Naar inhoud springen

Gewoon ekstertje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Erik Wannee (overleg | bijdragen) op 19 mrt 2018 om 11:33. (Repareer link naar doorverwijspagina met Zeusmodus, ComorenComoren (eilandengroep))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Gewoon ekstertje
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Gewoon ekstertje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Estrildidae (Prachtvinken)
Geslacht:Lonchura
Soort
Lonchura cucullata
(Swainson, 1837)
Verspreidingsgebied.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gewoon ekstertje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Het gewoon ekstertje (Lonchura cucullata) is een vrij klein vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae) dat voorkomt in grote delen van Afrika.

Kenmerken

De vogel is gemiddeld 9 cm lang en weeg 7,7 tot 11,8 gram.[2] Het kopje en de keel van het gewoon ekstertje zijn zwart met een groene metaalglans, evenals de kleur van de schouders. De bovenzijde is grijsbruin en de staart is bruinzwart, de vleugels en de bovenborst zijn bruin, de onderzijde is wit. Op de flanken is hij bruin en wit gestreept, maar bij de ondersoort L. c. scutata ontbreekt deze streping. Het vrouwtje en mannetje zijn aan elkaar gelijk.

Verspreiding en leefgebied

Er zijn twee ondersoorten:[3]

Het is een vogel van half open landschappen, bebost gebied afgewisseld met vrij droge graslanden, ook wel in agrarisch gebied. Komt in Oost-Afrika ook in bergland voor, tot op 2200 m boven zeeniveau.[2] Verwildere populaties komen voor op Puerto Rico.[1]

Status

De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat deze prachtvink als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]

Verzorging als volièrevogel

Deze vogel is levendig, maar vrij schuw, echter toch wel goed te houden in een grote kooi of (buiten)-volière in gemengd gezelschap. Tijdens de broedtijd zijn ze vechtlustig.
Het voedsel bestaat niet alleen uit een zaadmengsel voor bijvoorbeeld tropische vinken maar ook uit gekiemd zaad. Water, grit en maagkiezel moeten vanzelfsprekend altijd voorhanden zijn.[bron?]