Heliconia caribaea
| Heliconia caribaea | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||||
| Heliconia caribaea | |||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||
| Heliconia caribaea Lamarck (1785) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||||
Heliconia caribaea op  Wikispecies
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Heliconia caribaea is een plant in de familie Heliconiaceae, afkomstig uit de Antillen.
De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door Jean-Baptiste de Lamarck in 1785. Deze Heliconia-soort komt voor in de vochtige tropische regenwouden en nevelwouden van de Grote Antillen en Kleine Antillen.
Heliconia caribaea komt voor als onderdeel van de flora van Caribisch Nederland op Saba en Sint Eustatius. De Engelse naam "wild plantains" en het grote groene blad geven aan dat deze vaste plant verwantschap heeft met de banaan. De Franse naam is Balisier.
De rode bloemen hebben een waarde als snijbloem en worden ook wel "lobster claws" genoemd. Heliconia caribaea wordt bezocht door kolibries zoals de granaatkolibrie (Eulampis jugularis).
Synoniemen
- Bihai borinquena (Griggs) Griggs
- Bihai borinquena var. coccinea Griggs & Harris
- Bihai-conferta (Petersen) Kuntze
- Heliconia borinquena Griggs
- Heliconia verleent Petersen
Verspreiding
De plant komt van nature voor op Cuba, Haïti, Puerto Rico, Jamaica en de andere eilanden van West-Indië, waaronder Martinique en Guadeloupe, Saba, Nevis en Sint Eustatius.