid tussen regionale en stedelijke gevangenis verdween in 1646, toen de Vuilpoort werd verkocht aan particulieren en er nieuwe cellen werden getimmerd op de verdieping van het stadhuis.

  • Van Herwaarden ... -> macht baljuw en de stad
  • Van Baarsel 82 - 1566 nieuwe gracht voor Vuilpoort = ?
  • Gevangenis: Stades-Vischer, p. 7-8, 83 (noot 196 -> Balen 684, Veth (1890), p. 6)

Op basis van het middeleeuwse, kasteelachtige uiterlijk van de Vuilpoort, veronderstelde stadsarchivaris Van Dalen dat de vermeldingen van de stenen gevangenistoren uit de 13e eeuw ook betrekking hadden op het poortgebouw dat van de latere afbeeldingen bekend is,[1] maar de bouwstijl wijst erop dat dit laatste bouwwerk eerder uit het eind van de 14e of uit 15e eeuw stamt. De gotische[2] rondboognissen met driepas, die ook aan de Groothoofdspoort en sommige grote, intussen afgebroken woonhuizen voorkomen, zijn ontleend aan voorbeelden uit Brugge. Rondbogen of korfbogen werden in Dordrecht vaker toegepast dan spitsbogen; een uitzondering is het woonhuis Grotekerksbuurt 56, dat kort na de stadsbrand van 1457 werd gebouwd. In de 15e eeuw raakten de verticale nissen waarin meerdere vensters zijn opgenomen, in Brugge populair. Deze zogeheten "Brugse traveeën" werden vooral in Dordrecht nagevolgd.[3]

  • R. Meischke; H.J. Zandkuijl; P.T.E.E. Rosenberg (1997): Huizen in Nederland. Zeeland en Zuid-Holland, Zwolle/Amsterdam

De 13e-eeuwse aanduiding "steeninen thoren" wijst er al op dat het om een gevangenis ging. In de middeleeuwse steden waren de gevangenissen een van de eerste gebouwen die in steen werden gebouwd. Het woord "Steen" was daarom synoniem met gevangenis; cipiers stonden bekend als "steenwaarders".

De Stenen toren wordt in 1290 door de graaf aan de stad geschonken ... de baljuw blijft er nog zetelen (?)

Scharlaken (Dordrecht)[bewerken | brontekst bewerken]

  • M.H. Benschop (1988): Het huis Scharlaken (II), Kwartaal & Teken, 1988, nr. 4, p. 1-5
  • Herbert Sarfatij (red.) (1988a): Het huis Scharlaken, Kwartaal & Teken, 1988, nr. 3, p. 1-6

1549: Bij die gelegenheid werd in de grote zaal van Den Asijnhoff een banket gehouden. (vandalen)

Filips II werd in 1549 door zijn vader Karel V naar Dordrecht gestuurd en verbleef in 1549 ook in Blijenburg toen hij op 21 september bij de Tolbrug werd gehuldigd. (Balen 829)

[De nieuwe stadswaag werd in 1594 ondergebracht op de begane grond van het huis Scharlaken.]