Naar inhoud springen

Griekse kolonisatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Griekse kolonisatie (750-550 v.Chr.)

Griekse kolonisatie houdt de stichting in van overzeese Griekse kolonies (apoikia) voorafgaand aan, en tijdens de Archaïsche periode van de Griekse oudheid. Vanuit het Griekse vasteland en de eilanden van de Egeïsche Zee, werden vooral de kustgebieden van de Middellandse en de Zwarte Zee gekoloniseerd. Hierdoor konden de Griekse taal en cultuur, en de organisatie die de Griekse polis kenmerkte, zich over het gehele mediterrane gebied verspreiden.

Voorbeelden van huidige mediterrane kuststeden met een oud-Griekse oorsprong, zijn Messina, Catania en Syracuse op oostelijk Sicilië, Napels en Tarente op het zuidelijke Italiaanse vasteland, en Nice en Marseille in Zuid-Frankrijk. De tientallen griekssprekende stadstaten in zuidelijk Italië en Sicilië stonden in de oudheid samen bekend als Magna Graecia.

Handelsbelangen en overbevolking

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf het begin van de klassieke Griekse beschaving rond 1000 v.Chr., was er een voortdurende drang tot stichting van nieuwe, onafhankelijke steden (apoikia - "nederzetting ver van huis"). Daarnaast werden er handelssteden gesticht (ἐμπορίov - emporium). Behalve voor de veiligstelling van handelsbelangen in gebieden over zee, was dit ook om de steeds dreigende overbevolking tegen te gaan. De oorzaak hiervan was dat de stadstaatjes in Griekenland, en op de eilanden langs de kust van Klein-Azië, meestal maar een beperkt vruchtbaar landbouw-areaal ter beschikking hadden. Dit kwam door het bergachtige en onvruchtbare achterland, dat ook al gauw te lijden had onder ontbossing door overbegrazing, met erosie als gevolg. Hierdoor bleef slechts een tamelijk smalle kuststrook over die voldoende vruchtbaar was voor de landbouw. Op den duur werd dit gebied te klein om de groeiende bevolking te voeden, en was de handel ook niet voldoende om de toenemende voedselbehoefte te dekken. Om een hongersnood te voorkomen werd een deel van de bevolking weggezonden, om elders een nieuw bestaan op te bouwen.

Meestal gebeurde dit door vrijwilligers of werd er geloot. Soms was het een politiek meningsverschil, waarbij de emoties hoog opliepen, dat voor de ontevredenen de aanleiding vormde om een nieuwe stad te stichten. Hiermee werd dan een burgeroorlog vermeden.

Opeenvolgende kolonisatiegolven

[bewerken | brontekst bewerken]

Rond het jaar 1000 v.Chr. werden vanuit het vasteland eerst de eilanden, en de tegenoverliggende westkust van Klein-Azië gekoloniseerd. Tijdens een volgende grote Griekse kolonisatiegolf, tussen 800 v.Chr. en 500 v.Chr., werd het zuiden van Italië, Sicilië, de Zwarte Zee-kusten, en iets later een groot deel van de resterende Middellandse Zee-kusten bereikt. Zo ontstonden er ketens van nieuwe steden, die een paar generaties later nieuwe zustersteden stichtten. Zo stichtte Korinthe Syracuse, dat op zijn beurt steden op Sicilië stichtte. De grote concurrenten van de Grieken waren de Feniciërs, die eenzelfde koloniserende strategie volgden, waardoor het vaak tot een conflict kwam, onder andere op Sicilië, de zogenaamde Siciliaanse oorlogen.

Athene riep een eigen, militaire vorm van kolonisatie in het leven: de cleruchie.

Culturele missie

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens het Hellenisme was sprake van een laatste, culturele Griekse expansiegolf. Het belangrijkste motief tot kolonisatie was toen, om de Griekse cultuur onder de door Alexander de Grote veroverde gebieden in Egypte en het Nabije Oosten te verbreiden, door er Griekse steden te stichten. Het belangrijkste voorbeeld is de stichting van Alexandrië in 331vChr. door Alexander de Grote. Tot in het huidige Afghanistan (Grieks-Bactrisch koninkrijk) en het huidige Pakistan (Indisch-Griekse koninkrijk) werden Griekse steden gesticht.

Tegenwoordig kunnen veel steden rond de Middellandse Zee en de Zwarte Zee bogen op Griekse wortels. Bijna alle andere steden in dit gebied hebben Fenicische stichters, wat de grote onderlinge concurrentie tussen de twee historische volken aangeeft.

Kolonisatie per gebied

[bewerken | brontekst bewerken]

West- en zuidkust van Klein-Azië

[bewerken | brontekst bewerken]

Een belangrijk gebeuren voor de latere geschiedenis van Hellas was de emigratie van veel Grieken naar de westkust van Klein-Azië. Tijdens deze eerste kolonisatie nemen ze daar bezit van de rivierdalen aan de kust. Hierin heeft verdringing, door de vestiging van de Doriërs in Griekenland, waarschijnlijk een rol gespeeld.

Rond de Zwarte Zee

[bewerken | brontekst bewerken]

Noordkust van Klein-Azië

[bewerken | brontekst bewerken]

Vrijwel alle koloniën in Klein-Azië zijn gesticht door Milesiërs. Waar dit niet het geval is is dit aangegeven:

Inlandse koloniën langs de noordkust van Klein-Azië

[bewerken | brontekst bewerken]

Bulgarije (Thracië)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Grieken in de pre-Romeinse Krim voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie Magna Graecia voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Zuid-Frankrijk

[bewerken | brontekst bewerken]
  • P. Briant, art. Colonization, Hellenistic, in OCD³ (1996)
Zie de categorie Ancient Greek colonies van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.