Grauw rijpmos
Grauw rijpmos | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Grauw rijpmos met berijping op de lobben | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Physconia grisea (Lam.) Poelt (1965) | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
Grauw rijpmos met apothecia | |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
Parmelia pityrea | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Grauw rijpmos op ![]() | |||||||||||||
|
Het grauw rijpmos (Physconia grisea) is een korstmos uit de familie Physciaceae. Het leeft op boomschors en soms op steen. Op steen heeft het voorkeur voor een basisch gesteente, zoals cement, beton, baksteen en kalksteen van palen en muren. Ook op boomschors heeft het voorkeur voor een basisch substraat, wat meestal ook geeutrofieerd is.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Het grauw rijpmos is aan de buitenkant rond, grijs tot grijsbruin van kleur en vooral aan de uiteinden van de lobben witachtig begrijpt. Het haalt een diameter van 8 cm. De lobben zijn tot 3 mm breed. De meer centrale regio's van het thallus zijn vaak erg sorediose bij oudere exemplaren. Apothecia komen soms voor en hebben een diameter tot 2 mm. De kleur hiervan is bruin tot zwart met grijze berijping en een rand in de thalluskleur. Ze zijn plat of concaaf en bedekt met soralen maar geen isidium. De sporenmaat is 23–25 × 14–17 μm.
Het grauw rijpmos is te verwarren met het donker rijpmos (Physconia enteroxantha), maar bij grauw rijpmos zijn de rhizinen aan het einde penseelachtig vertakt en bij donker rijpmos zijn deze flessenvormig vertakt.
Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]
Het komt voor veel voor in Zuid- en Midden-Europa (maar is afwezig in de hogere, vochtigere lage bergketens) en het noordelijkst tot het zuiden van Zweden. In Nederland komt het vrij algemeen voor. Het staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd. Het minst komt de soort voor in Oost-Brabant, Flevoland en op de Veluwe.
Bronnen, noten en/of referenties |