Prachtvinken
Prachtvinken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||
Rijstvogel (Padda oryzivora) | |||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Familie | |||||||||
Estrildidae Bonaparte, 1850 | |||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||
Prachtvinken op ![]() | |||||||||
|
Tot de grote groep van de prachtvinken (Estrildidae) behoren onder meer astrildes, papegaaiamadines, amaranten, amadines, blauwfazantjes, de zebravink en andere lonchura's.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De lichaamslengte varieert van 9 tot 14 cm.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Ze eten in hoofdzaak graszaden en wat insecten.
Voortplanting
[bewerken | brontekst bewerken]Ze gaan een paarbinding voor het leven aan. Meestal bouwen ze een koepelvormig nest met soms een valse nestingang (het hanenest). Het legsel bestaat uit drie tot negen eitjes afhankelijk van de soort, de broedtijd varieert van twaalf tot achttien dagen. Na de broedtijd vormen ze vaak zwermen van ouders met jongen.
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]Ze bewonen open landschappen in Afrika, Azië en Australië en Nieuw-Guinea. De meeste van de groep zijn standvogels en geen trekvogels. Het zijn vooral de Australische soorten die meer moeten zwerven om water te vinden.
Geslachten
[bewerken | brontekst bewerken]Lijst van geslachten op alfabetische volgorde:[1]
- Aidemosyne
- Amadina
- Amandava
- Bathilda
- Brunhilda
- Chloebia
- Clytospiza
- Coccopygia
- Cryptospiza
- Delacourella
- Emblema
- Erythrura
- Estrilda
- Euodice
- Euschistospiza
- Glaucestrilda
- Granatina
- Heteromunia
- Hypargos
- Lagonosticta
- Lepidopygia
- Lonchura
- Mandingoa
- Mayrimunia
- Neochmia
- Nesocharis
- Nigrita
- Oreostruthus
- Ortygospiza
- Padda
- Paludipasser
- Parmoptila
- Poephila
- Pyrenestes
- Pytilia
- Spermestes
- Spermophaga
- Stagonopleura
- Stizoptera
- Taeniopygia
- Uraeginthus